Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
[eiser in conventie 1],
[eiseres in conventie 2],
[eiser in conventie 3],
eisers in conventie,
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1-8,
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in (deels voorwaardelijke) reconventie, met producties 1-18,
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 9-29,
- de rolbeslissing van deze rechtbank van 29 april 2020, houdende datumbepaling mondelinge behandeling,
- de brief zijdens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. , met producties 28-37, ten behoeve van de mondelinge behandeling op 11 november 2020,
- de akte overlegging producties van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , met producties 19-25, ten behoeve van de mondelinge behandeling,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 11 november 2020,
- de akte overleggen producties van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , met producties 26-28, ten behoeve van de voorzetting mondelinge behandeling,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 30 september 2021.
2.De feiten
[naam bewindvoerder 1] te [vestigingsplaats] (hierna: [naam bewindvoerder 1] ). [naam bewindvoerder 1] heeft rekening en verantwoording afgelegd over de periodes 16 februari 2017 tot en met 31 december 2017 en 1 januari 2018 tot en met [datum overlijden moeder] 2018 (onderdeel van prod. 26 [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ).
Het testament bevat verder, onder meer, de volgende bepalingen:
‘In alle gevallen van opeisbaarheid zal mijn echtgenote, over het bedrag der uitkering - eventueel verminderd met de hierna bedoelde voorgeschoten successierechten - tenzij dit door de rechthebbende(n) niet gevorderd wordt, een rente, gelijk aan de wettelijke interessen, verschuldigd zijn, vanaf de dag van mijn overlijden, tot die der betaling, waarbij, indien dit door de rechthebbende wordt gevorderd, de rente geacht wordt op een en dertig december van elk jaar te vervallen, welke aldus vervallen bedragen wederom de wettelijke interessen voortbrengen, dus rente op rente.De rente zal slechts kunnen worden opgeëist in de gevallen waarin de uitkering kan worden opgevorderd.(…)Het (de) bedrag(en) door mijn echtgenote ingevolge de onderhavige beschikkingen aan onze afstammeling(en) uit te keren zal (zullen) wordt aangepast aan de stijging van het prijsindexcijfer van de gezingsconsumptie.Onder het genoemde prijsindexcijfer wordt verstaan het door het Centraal Bureau voor Statistiek in Nederland - hierna te noemen CBS - te publiceren prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie der reeks voor werknemersgezinnen op basis van negentienhonderd vijf en zeventig is honderd.De aanpassing zal worden bereikt door het (de) oorspronkelijk verschuldigde bedrag(en) te vermenigvuldigen met een breuk waarvan de teller wordt gevormd door het bedoelde prijsindexcijfer, geldend voor de maand waarin de opeisbaarwording (…) van bedoeld(e) uit te keren bedrag(en) plaats heeft en de noemer door het bedoelde prijsindexcijfer geldende voor de maand van mijn overlijden.Deze aanpassing zal niet plaatsvinden indien de teller van de breuk uit een lager bedrag bestaat dan de noemer.Mocht het CBS inmiddels zijn overgegaan tot publicatie van prijsindexcijfers als bedoeld op een meer recente tijd-basis dan zullen de cijfers van de nieuwe reeks in aanmerking worden genomen zo nodig na koppeling van de cijfers aan voorafgaande reeksen. De wijze van koppeling zal geschieden in overleg met het CBS.’
‘(…)HOOFDSTUK 2. LEGATEN1. Legaten
Beschikkingsonbevoegdheid
Toevoegen, in de plaats stellen, vervangen
Boedelbeschrijving
Boedelnotaris
Informatieplicht. rekening en verantwoording
Einde executele en einde beheer
[naam executeur 1] heeft de benoeming tot afwikkelingsbewindvoerder niet aanvaard. Het afwikkelingsbewind is daarop vervallen.
De gang van zaken in de B.V. is gedurende enkele jaren grotendeels bepaald door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , die daartoe over een door moeder verstrekte volmacht beschikte. Na het overlijden van moeder heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn activiteiten feitelijk enige tijd voortgezet. Onder meer naar aanleiding van bezwaren daartegen van de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is op enig moment in 2020-2021 door [naam executeur 2] , met machtiging van de rechtbank, een onafhankelijke bestuurder benoemd, te weten: [naam advocaat] (hierna: [naam advocaat] ), advocaat te Maastricht.
€ 75.000,00, verder nog:
rov. 2.3.). Volgens de vermogensopstelling van [naam executeur 2] van 31 maart 2021 gaat het per erfgenaam, na verrekening van de reeds betaalde successierechten, om een bedrag van
€ 308.730,-, door [naam executeur 2] verhoogd met € 219.815,76 aan rente (berekend op basis van een enkelvoudige rente van 7,12% per jaar ).
Daarnaast is de nalatenschap van moeder zowel aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een bedrag van (ongeveer) € 20.000,00 verschuldigd vanwege door moeder met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] respectievelijk [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gesloten schenkingsovereenkomsten.
In deze zaak (met het nummer C/03/294855 / HA ZA 21-392, hierna: procedure 294855) heeft de rechtbank vonnis gewezen op 3 november 2021. In dit vonnis is beslist in het incident en is de zaak naar de rol verwezen voor uitlating voortprocederen in de hoofdzaak door alle partijen. Bij rolbeschikking van 12 januari 2022 is procedure 294855 verwezen naar de parkeerrol van 5 oktober 2022.
3.Het geschil
I. te verklaren voor recht dat het recht van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als erfgenaam van vader en moeder is vervallen op basis van artikel 5.1. [van het testament van moeder, rechtbank];
met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten met rente.
1. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen, op straffe van verbeurte van een dwangsom, om binnen twee weken na betekening van het door de rechtbank te wijzen vonnis openheid van zaken te geven en kopieën van alle bankafschriften te verstrekken met betrekking tot de bankrekening [rekeningnummer] bij de BVBA-Bank te Spanje, zulks vanaf de datum openen van de bankrekening tot en met de datum van overlijden van moeder;
2. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen om, op straffe van verbeurte van een dwangsom, binnen twee weken na betekening van het door de rechtbank te wijzen (eind)vonnis aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] volledige opgave te doen van de door haar meegenomen zaken uit de woning van moeder na haar overlijden;
3. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te bevelen om op eerste verzoek aan [naam executeur 2] althans [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] alle benodigde medewerking te verlenen aan het opvragen van alle transacties/bankafschriften sedert datum overlijden vader ( [datum overlijden vader] 2008) op/van:
(a) vier nader genoemde bankrekeningen bij Nederlandse banken,
(b) een spaarbankboekje ten name van de ouders van partijen bij Banesto-Bank,
(c) drie nader genoemde bankrekeningen bij Spaanse banken,
en, voor zover de vordering onder 1. niet zou kunnen worden toegewezen, nader benoemde gegevens in verband met:
(d) de verkoop/levering van de woning van moeder in Spanje,
(e) door moeder in 2013 in Spanje betaalde successie, en
(f) een op 11 mei 2010 ontvangen bedrag ad € 249.880,-,
met de bepaling dat als [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] medewerking weigert, het te wijzen (eind)vonnis voor die benodigde medewerking in te plaats treedt en dezelfde kracht heeft als enige akte van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] die nodig zou zijn in dat kader;
4. te verklaren voor recht dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar aandeel in de volgende onderdelen van de nalatenschap van moeder heeft verbeurd op grond van artikel 3:194 lid 2 BW:
(a) de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] meegenomen zaken uit de woning van moeder,
(b) de juwelen van moeder in de kluis,
(c) het saldo op de rekening met nummer [rekeningnummer] bij de BVBA-Bank,
(d) haar schuld aan de nalatenschap, althans de B.V., ad € 225.000,- subsidiair het bedrag aan rente dat daar deel van uitmaakt,
(e) al hetgeen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , na opvraging van de onder 3. genoemde gegevens, blijkt te hebben verzwegen, zoekgemaakt of verborgen gehouden,
5. in het geval de rechtbank de vorderingen in conventie niet mocht afwijzen: [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen om binnen twee weken na betekening van het door de rechtbank te wijzen vonnis mee te werken aan de verdeling en een dwangvertegenwoordiger te benoemen die bij weigerachtigheid van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] alle vereiste rechtshandelingen voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zal verrichten;
met veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, met rente.
4.De beoordeling
In het in rov. 2.20 genoemde tussenvonnis van 3 november 2021 heeft de rechtbank partijen vervolgens in overweging gegeven om de procedure te beëindigen en om de relevante processtukken toe te voegen aan het dossier in de onderhavige zaak. Partijen hebben zich hierover uitgelaten.
In de eveneens in rov. 2.20 genoemde rolbeschikking van 12 januari 2022 heeft de rolrechter, gelet op de inhoud van de reacties van partijen: (a) procedure 294855 verwezen naar de parkeerrol, en (b) besloten om de processtukken in die zaak toe te voegen aan het dossier in de onderhavige zaak. Dit laatste is inmiddels gebeurd.
Van het dossier in de onderhavige zaak maken daarom ook de volgende stukken van procedure 294855 deel uit:
- de dagvaarding van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , met producties 1-23,
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie in het incident ex artikel 223 RV, van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie, van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , met producties 1-8,
- de conclusie van antwoord in reconventie in de hoofdzaak, van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , met producties 24-27.
4.3. Kern van de onderhavige zaak is de verdeling van de nalatenschap van moeder. Deze kwestie zal hierna aan de aan de orde komen, met inachtneming van hetgeen dienaangaande is besproken en gebeurd tijdens de mondelinge behandelingen op 11 november 2020 en 30 september 2021.
Gelet op vorderingen zoals over en weer ingesteld, verdienen eerst enkele kwesties rondom de positie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als erfgenamen van moeder de aandacht. Dat zal gebeuren in de rov. 4.4.-4.5. ( [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ) en 4.6. ( [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ).
De rechtbank zal de vordering afwijzen als zijnde ongegrond en overweegt daartoe als volgt.
‘1. Sanctie niet uitvoeren last
‘Hoofdstuk 5 Overige beschikkingen’. Bij het opstellen van de tekst van het testament heeft de notaris evident een fout gemaakt, want het testament bevat eerder ook al een hoofdstuk 5, namelijk
‘Hoofdstuk 5 Afwikkelingsbewind en bevoegdheid tot verdeling’. Mede gelet op de nummering van de afzonderlijke bepalingen in het testament, die bij ieder hoofdstuk opnieuw begint, is duidelijk hoe de door de notaris gemaakt fout moet worden gecorrigeerd:
- de genoemde sanctiebepaling onder 1. moet worden gelezen als deel uitmakend van
‘Hoofdstuk 6 Overige beschikkingen’;
- de verwijzing naar
‘Hoofdstuk 4’in deze bepaling dient te worden gelezen als een verwijzing naar
‘Hoofdstuk 5 Afwikkelingsbewind en bevoegdheid tot verdeling’.
‘aan de verdeling van mijn nalatenschap’. Deze verdeling komt aan de orde in het hoofdstuk dat (ook) in het
testament (al) wordt aangeduid als
‘Hoofdstuk 5 Afwikkelingsbewind en bevoegdheid tot verdeling’en niet eerder.
Vast staat dat [naam executeur 2] uitsluitend executeur is, conform de inhoud van hoofdstuk 4 van het testament, en niet ook de tot verdeling bevoegde afwikkelingsbewindvoerder conform hoofdstuk 5 (zie de rov. 2.5. en 2.6.). De (eerder vermelde) opstelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ten opzichte van [naam executeur 2] , waarop [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. zich in hoofdzaak beroepen, kan daarmee geen reden vormen om toepassing te geven aan de sanctiebepaling in hoofdstuk 6 van het testament: die opstelling (wat daar verder ook van zij) houdt geen verband met de
verdelingvan de nalatenschap van moeder.
Ook de andere bezwaren van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. tegen gedragingen en uitlatingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] na het overlijden van moeder (zoals zijn handelen in het kader van de B.V. en zijn bezwaar tegen de hoogte van de legaten, dit een en ander zoals door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. gesteld) hebben geen betrekking op de verdeling van de nalatenschap van moeder.
De sanctiebepaling is daarom niet van toepassing.
erfgenaamvan vader. Die positie is in de onderhavige procedure echter niet aan de orde. De erfenis van vader is afgewikkeld op basis van de ouderlijke boedelverdeling in diens testament (zie rov. 2.2.), die ertoe heeft geleid dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] thans aanspraak kan maken op zijn vaders erfdeel als
schuldeiservan (de nalatenschap van) moeder.
lid 2 BW.
Tijdens de mondelinge behandeling op 30 september 2021 zijn [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het eens geworden over de verdeling van de roerende zaken waarop deze vorderingen betrekking hebben, namelijk de inboedel van moeder en haar sieraden. Zoals volgt uit het proces-verbaal van de zitting, zijn enkele door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit de woning van moeder meegenomen beeldjes aan haar toebedeeld. Voor het overige is de inboedel van moeder toebedeeld aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Aan laatstgenoemde zijn ook toebedeeld de sieraden van moeder. Zowel [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] hebben daarbij afstand gedaan van hun recht op compensatie in geld wegens hun eventuele onderbedeling.
De materie waarop de vorderingen onder 2. en onder 4.-(a) en (b) betrekking hebben is daarmee niet langer relevant. De rechtbank gaat ervan uit dat de vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in zoverre kan worden beschouwd als zijnde ingetrokken. Voor de duidelijkheid zal niettemin een bepaling ter zake worden opgenomen in het dictum van het te wijzen eindvonnis.
Conform de standpunten van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tijdens de mondelinge behandeling op 30 september 2021, zal de rechtbank hierna uitgaan van de (voorlopig laatste) vermogensopstelling per 31 maart 2021 (onderdeel van bijlage 20 bij productie 28 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ).
kunstdeel uitmaakt van de nalatenschap van moeder. Deze stelling is op dat moment noch nadien verder uitgewerkt en gemotiveerd. De rechtbank zal hier verder geen aandacht aan besteden.
Tijdens de genoemde mondelinge behandeling heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bezwaar gemaakt tegen deze betalingen, bij gebrek aan wetenschap ter zake en met name voor zover het betreft de betaling aan [eiser in conventie 3] , die volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een schuld heeft aan de nalatenschap van moeder, die ten onrechte niet is verrekend met zijn vordering op de nalatenschap uit hoofde van het legaat. Dit laatste betekent dat de legaten hierna nader aan de orde zullen komen.
De door de rechtbank ter zake te nemen beslissingen raken rechtstreeks de positie van de [eiseres in conventie 2] , [eiser in conventie 3] en [eiser in conventie 1] , zodat geen reden bestaat om hen, zoals door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is bepleit, niet-ontvankelijk te verklaren in (in elk geval) de vorderingen onder II en III.
Dat deze vorderingen naar de letter genomen vorderingen tot (en in verband met) de verdeling van de nalatenschap zijn, doet daaraan niet af. Daarbij is van belang dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zelf heeft gesteld dat de omvang van de nalatenschap van moeder verhindert dat aan de drie legatarissen het volledige bedrag van het legaat wordt uitgekeerd. Hieruit volgt dat ook de beslissingen over de andere aspecten van de verdeling (mogelijk) van invloed zijn op de positie van de drie genoemde legatarissen.
Dat de legaten inmiddels aan hen zijn uitbetaald is evenmin van belang. Zou(den) door [naam executeur 2] een te hoog bedrag (of te hoge bedragen) zijn uitgekeerd, dan kan dat betekenen dat een (of meer) vordering(en) uit onverschuldigde betaling bestaat (of bestaan), waarmee in het kader van de verdeling van de nalatenschap rekening kan worden gehouden.
De omvang van de schulden aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] houdt partijen verdeeld. Deze schulden zullen hierna dan ook nader aan de orde komen.
4.11. Verder is van belang dat de nalatenschap ten dele al is afgewikkeld, met name in die zin dat de inboedel van moeder en haar sieraden inmiddels zijn verdeeld (zie eerder rov. 4.6.).
Omdat sprake is van roerende zaken die zich ten tijde van de mondelinge behandeling op
30 september 2021 bevonden bij derden (een opslagbedrijf te [plaats 2] dan wel [naam executeur 2] ) kan het gebeurde tijdens de zitting worden begrepen als de afspraak tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] over de wijze van verdelen, maar tevens als daadwerkelijke effectuering van deze afspraak, in die zin dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar aandelen in de aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toebedeelde zaken - conform artikel 3:115, aanhef en sub c BW - heeft geleverd aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , en dat eenzelfde levering plaatsgevonden, door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , dit laatste met betrekking tot de beeldjes.
Hiervan uitgaande, en ervan uitgaande dat inmiddels volledig aan de vereisten voor de leveringen is voldaan, kunnen de inboedel van moeder (de beeldjes daaronder begrepen) en haar sieraden verder buiten beschouwing blijven. Voor de duidelijkheid zal niettemin een bepaling ter zake worden opgenomen in het dictum van het te wijzen eindvonnis.
(a) de gezamenlijke bankrekening van moeder en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in [land 1] (zie de
rov. 4.13. e.v.);
(c) de aandelen in de B.V., met inbegrip van de schuld van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
aan de B.V. (zie de rov. 4.26. e.v. en 4.30. e.v.;
(d) de schuld van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan de nalatenschap van moeder (zie de
rov. 4.33. e.v.);
(e) de legaten voor de kleinkinderen, en in het bijzonder het legaat voor [eiser in conventie 3] in verhouding tot zijn (eventuele) schuld aan de nalatenschap (zie de rov. 4.44. e.v.);
(f) de vorderingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op de nalatenschap van moeder (zie de rov. 4.47. e.v.), onder meer uit hoofde van schenkingen aan hen door hun moeder.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft gevorderd: (1) om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen om met betrekking tot deze bankrekening op nader omschreven wijze openheid van zaken te geven en kopieën van alle bankafschriften te verstrekken, en (4.(c)) om voor recht te verklaren dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar aandeel in het saldo op deze bankrekening heeft verbeurd op grond van artikel 3:194 lid 2 BW.
‘die Spaanse bankrekening’van doen heeft gehad. Verder heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gesteld dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] haar medewerking niet nodig heeft als hij, in Nederland en daarbuiten, onderzoek wil doen naar financiële gegevens in verband met zijn ouders. Voor het overige heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op dat moment niet inhoudelijk gereageerd op de stellingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] inzake de gezamenlijke bankrekening.
Als onderdeel van productie 36 hebben [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. daarna nog wel een kopie van een afschrift van een rekening bij BBVA-Bank op naam van moeder en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] met het hiervoor genoemde nummer eindigend op [nummer] in het geding gebracht. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 november 2020 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in verband hiermee gesteld:
‘Ik had samen met moeder een bankrekening in Spanje maar daar stond ten tijde van het overlijden van moeder niets meer op. Zie productie 36. Als een banksaldo 0 is op een Spaanse bankrekening, geven die banken geen verdere bankafschriften meer. Ik krijg dus niet meer van de bank dan wat is overgelegd als productie 36’.
30 september 2020 geplaatst. Dat zal naar alle waarschijnlijkheid de datum zijn waarop de bank de desbetreffende kopie heeft afgegeven. De datum is hoe dan ook gelegen (ver) na de dag van het overlijden van moeder.
Daarbij is ook van belang dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zeer summier heeft gereageerd op de stellingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] inzake het ‘verdwenen miljoen’ en dat deze stellingen, uitgaande van het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gestelde (en vooralsnog in het midden latend wat daar van zij), tekortschieten. Dat - zoals [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft gesteld - het genoemde bedrag in de periode 2008-2015 is verdwenen uit het vermogen van moeder kan namelijk hoe dan ook niet worden verklaard door te wijzen - zoals [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in navolging van [naam executeur 2] heeft gedaan (zie haar prod. 28 en het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 11 november 2020) - op de schulden van moeder aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en op de legaten aan de kleinkinderen. Deze schulden bestonden nog als zodanig ten tijde van moeders overlijden c.q. zijn toen ontstaan en hebben daarmee geen relevantie voor de feitelijke ontwikkeling van haar vermogen in de tien jaren vóór haar overlijden.
De rechtbank zal de zaak naar de rol verwijzen om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] (c.s.) in staat te stellen om aan dit bevel te voldoen.
heeft de genoemde rekeningen ten dele gebruikt om betalingen van te doen en om gelden op te ontvangen, dit ten behoeve van/in verband met de nalatenschap van moeder. Verder hebben interne overboekingen plaatsgevonden en zijn enkele rekeningen inmiddels opgeheven.
Op de meest recente vermogensopstelling, van 31 maart 2021, worden zes bankrekeningen bij Rabobank dan wel ABN-Amro vermeld, met een positief saldo van in totaal (ruim)
€ 417.000,-.
De gelden op deze bankrekeningen (of de rekeningen die daarvoor eventueel in de plaats zullen komen) dienen in de verdeling - bij helfte tussen de erven - te worden betrokken. Dienaangaande bestaat geen verschil van opvatting tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
- rekeningen bij ING: [rekeningnummer ING 1] en [rekeningnummer ING 2] , en
- rekeningen bij Fortis/ABN-Amro: [rekeningnummer Fortis/ABN-Amro 1] en [rekeningnummer Fortis/ABN-Amro 2] .
- een rekening bij Caixa-Bank: [rekeningnummer Caixa-Bank] ,
- rekeningen bij Banco Popular: [rekeningnummer Banco Popular 1] en [rekeningnummer Banco Popular 2] , en
- een (in 1990 geopend) spaarbankboekje bij Banesto-Bank.
Verder heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gesteld dat moeder op 11 mei 2010 een bedrag van € 249.880,- heeft ontvangen op een van haar bankrekeningen in Spanje, Het bedrag zou naar haar kunnen zijn overgemaakt vanuit Georgië. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat hem onduidelijk is wat de achtergrond en de betekenis is van deze betaling.
Ten slotte stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat uit bescheiden waarover hij beschikt blijkt dat moeder in 2013 in Spanje € 1.650,23 aan successierechten heeft betaald. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is het niet waarschijnlijk dat deze betaling nog verband houdt met de nalatenschap van vader. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zou de betaling kunnen duiden op een schenking door moeder aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
3:15j BW, 162 Rv en 843a BW.
In reactie op de desbetreffende stellingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bij antwoord in reconventie nader gesteld (zoals eerder weergegeven) dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] haar medewerking niet nodig heeft als hij, in Nederland en daarbuiten, onderzoek wil doen naar financiële gegevens in verband met zijn ouders.
Als productie 36 hebben [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. daarna kopieën in het geding gebracht van een spaarbankboekje (libreta de ahorro) bij Banesto-Bank te Spanje, met het saldo (per 14 juni 1991) van Pes. 500.000,- (ruim € 3.000,-). Uit een brief van [naam executeur 2] d.d. 21 oktober 2020 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (prod. 28 in deze procedure) kan blijken dat het spaarbankboekje ‘boven water is gekomen’ naar aanleiding van een meer recent door hem aan Santander-bank (als opvolger van Banesto-bank) in Spanje gedaan verzoek. Volgens [naam executeur 2] zijn de kosten om het bedrag uitbetaald te krijgen
‘vele malen’hoger dan de opbrengst.
- de in rov. 4.20. genoemde Nederlandse (bank)rekeningen,
- de in rov. 4.21. genoemde Spaanse bankrekeningen,
- de in rov. 4.22. genoemde (eventuele) financiële gebeurtenissen,
De rechtbank acht het wenselijk dat [naam executeur 2] daarnaast, in verband met de verdeling ervan, toelicht waarop hij baseert dat de kosten van het uitbetalen van het bedrag op het eerder genoemde spaarbankboekje hoger zullen zijn dan € 3.000,-.
De rechtbank zal haar oordeel ter zake de in rov. 4.23. genoemde vorderingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aanhouden.
de schuld van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan de B.V.
De vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder 4.(d) is volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet toewijsbaar, alleen al omdat artikel 3:194 lid 2 BW niet ziet op schulden.
Voor zover dat in zijn vermogen ligt, zou de bestuurder zich meer in het bijzonder dienen uit te laten over: (a) de oorspronkelijke hoofdsom van de schuld en de oorsprong ervan, (b) de vraag of en zo ja, hoeveel rente [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan de B.V. verschuldigd is over het uitstaande bedrag, en (c) de vraag of op de lening is afgelost, en zo ja, hoeveel. [naam advocaat] zou hierbij moeten betrekken: (d) enerzijds de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemde oorspronkelijke omvang van de schuld (in 2009) en (e) anderzijds de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. in het geding gebrachte concept-jaarrekening over 2019 en het daarin vermelde bedrag (en de wijze waarop dat bedrag tot stand is gekomen).
De rechtbank gaat ervan uit dat de bestuurder zich gehouden zal voelen om deze informatie, desgevraagd en op schrift gesteld, te verstrekken aan de aandeelhouders in de B.V., zijnde [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (en daarmee aan de rechtbank).
De rechtbank zal de zaak naar de rol verwijzen om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] (c.s.) en/of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in staat te stellen om [naam advocaat] om de genoemde informatie te vragen, waarna de reactie van [naam advocaat] door de meest gerede partij in het geding kan worden gebracht. Beide partijen zullen daarna op de uitlating door [naam advocaat] mogen reageren.
In afwachting van dit een en ander zal de rechtbank haar oordeel ter zake de schuld van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan de B.V. aanhouden.
Zowel [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] hebben daarop aangegeven dat zij, uitgaande van de oplossing onder (b), langs deze weg de volledige eigendom van de aandelen in de B.V. willen verkrijgen.
Deze benoeming zal in beginsel niet eerder geschieden dan nadat zekerheid is ontstaan over de omvang van de schuld van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan de B.V.
Vooruitlopend daarop zal de rechtbank de zaak verwijzen naar de rol voor uitlating door beide partijen gelijktijdig. Zowel [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dienen aan te geven:
(1) of de wijze van verdelen zoals genoemd onder (a) of (b) hun voorkeur heeft, (2) of zij, uitgaande van de oplossing onder (b), nog steeds aanspraak maken op toedeling van de volledige eigendom van de aandelen en hoe zij deze verkrijging in financieel opzicht willen realiseren, (3) welke opvatting zij, uitgaande van hetzelfde, hebben over de peildatum, en (4) wat hun standpunt is over de voorgenomen deskundigenbenoeming (aantal deskundigen, specifieke deskundigheid van de deskundige(n), vraagstelling, betaling van het voorschot, al dan niet uit de nalatenschap van moeder).
In verband met dit laatste merkt de rechtbank nog op dat zij uit de uitlatingen van [naam executeur 2] in procedure 294855 heeft afgeleid dat de panden van de B.V. binnenkort worden getaxeerd, of wellicht onlangs zijn getaxeerd. Hiervan uitgaande dienen partijen zich uit te laten: (5) over de mogelijkheid/wenselijkheid om de te verrichten/reeds verrichte taxaties ‘om te rekenen’ naar de in deze procedure te hanteren peildatum, aan de hand van een (nader vast te stellen) cijfer voor de prijsontwikkeling van de panden.
In afwachting van deze uitlatingen zal de rechtbank ieder verder oordeel ter zake de verdeling van de aandelen in de B.V. aanhouden.
In de dagvaarding in de onderhavige procedure hebben [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. vervolgens gesteld dat de schuld niet € 65.000,-, maar € 220.514,- bedraagt. Dit blijkt volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. uit de aangifte erfbelasting naar aanleiding van het overlijden van vader. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. hebben in verband hiermee gesteld dat het in oorsprong gaat om een schuld van (in hoofdsom) fl. 330.000,- (die door de verschuldigde maar niet betaalde rente verder is aangegroeid), dat het bestaan van de schuld door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in een brief aan vader uit 2000 is erkend, en dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot op heden niet heeft kunnen aantonen dat hij de schuld heeft afgelost.
In procedure 294855 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarna gesteld dat de genoemde schulden naast elkaar bestaan, de ene als private schuld en de andere als zakelijke schuld, zodat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in totaal aan de nalatenschap schuldig is (€ 65.000,- + € 220.514,- =) € 285.514,- (met rente).
In verband met de rente over het uitgeleende bedrag heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gesteld: (a) dat hij in november 2007 de beschikking heeft gekregen over het genoemde bedrag van € 65.000,-; (b) dat hij over dit bedrag aan zijn ouders dezelfde rente verschuldigd was als zij verschuldigd waren aan de hypotheekbank, (c) dat zijn ouders de desbetreffende hypotheekschuld hebben afgelost in 2012, en (d) dat hij sindsdien dus geen rente meer verschuldigd is over de uitstaande hoofdsom.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft de stellingen onder (a)-(d) niet, althans niet voldoende gemotiveerd, betwist, zodat de rechtbank zal uitgaan van de juistheid ervan. Daarvoor bestaat des te meer aanleiding, nu het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gestelde aansluit op de inhoud van een door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in het geding gebrachte onderhandse akte (onderdeel van haar productie 29), die door vader, moeder en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is ondertekend en waarvan de laatste alinea luidt:
‘ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verplicht zich gedurende de looptijd van (…) deze lening maandelijks dezelfde rente te betalen aan schuldeisers[vader en moeder, rechtbank]
over de som van het geleende bedrag, welke schuldeisers uit hoofde van de hypothecaire overeenkomst verschuldigd zijn’.
De rechtbank zal de zaak verwijzen naar de rol voor uitlating bij akte door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (waarop [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zal mogen antwoorden). [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dient deugdelijk gemotiveerd en gedocumenteerd aan te geven hoeveel rente hij, uitgaande van het gestelde onder (a)-(d), naar zijn opvatting verschuldigd is over de uitstaande hoofdsom van
€ 65.000,-.
In verband met de aard en de herkomst van de genoemde schuld heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verder als verweer aangevoerd: (g) dat het gaat om een schuld van ongeveer € 75.000,- van zijn makelaardij-B.V. ( [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] Makelaardij B.V.) wegens door die B.V. verschuldigde huur, (h) dat de makelaardij-B.V. in maart 2016 failliet is gegaan, waarna het faillissement is opgeheven bij gebrek aan baten, en (i) dat daarom geen sprake is van een schuld (uit geldlening) van hemzelf, die relevant is in verband met de verdeling van de nalatenschap van moeder.
‘zomaar’is verdwenen en dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als erfgenaam niets met deze vordering te maken heeft. Volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. moet de schuld worden verrekenend met vaders erfdeel.
Tijdens de eerste mondelinge behandeling heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verder gesteld dat het onbillijk zou zijn om de volledige schuld aan de B.V. (van vader) van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op te nemen in de boedelbeschrijving en om dat niet te doen met de schuld van de B.V van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , terwijl
‘is overeengekomen dat bij de verdeling van de nalatenschap die schuld, als die niet zou zijn afbetaald door de B.V.[van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , rechtbank]
, als schuld van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie][ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ]
zou gelden’.
Subsidiair heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in procedure 294855 een volledig nieuw standpunt ingenomen, namelijk dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voor wat betreft de zakelijke schuld van € 220.514,- moet worden vereenzelvigd met zijn makelaardij-B.V., zodat hijzelf ter zake die schuld kan worden aangesproken.
Ten slotte heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zich beroepen op de redelijkheid en billijkheid, met name gelet op de (eerder genoemde) omstandigheid dat haar schuld aan de B.V. ( [naam vader] Beleggingsmaatschappij B.V.) volledig meetelt bij de verdeling.
Dit betekent dat de schuld - gesteld dat zij nog steeds bestaat - in uitgangspunt niet een schuld is van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
Het in procedure 294855 in verband hiermee (subsidiair) gedane beroep op vereenzelviging wordt door de rechtbank verworpen. De rechtbank overweegt daartoe dat van deze rechtsfiguur - uiterst terughoudend - gebruik wordt gemaakt in de sfeer van het rechtspersonen- en vennootschapsrecht, als alternatief voor een vordering uit onrechtmatige daad om, kort gezegd, misbruik het identiteitsverschil tussen rechtspersonen te redresseren (zie, onder meer, HR 13 oktober 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7480, Rainbow). Dat in verband met de huurschuld van de makelaardij-B.V. van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] sprake is geweest van dergelijk misbruik (of van ander onrechtmatig handelen van de makelaardij-B.V. en/of van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , al dan niet als bestuurder van die B.V., dat relevant kan zijn in verband met het beroep op vereenzelviging) is gesteld noch gebleken.
De stelling dat in het familie- en erfrecht het leerstuk van de vereenzelviging soepeler mag worden toegepast vindt in het recht geen steun. Het beroep op wettelijke bepalingen uit het personen- en familierecht dat in dit verband wordt gedaan, kan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dan ook niet baten.
Evenmin als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kan worden gelijkgesteld met zijn makelaardij-B.V., kan vader worden gelijkgesteld met
zijnB.V. Een schuld aan deze laatste B.V. is geen schuld aan vader en is dus, als zodanig, ook niet relevant voor de afwikkeling van zijn nalatenschap. Dat de aandelen van deze B.V., zoals [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft gesteld, in de nalatenschap van vader vallen, doet daaraan niet af; er blijft sprake van een schuld aan de B.V.
In reactie op deze stelling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] erop gewezen dat de huurovereenkomst waaruit de huurschuld voortvloeide was gesloten tussen de makelaardij-B.V. en vader en moeder in privé. Dit standpunt vindt steun in de huurovereenkomst die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in het geding heeft gebracht (prod. 14 dv. procedure 294855).
Mede gelet hierop zal de rechtbank er hierna van uitgaan dat de bedoelde huurschuld van de makelaardij-B.V. van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bestond jegens vader en moeder.
‘is overeengekomen’dat de schuld van de makelaardij-B.V. als privéschuld van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zou worden betrokken bij de afwikkeling van de nalatenschappen van vader en moeder.
Ter onderbouwing van deze stelling hebben [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. zich in de onderhavige procedure allereerst beroepen op e-mails d.d. 28 september 2020 van [naam executeur 1] , de toenmalige accountant van vader en moeder (onderdeel van prod. 29 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. , tevens prod. 16 in procedure 294855). In een van deze e-mails schrijft [naam executeur 1] dat
‘de duidelijke afspraak [was] dat de schulden van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] Makelaardij bv aan jouw ouders beschouwd zouden worden als persoonlijke schulden van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en daardoor ook verrekend konden en zouden worden met de erfenissen’.
In procedure 294855 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verder nog een beroep gedaan op de inhoud van een brief van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan zijn vader d.d. 13 februari 2007 (prod. 7 cva conv./cve reconv.). [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] schrijft daarin, onder meer, als volgt:
‘Ja, ik weet dat de huurachterstand enorm is en er nog geen vooruitzicht inzit dat deze weer normaal maandelijks betaald kan worden.Met accountant overeengekomen dat de (zakelijke) huurschuld naar mij in privé wordt overgeschreven. Dat geeft bij een eventueel faillissement dan geen zin voor een ander om dat aan te vragen, omdat ikzelf de grootste schuldeiser ben’.
‘duidelijke afspraak’. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gaat er daarbij van uit dat [naam executeur 1] de accountant is waarop [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] doelt in zijn genoemde brief aan vader.
In verband met de hiervoor aangehaalde passage uit de brief aan zijn vader van 13 februari 2007 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in zijn conclusie van antwoord in reconventie in procedure 294855 gesteld, voor zover van belang, dat de daarin aangekondigde en aan vader toegelichte overschrijving
‘naar (…) privé’enkel was bedoeld om de eigen makelaardij-B.V. overeind te houden en dat deze overschrijving niets te maken had met de
‘ooit vrij te vallen nalatenschap[van vader, rechtbank]
’. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft daarbij aangevoerd dat hij in de brief aan zijn vader doelt op zijn eigen accountant en niet op [naam executeur 1] .
In verband met de verdeling van de nalatenschap van moeder is het van belang dat de rechtbank op de hoogte wordt gesteld van de precieze gang van zaken rondom de legaten: (a) welke bedragen (aan hoofdsommen en rentes) zijn wanneer uitgekeerd aan wie?, en (b) ervan uitgaande dat in verband met [eiseres in conventie 2] verrekening met een schuld van haar aan de nalatenschap heeft plaatsgevonden: wat was de omvang en de samenstelling (hoofdsom, rente) van deze schuld?
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft gesteld dat vader en moeder van het door henzelf geleende bedrag van
€ 107.000,- (zie rov. 4.35.) € 65.000,- hebben uitgeleend aan hem, en dat het restantbedrag van € 42.000,- door zijn ouders is uitgeleend aan [eiser in conventie 3] . Dit blijkt volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ook uit een e-mail van [eiser in conventie 3] aan hem, die betrekking heeft op de lening en waarin [eiser in conventie 3] aangeeft dat
‘Oma’het uitgeleende bedrag (
‘dat geld van [naam 2] ’) heeft teruggekregen (e-mail van 7 juli 2019, onderdeel van prod. 6 cva conv./cve reconv.). Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft [eiser in conventie 3] de lening echter niet terugbetaald.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. hebben in de dagvaarding gesteld dat [naam executeur 2] in de administratie van moeder geen gegevens omtrent een (eventuele) lening van (groot)moeder aan [eiser in conventie 3] heeft aangetroffen.
De rechtbank zal de zaak verwijzen naar de rol voor uitlating bij akte door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. (waarop [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal mogen antwoorden). [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. dienen zich (enkel) uit te laten over de (eventuele) aflossing van de genoemde lening door [eiser in conventie 3] . Als [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. zich op het standpunt stellen dat de lening is afgelost, dan dient het desbetreffende schriftelijke bewijs bij de akte te worden gevoegd.
Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt de precieze omvang van de vorderingen op de nalatenschap van moeder ter zake de ‘vadersdelen’ door [naam executeur 2] niet op de juiste wijze berekend. [naam executeur 2] gaat volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uit van een enkelvoudige rente van 7,12% per jaar, terwijl uit het testament van vader volgt dat het oorspronkelijke bedrag eerst moet worden verhoogd ten gevolge van een indexering op basis van prijsindexcijfers, terwijl daarna een verdere verhoging dient plaats te vinden met wettelijke rente. [naam executeur 2] is hierop gewezen, maar wil zijn berekening niet aanpassen, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
De rechtbank acht het wenselijk dat [naam executeur 2] zich ten behoeve van de erven (en de rechtbank) uitlaat over het voorgaande, en met name toelicht: (a) hoe hij de omvang van de schuld uit hoofde van de ‘vadersdelen’ heeft berekend en waarom hij dit aldus heeft gedaan, (b) of deze wijze van berekenen naar zijn opvatting in overeenstemming is met het testament van vader, en zo ja, waarom, en zo neen, waarom hij niettemin aldus heeft gerekend, (c) of, als een andere wijze van rekenen - al dan niet bij nader inzien - wel (of meer) in overeenstemming is met het testament van vader, hoe groot de schulden aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dan zijn.
De rechtbank zal haar oordeel ter zake de omvang van de schulden van de nalatenschap van moeder uit hoofde van de ‘vadersdelen’ aanhouden.
‘In enkele jaren zijn door jouw moeder aan jou en [naam 4][ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , rechtbank]
schenkingen gedaan die als aflossing op de leningen zijn geboekt. Die schenkingen zijn dus niet uitbetaald maar afgeboekt’.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft zich hierop beroepen (dv. procedure 294855, p. 9), tevens verwijzend naar eerdere uitlatingen door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en naar door haar overgelegde producties. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt op basis hiervan dat uit hoofde van de door [naam executeur 1] genoemde schenkingen een (netto)bedrag van € 25.100,- moet worden afgeboekt op het bedrag van zijn schuld uit de geldlening (van € 65.000,-) aan de nalatenschap.
Op basis van een schriftelijk bescheid van [naam executeur 2] (door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] overgelegd als prod. 19 dv. procedure 294855) stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat moeder ook in 2013 en 2014 nog schenkingen aan hem heeft gedaan (ad € 20.255,- resp. € 14.650,-). Ook deze bedragen moeten volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden afgetrokken van zijn schuld uit geldlening aan de nalatenschap.
concludeert op basis van het voorgaande dat zijn schuld aan de nalatenschap niet meer dan ongeveer € 20.000,- bedraagt.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. hebben niet betwist dat in 2013 en 2014 de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gestelde schenkingen zijn gedaan. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. hebben wel betwist dat alle door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemde schenkingen in mindering komen op zijn schuld aan de nalatenschap (cva conv./cve reconv. procedure 294855, nr. 5.4), maar hebben dit standpunt niet toegelicht. Over eventuele schenkingen door moeder aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] (behalve de schenking zoals genoemd in rov. 4.50.) hebben [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] c.s. zich niet uitgelaten. Daardoor is ook onverklaard gebleven op welke
‘leningen’(in meervoud, waaronder kennelijk dus ook een of meer leningen aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , waarop mogelijk een of meer schenkingen aan haar zijn afgeboekt) [naam executeur 1] doelt in zijn hiervoor aangehaald e-mail.
20 april 2022. (Uiterlijk) op deze dag dienen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en/of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de rechtbank op de hoogte te stellen van de eerder (in de rov. 4.25., 4.29., 4.44. en 4.49.) genoemde, door [naam executeur 2] dan wel [naam advocaat] te verstrekken informatie.
De rechtbank zal partijen daarna in staat stellen om zich over deze informatie uit te laten, in de vorm van twee gelijktijdig te nemen aktes en twee vervolgens weer gelijktijdig te nemen antwoordaktes.
In de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te nemen akte kan zij tevens ingaan op de kwesties genoemd in de rov. 4.43., 4.46. en 4.52. In de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te namen akte kan hij tevens ingaan op de kwestie genoemd in rov. 4.35. In de vervolgens te nemen antwoordaktes kunnen partijen reageren op de desbetreffende stellingen van de wederpartij.
5.De beslissing
20 april 2022voor het in rov. 4.53.-tweede volzin genoemde doel,