[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat zij eigenaar is en onderbouwt dit als volgt:
a) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft de tractor op 2 november 2011 gekocht van Mooren Machines B.V en de aankoopfactuur staat op haar naam (productie 2 bij dagvaarding);
b) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft betaald middels een betaling door haar werkmaatschappij [werkmaatschappij] B.V. zoals blijkt uit het bankafschrift (productie 3 bij dagvaarding);
c) De tractor staat in de jaarstukken van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] als bezitting vermeld en hierop wordt jaarlijks afgeschreven (productie 8 bij dagvaarding en nagekomen producties 10 t/m 15 van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] );
d) De tractor is aangeschaft en bij erflater geplaatst zodat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] veulens in opfok kon houden op het weiland van erflater. De opfok ging niet door vanwege gezondheidsproblemen van erflater. De tractor is bij erflater blijven staan. Erflater heeft de tractor voor 2/3 gebruikt en de werkmaatschappijen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voor 1/3;
e) Voorafgaand aan de koop is erflater met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] naar de tractor bij Mooren Machines B.V. gaan kijken op verzoek van [bestuurder] , omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] een kundige monteur is en [bestuurder] daar geen verstand van heeft;
f) De tractor is bij Mooren Machines B.V. door erflater opgehaald, omdat de tractor bij hem zou worden gestald;
g) De tractor is door erflater verzekerd, omdat de tractor bij erflater stond en daar, te weten op het risicoadres, moet worden verzekerd.