3.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
De rechtbank acht het tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen op grond van het navolgende.
Op 23 juli 2021 omstreeks 20.32 uur kregen verbalisanten [naam 1] en [naam 2] opdracht te rijden naar de [adres] ter hoogte van nummer [adres] in Amstenrade. Ter plaatse troffen verbalisanten aangeefster aan, liggend op de grond en hevig bebloed. Getuige [naam 3] stond over aangeefster heen gebogen en drukte met een deken op haar been. Getuige [naam 3] heeft verbalisanten verteld dat aangeefster was neergestoken en dat zij een slagaderlijke bloeding had. Verbalisanten hebben gezien dat ter hoogte van de lies van aangeefster een klein gat hoog in het bovenbeen zat. Het bloed spoot uit de wond op het moment dat de druk er even af werd gehaald om plaats te maken voor een tourniquette. Verbalisanten hebben bovendien gezien dat aangeefster een snijwond in haar hand had.
Aangeefster heeft verteld dat ze door haar ex-vriend was gestoken en dat hij was weggelopen. Op dat moment hoorden verbalisanten dat de verdachte op een andere locatie in Amstenrade was aangehouden.
De medewerkers van de ambulance hebben de zorg over aangeefster van verbalisanten overgenomen.
Aangeefster [slachtoffer] heeft verklaard dat zij op 23 juli 2021 in de ochtend door de verdachte is gebeld. De verdachte zei dat hij geld nodig had. Aangeefster had de verdachte de dag ervoor verteld dat ze een miskraam had gehad van zijn kind en vervolgens hebben ze daar ruzie over gekregen. Familieleden van de verdachte hebben berichten die aangeefster naar hen had gestuurd en die betrekking hadden op de verdachte, naar de verdachte doorgestuurd. In de loop van de dag rond 12.30 uur is verdachte hier achter gekomen door een telefoontje van een vrouwelijk familielid. Hij is ontzettend boos geworden en wilde dat aangeefster naar hem toe zou komen. Aangeefster heeft de verdachte rond 13.00 uur bij de Decathlon in Kerkrade ontmoet. Ze is daar met haar auto naar toegereden en heeft de verdachte op zijn verzoek door een half geopend autoraam onder andere geld en zijn paspoort gegeven.
Aangeefster is uiteindelijk ’s avonds naar de woning van verdachte toegereden, omdat verdachte zei dat ze naar hem toe moest komen. De verdachte was nog steeds niet gekalmeerd. Als zij niet naar hem zou komen, zou hij naar haar komen. Dat wilde aangeefster niet, omdat haar dochter thuis was.
Toen aangeefster bij de woning van de verdachte was aangekomen, wilde de verdachte dat aangeefster naar binnen zou komen. Aangeefster heeft gezegd dat ze bij de auto konden praten of ergens iets konden gaan drinken. Dat wilde de verdachte niet. De verdachte is uiteindelijk bij aangeefster in de auto gaan zitten. Plotseling heeft de verdachte een mes uit zijn broekzak gehaald en aangeefster hiermee in haar been gestoken. De verdachte wilde nog een keer steken, maar toen heeft aangeefster de steek afgeweerd met haar linkerhand. Hierop is aangeefster weggerend en is de verdachte de andere kant op gerend.
Aangeefster heeft aanvullend verklaard dat de verdachte met zijn linkerhand in de richting van haar geslachtsdeel stak en haar been raakte. Hij bewoog het mes toen heen en weer, voordat hij het er weer uittrok. Toen probeerde hij nog een keer in het been te steken, maar aangeefster heeft dit afgeweerd met haar linkerhand. Hierdoor heeft aangeefster een flinke wond aan haar linker duim.
Uit de geluidsopnames van de
dashcamuit de auto van aangeefster op 23 juli 2021 is gebleken dat aangeefster om 20:29:57 uur aan de verdachte vraagt: “Laat eens zien wat je die man hebt geschreven”. Kort daarna begint zij te schreeuwen: “Niet doen, niet doen, niet doen”. Aangeefster stapt dan uit de auto en rent schreeuwend weg.In de loop van de dag heeft de verdachte al een fikse ruzie gehad met aangeefster, waarbij hij haar heeft bedreigd met de dood. Dit blijkt uit het
dashcamgesprek om 13:42:23 uur. De verdachte zegt dan tegen aangeefster dat ze zijn vader niet mag bellen of schrijven en dat hij haar voor de laatste keer waarschuwt. Even later zegt de verdachte tegen aangeefster dat hij moeite heeft zich in te houden. Hij zegt: “De volgende keer, wanneer je weer iets doet, dan zal ik eerst jou doden en dan mezelf.”
Over het letsel van aangeefster is een forensisch medische letselrapportage opgemaakt waarin het letsel dat aangeefster heeft opgelopen aan de binnenzijde van de linker duim en aan de rechter lies wordt beschreven. Toen aangeefster op 23 juli 2021 op de Spoedeisende Hulp is gezien, was er fors bloedverlies en zenuwletsel, en heeft zij direct een specialistische ingreep gehad. Op 26 juli 2021 heeft een tweede specialistische ingreep plaatsgevonden. Op 30 juli 2021 is aangeefster uit het ziekenhuis ontslagen. Voor het herstel van de bloedvaten in het been worden geen problemen voorzien, maar het herstel van het zenuwletsel is lastiger in te schatten.
Verbalisanten [naam 4] en [naam 5] hebben de OK-verslagen van 23 juli 2021 bij het ziekenhuis opgevraagd. Uit deze verslagen heeft [naam 5] , die medisch opgeleid is, afgeleid dat aangeefster door het bloedverlies in een acute levensbedreigende toestand terecht is gekomen. Tijdens de operatie is gebleken dat aangeefster een verwonding had ter hoogte van haar lies waarbij letsel was ontstaan aan beide beenslagaders en de beenader. Verder bleek ook een zenuwtak te zijn doorgesneden. Als aangeefster niet medisch was behandeld, dan was er een zeer grote kans geweest dat zij ten gevolge van overmatig bloedverlies aan haar verwondingen was overleden.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij ruzie had met aangeefster in de auto. Zij heeft kwetsende woorden tegen hem gezegd en zijn familie beledigd. Hij raakte zijn zelfbeheersing kwijt en zwaaide met het mes richting haar knie. Aangeefster stak haar arm uit, en toen heeft hij ook die arm geraakt. Hij heeft gezien dat het bloed uit haar spoot, is geschrokken en is weggerend.
Bewijsverweer en bewijsoverwegingen
Vast staat dat de verdachte aangeefster in haar lies heeft gestoken hetgeen tot een potentieel dodelijke verwonding heeft geleid en dat hij haar daarna met het mes in haar hand heeft geraakt toen zij een tweede steekbeweging afweerde. De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier niet dwingend volgt dat de verdachte vol opzet heeft gehad om aangeefster te doden. De verdachte heeft aangeefster eerder op de dag bedreigd met de dood en hij had een mes bij zich, hetgeen erop zou kunnen wijzen dat hij de bedoeling had aangeefster te doden. Toen aangeefster en de verdachte in de auto zaten, heeft hij echter met het mes in haar been gestoken. Uit het handelen van de verdachte blijkt derhalve onvoldoende van zijn vol opzet. In de eerste plaats hebben de verdachte en aangeefster enige tijd in de auto voor zijn woning zitten praten, wat er niet meteen op duidt dat de verdachte het plan had haar om te brengen. In de tweede plaats duidt het steken in de richting van haar kruis, hoe gevaarlijk ook, niet zonder meer op het opzet iemand te doden. Dan zou steken naar de borst of hals meer voor de hand liggen.
Door aangeefster te steken in de lies is wel de aanmerkelijke kans ontstaan dat zij daaraan zou komen te overlijden. De vraag die de rechtbank nog dient te beantwoorden, is of de verdachte die aanmerkelijke kans heeft aanvaard. Ook daaraan twijfelt de rechtbank niet. Het is een feit van algemene bekendheid dat in het bovenbeen bij de lies slagaders lopen en dat het steken daarin dodelijke gevolgen kan hebben.
De verdachte heeft die kans ook bewust aanvaard, gelet op het navolgende. De rechtbank volgt aangeefster in haar verklaring dat de verdachte met het mes in haar been heen en weer bewogen heeft, ook al ontkent hij dat. Aangeefster heeft zeer gedetailleerd verklaard en haar verklaring wordt op belangrijke onderdelen door andere bewijsmiddelen ondersteund. De verklaring van de verdachte daarentegen is op onderdelen controleerbaar onjuist. Zo heeft hij verklaard dat hij zijn zelfbeheersing is kwijtgeraakt en aangeefster min of meer per ongeluk heeft gestoken met het mes, omdat zij zijn familie beledigde. Uit de uitgewerkte
dashcam-gesprekken blijkt echter dat direct voorafgaand aan het steken niet gesproken werd over de familie van de verdachte. Bovendien heeft hij haar na de eerste steek nog eens willen steken, wat zij heeft kunnen afweren, hetgeen evenmin past bij het verhaal van de verdachte. De rechtbank acht dan ook bewezen dat de verdachte met het mes heen en weer heeft bewogen in het been van aangeefster. Door aldus te handelen – op een plek te steken waar zich vitale slagaderen bevinden en daarbij de verwonding mogelijk te verergeren door het mes heen en weer te bewegen – heeft de verdachte de aanmerkelijke kans op de dood bewust aanvaard.