Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding met producties 1 t/m 11;
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 4;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 15 december 2021.
2.De feiten
bij aanvang van de Opdracht in het bezit is van de erkende 2 diploma’s sociale vaardigheden taxichauffeur en het diploma Taxi doelgroepenvervoer van CBR; (…)”
Wij hebben recentelijk het bericht ontvangen van CBR dat alle examens en cursussen zijn opgeschort. Voorlopig is de termijn van 31 maart bekend, echter gezien de huidige situatie is het aannemelijk dat deze termijn verlengd wordt. Bent u bereid deze eis te schrappen?”
Nee, de opdrachtgever is daar niet toe bereid”.
U geeft aan dat chauffeurs bij aanvang van de Opdracht in het bezit dienen te zijn van de erkende 2 diploma’s sociale vaardigheden taxichauffeur én het diploma Taxi doelgroepenvervoer van CBR. Het CBR heeft te maken met grote achterstand in de examens waardoor deze werving en opleiding vertraging oploopt. Kunt u ermee akkoord gaan dat chauffeurs dit diploma binnen 6 maanden na indiensttreding behaalt dient te worden.”De gemeente Leudal heeft daarop het volgende geantwoord: “
Opdrachtgever is vanwege de achterstand en de huidige onzekerheid akkoord dat de chauffeurs beide diploma’s binnen 6 maanden na indiensttreding hebben behaald.”
a. De antwoorden op vraag 12 en 52 spreken elkaar tegen. Wij gaan uit van uw antwoord op vraag 52. Kunt u dit bevestigen?”en “
b. De opleidingen Doelgroepenvervoer wordt tevens verzorgd door TX-Keur. De eindtermen die CBR hanteert, zijn officieel gepubliceerd. Op dit moment neemt het CBR geen examens af. Om te zorgen dat chauffeurs toch over de benodigde opleiding beschikken verzoekt inschrijver u om het toe te staan dat inschrijven de opleiding aanpast naar de eindtermen van het CBR. Gaat u hiermee akkoord?”De gemeente Leudal heeft daarop het volgende geantwoord:
“Nee, het CBR examen blijft de eis. Wel is de opdrachtgever bereid mee te denken in de huidige situatie waar mogelijk geen of onvoldoende examencapaciteit kan worden geleverd door het CBR.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
om redenen van rechtszekerheid voor zowel de aanbestedende dienstdie de overeenkomst heeft gesloten
als de ondernemer die de opdracht gegund heeft gekregen, de verwijzingsrichtlijn bepaalt dat de onverbindendheid van een overeenkomst
slechts gedurende een bepaalde termijn door de benadeelde partij kan worden ingeroepen. In artikel 4.15 lid 2 onder b Aanbestedingswet is die termijn gesteld op zes maanden. Daaruit volgt dat de termijn van zes maanden ook ten aanzien van [naam bv] , de ondernemer aan wie de opdracht is gegund, in acht moet worden genomen. Immers, ook haar rechtszekerheid beoogt de voormelde bepaling te dienen. In dit verband is nog van belang dat het beroep op de bedoelde niet-ontvankelijkheid, dat door de gemeente Leudal is gedaan bij conclusie van antwoord van 24 maart 2021, voor [eiseres] geen aanleiding is geweest om [naam bv] alsnog op voet van artikel 118 Rv in deze procedure te betrekken, terwijl sedertdien bijna één jaar is verlopen.
kanszou hebben gehad, dus minder dan de primair gestelde zekerheid, op het winnen van de aanbesteding en hoe groot die kans dan zou zijn geweest.
1.442,00(2,0 punten × tarief € 721,00);