Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- dagvaarding € 129,74
- griffierecht 128,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze civiele procedure heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 12 oktober 2022 uitspraak gedaan in een zaak tussen de naamloze vennootschap Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken N.V. (hierna: Schade NV) en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De zaak betreft een vaststellingsovereenkomst die op 9 december 2019 is gesloten, waarbij de gedaagde zich verplichtte om een bedrag van € 12.000,- terug te betalen aan Schade NV. Deze terugbetaling was het gevolg van een onterecht betaalde WGA-loonaanvullingsuitkering van € 38.952,80 die Schade NV aan de gedaagde had betaald tussen 1 augustus 2016 en 30 april 2018.
De gedaagde heeft echter niet voldaan aan zijn betalingsverplichtingen, ondanks meerdere betalingsverzoeken en aanmaningen van Schade NV. De gedaagde heeft verzocht om een betalingsregeling, maar dit verzoek werd door Schade NV afgewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in gebreke is gebleven en dat er geen sprake is van schuldeisersverzuim, aangezien Schade NV de voorgestelde betalingsregeling niet heeft geaccepteerd.
De kantonrechter heeft de vordering van Schade NV tot betaling van € 500,00, vermeerderd met rente en kosten, toegewezen. De gedaagde heeft verweer gevoerd, onder andere op basis van financiële onmacht en een beroep op de gedragscode van verzekeraars, maar deze argumenten werden door de kantonrechter verworpen. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 407,74. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.