ECLI:NL:RBLIM:2022:10251
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om extra beloning voor bewindvoerder en mentor in het kader van beschermingsbewind
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 31 oktober 2022 een beschikking gegeven inzake een verzoek om extra beloning voor de bewindvoerder en mentor van een betrokkene. De verzoeker en verzoekster, beiden vennoot van een vennootschap onder firma, vroegen om een beloning voor extra werkzaamheden die zij buiten hun normale taken hebben verricht. De betrokkene, geboren in 1928, is onder bewind gesteld en heeft een mentor toegewezen gekregen vanwege haar lichamelijke en geestelijke toestand. De kantonrechter heeft eerder in 2020 het bewind en mentorschap ingesteld en deze beslissingen zijn later door het hof 's-Hertogenbosch bekrachtigd.
De kantonrechter heeft het verzoek om extra beloning afgewezen, omdat de werkzaamheden van de bewindvoerder en mentor voornamelijk bestonden uit het bijwonen van zittingen en de voorbereiding daarvan, waarvoor zij al een jaarbeloning ontvangen. De kantonrechter benadrukte dat extra beloning alleen mogelijk is in uitzonderlijke omstandigheden, wat in deze zaak niet aan de orde was. De verzoeker en verzoekster hebben weliswaar extra uren genoteerd, maar deze werkzaamheden vielen binnen de reguliere taken die zij als bewindvoerder en mentor moeten uitvoeren. De kantonrechter concludeerde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die een afwijking van de regeling rechtvaardigden.
De beschikking eindigt met de afwijzing van de verzoeken van zowel de bewindvoerder als de mentor, en de mogelijkheid voor hen om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing binnen drie maanden na de uitspraakdatum.