ECLI:NL:RBLIM:2022:1404

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 februari 2022
Publicatiedatum
24 februari 2022
Zaaknummer
8978619 \ CV EXPL 21-448
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van annuleringskosten na verplaatsing van bruiloft door gedaagden

In deze zaak heeft de eisende partij, een vennootschap onder firma, een overeenkomst gesloten met de gedaagden voor het maken van foto’s en een film tijdens hun bruiloft, die oorspronkelijk gepland stond op 15 augustus 2020. De totale prijs voor de diensten was € 2.850,00, waarvan 75% voorafgaand aan de bruiloft en 25% na de bruiloft betaald zou worden. In de overeenkomst waren ook algemene voorwaarden opgenomen, waarin stond dat bij ontbinding van de overeenkomst de wederpartij 50% van de overeengekomen prijs verschuldigd was.

In juni 2020 hebben de gedaagden laten weten de bruiloft te willen verplaatsen naar 3 juli 2021 vanwege de coronamaatregelen. Er is geprobeerd om een regeling te treffen, maar dit is niet gelukt. De eisende partij vorderde vervolgens betaling van € 1.425,00 aan hoofdsom en € 213,75 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met rente en kosten, op basis van de stelling dat er sprake was van een ontbinding van de overeenkomst.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagden niet geannuleerd hebben en dat er geen sprake is van een ontbinding zoals bedoeld in de algemene voorwaarden. De vordering van de eisende partij is afgewezen, en deze is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, die zijn begroot op € 374,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8978619 \ CV EXPL 21-448
Vonnis van de kantonrechter van 23 februari 2022
in de zaak van:
de vennootschap onder firma [naam VOF],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde Stichting Achmea Rechtsbijstand,
tegen:

1.[gedaagde 1] ,wonend [adres] ,[postcode] [woonplaats] ,

2.
[gedaagde 2],
wonend [adres] ,
[postcode] [woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde MW Legal.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft met [gedaagde 1] en [gedaagde 2] een overeenkomst gesloten op grond waarvan [eiser] foto’s en een film zou maken bij de bruiloft die gepland stond op 15 augustus 2020. Partijen zijn als prijs overeengekomen € 2.850,00 waarvan 75% voor de bruiloft en 25% na de bruiloft betaald zou worden. In de brief waarin deze afspraken zijn bevestigd staat voorts:
“Op deze overeenkomst (…) zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Door ondertekening van deze overeenkomst verklaren jullie een kopie van deze algemene voorwaarden te hebben ontvangen en met de inhoud daarvan bekend te zijn.”
In de algemene voorwaarden van [eiser] is in artikel 11 onder c opgenomen dat bij ontbinding van de overeenkomst de wederpartij 50% van de overeengekomen prijs verschuldigd is.
2.2
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] laten in juni 2020 weten de bruiloft te willen verplaatsen naar 3 juli 2021 in verband met de destijds geldende overheidsmaatregelen tegen de verspreiding van COVID-19 (hierna: coronamaatregelen). Partijen hebben vervolgens getracht een regeling te treffen, hetgeen niet gelukt is.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde 2] en [gedaagde 1] tot betaling van € 1.425,00 aan hoofdsom en € 213,75 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met rente en (na)kosten.
3.2.
[gedaagde 2] en [gedaagde 1] voeren verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser] vordert nakoming van de tussen partijen overeengekomen annuleringsregeling. [gedaagde 2] en [gedaagde 1] betwisten dat zij geannuleerd hebben. Dit verweer slaagt.
4.2.
Partijen hebben de correspondentie in geding gebracht. Uit die correspondentie blijkt niet van een ontbinding zoals bedoeld in artikel 11 van de algemene voorwaarden -daargelaten of er grond zijn om de vernietigbaarheid van dit artikel in te roepen. De vraag wat dan de status van de overeenkomst was nu tussen partijen vast staat dat de bruiloft op 15 augustus 2020 geen doorgang had en er toen ook geen werkzaamheden zijn verricht door [eiser] kan in het midden blijven nu de vordering uitdrukkelijk en enkel is gebaseerd op de stelling dat er sprake is van een ontbinding als bedoeld in artikel 11 van de voorwaarden.
4.3.
Omdat het verweer van [gedaagde 2] en [gedaagde 1] slaagt, behoort de vordering van [eiser] te worden afgewezen. [eiser] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [gedaagde 2] en [gedaagde 1] worden begroot op € 374,00 (2 x tarief € 187,00) als salaris voor de gemachtigde.
4.4.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde 2] en [gedaagde 1] gevallen en tot op heden begroot op € 374,00,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: PLG
coll: