4.2.Nadat de ouders hun standpunten ter zitting nader hebben toegelicht, hebben zij overeenstemming bereikt over de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, te weten een 50/50 regeling, waarbij [minderjarige] de ene week bij [verzoekster] in [woonplaats 1] verblijft en de andere week bij [wederpartij] in [woonplaats 2] .
Omdat er een periode is geweest waarin [minderjarige] alleen via beeldbellen contact met [wederpartij] heeft gehad, hebben partijen in lijn van het door de raad ter zitting gegeven advies afgesproken dat er in twee korte opbouwstappen tot voormelde regeling zal worden gekomen.
Meer concreet zijn partijen het volgende overeengekomen:
Met ingang van 6 februari 2022 zal [minderjarige] de ene week bij [verzoekster] in [woonplaats 1] verblijven en de andere week bij [wederpartij] in [woonplaats 2] , waarbij het wisselmoment steeds op zondag om 18.00 uur zal plaatsvinden;
In het kader van twee opbouwstappen naar voormelde week om week regeling, zal [minderjarige] :
- van vrijdag 21 januari 2022 om 11.00 uur tot zaterdag 22 januari om 16.00 uur bij [wederpartij] verblijven; op bedoelde vrijdag zal [verzoekster] in de woning van [wederpartij] even met [wederpartij] bespreken waar [wederpartij] op moet letten (tips) bij de dagelijkse verzorging van [minderjarige] en [verzoekster] zal ook even aanwezig blijven om [minderjarige] aan de overgang naar [wederpartij] te laten wennen;
- van vrijdag 28 januari 2022 om 13.00 uur tot zondag 30 januari 2022 om 16.00 uur of rond 18.00 uur bij [wederpartij] verblijven, waarbij oftewel de moeder van [verzoekster] (oma moederszijde) [minderjarige] zal ophalen om 16.00 uur, oftewel [verzoekster] [minderjarige] zal ophalen rond 18.00 uur;
[verzoekster] zal (indien nodig via oma moederszijde) steeds het vervoer van [minderjarige] van [woonplaats 2] naar [woonplaats 1] en vice versa, verzorgen. [verzoekster] zal ook de kosten hiervan dragen. Indien het bijvoorbeeld door verkeersomstandigheden onverhoopt iets later zal zijn, zal [verzoekster] (rechtstreeks of via oma moederszijde) dat zo tijdig mogelijk aan [wederpartij] laten weten.
Verder hebben de ouders afgesproken dat:
-zij een schriftje zullen hanteren waarin zij de andere ouder informeren over hoe het contact met [minderjarige] is verlopen; [wederpartij] zal dit schriftje aanschaffen en het aan [verzoekster] meegeven nadat [minderjarige] de eerste keer bij [wederpartij] heeft verbleven;
-de ID-kaart van [minderjarige] met [minderjarige] meereist;
- [wederpartij] aan [verzoekster] schriftelijke toestemming zal geven waaruit blijkt dat [wederpartij] toestemming geeft aan [verzoekster] om met [minderjarige] in het kader van de hiervoor bedoelde zorgregeling door België te reizen/in België te verblijven.
Met het voorgaande hebben de ouders in het belang van [minderjarige] gedacht. Dat acht de rechtbank positief. Dat [verzoekster] tijdens de relatie meer zorgtaken voor haar rekening nam, heeft zij tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door [wederpartij] niet onderbouwd. De genoemde verdeling van de zorg- en opvoedingstaken sluit daarmee aan op hoe een ander in de relatie verliep; ook toen was het in ieder geval zo dat als de ene ouder werkte, de andere ouder voor [minderjarige] zorgde, en andersom. Met de afgesproken gelijkwaardige verdeling van de zorg- en opvoedingstaken wordt die gelijkwaardigheid voortgezet in het belang van [minderjarige] .
In het dictum zal alleen de week om week regeling worden opgenomen en niet de twee hiervoor weergegeven opbouwmomenten in de aanloop daarnaartoe, nu die ten tijde van het geven van deze beschikking al geacht worden te hebben plaatsgevonden.