ECLI:NL:RBLIM:2022:1017

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 februari 2022
Publicatiedatum
10 februari 2022
Zaaknummer
C/03/300769 / KG ZA 22-12
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een tussen partijen getroffen regeling als niet-weersproken toegewezen

Op 10 februari 2022 heeft de Rechtbank Limburg in een kort geding uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en gedaagde, waarbij eiser werd vertegenwoordigd door mr. P.M.H. Cruts en gedaagde door mr. J.P.C.M. van Riet. De procedure volgde op een dagvaarding met bijbehorende producties en een mondelinge behandeling die op 3 februari 2021 plaatsvond. De primaire vordering van eiser, die niet werd weersproken door gedaagde, was gericht op de nakoming van afspraken die op 16 november 2021 waren gemaakt tussen partijen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering toewijsbaar is, gezien het ontbreken van verweer van gedaagde.

In de beslissing heeft de voorzieningenrechter gedaagde veroordeeld om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis medewerking te verlenen aan de uitvoering van de gemaakte afspraken. Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 100,-- per dag, met een maximum van € 28.000,--, voor elke dag dat niet aan de veroordeling wordt voldaan. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt. Het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.R. Sijmonsma, die als voorzieningenrechter optrad.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/300769 / KG ZA 22-12
Vonnis in kort geding van 10 februari 2022
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser,
advocaat mr. P.M.H. Cruts;
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. J.P.C.M. van Riet.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 8;
  • de op 3 februari 2021 gehouden mondelinge behandeling.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De primaire vordering ligt, als niet-weersproken, voor toewijzing gereed.
2.2.
Op voorstel van de voorzieningenrechter gaan partijen akkoord met compensatie van de proceskosten, zodat dienovereenkomstig zal worden geoordeeld.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om uiterlijk binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis medewerking te verlenen, dan wel uitvoering te geven aan de door partijen gemaakte afspraken in de door partijen getroffen schikking d.d. 16 november 2021;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een dwangsom van € 100,-- per dag met een maximum van € 28.000,--, voor elke dag of deel daarvan dat [gedaagde] niet voldoet aan de veroordeling onder 3.1.;
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt;
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: MT MT