ECLI:NL:RBLIM:2022:101

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
3 januari 2022
Publicatiedatum
7 januari 2022
Zaaknummer
C/03/300478 / BZ RK 21/2808
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 3 januari 2022 heeft de Rechtbank Limburg een beschikking gegeven inzake de wijziging van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], die verblijft in de Vincent van Gogh kliniek voor geestelijke gezondheidszorg te Venray. De officier van justitie had op 31 december 2021 verzocht om wijziging van de zorgmachtiging die op 6 december 2021 was afgegeven. De rechtbank heeft de zaak behandeld via telehoren vanwege de COVID-19 maatregelen, waarbij de advocaat van de betrokkene, mr. F.A. Dronkers, en een waarnemend psychiater zijn gehoord. Betrokkene zelf heeft ervoor gekozen niet deel te nemen aan de zitting, maar zijn standpunt via zijn advocaat naar voren laten brengen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerder verleende zorgmachtiging niet langer volstaat en dat er sprake is van een dreigende noodsituatie. Betrokkene, die bekend is met schizofrenie en medicatie-ontrouw, heeft agressief gedrag vertoond en is overgeplaatst naar een gesloten afdeling. De zorgverantwoordelijke heeft tijdelijke maatregelen genomen om de veiligheid van betrokkene en anderen te waarborgen. De rechtbank oordeelt dat de voorgestelde wijziging van de zorgmachtiging, die inhoudt dat er beperkingen worden aangebracht in de vrijheid van betrokkene om zijn leven in te richten, noodzakelijk is om nieuwe psychotische ontregelingen te voorkomen.

De rechtbank heeft besloten de zorgmachtiging te wijzigen en de aanvullende vorm van verplichte zorg toe te staan, die geldt tot en met 6 juni 2022. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter M.A. Teeuwissen en schriftelijk uitgewerkt op 7 januari 2022. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Familie en jeugd
Zaaknummer: C/03/300478 / BZ RK 21/2808
Wijziging Zorgmachtiging
Beschikking van 3 januari 2022 van de rechtbank Limburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het wijzigen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz),
ten aanzien van
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonend te [woonplaats] ,
verblijvende in de Vincent van Gogh kliniek voor ggz te Venray,
hierna te noemen: betrokkene;
advocaat: mr. F.A. Dronkers.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 31 december 2021 heeft de officier van justitie verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, zoals die op 6 december 2021 voor betrokkene is afgegeven.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de beschikking verlening zorgmachtiging van 6 december 2021;
  • het zorgplan van 28 december 2021;
  • de beslissing tijdelijke verplichte zorg van de zorgverantwoordelijke van
28 december 2021;
  • de aanvraag van de zorgverantwoordelijke van 28 december 2021;
  • de brief aan betrokkene met informatie over het verlenen van tijdelijke verplichte zorg van 29 december 2021;
  • de medische verklaring van 29 december 2021;
  • de aanvraag en het advies van de geneesheer-directeur van 30 december 2021;
  • een overzicht met gegevens over eerder verleende machtigingen.
1.2.
Vanwege het Coronavirus (COVID-19) en de beperkte mogelijkheden om tijdens een fysieke zitting ter plaatse afstand te houden, behandelt de rechtbank urgente zaken zoals deze zaak door middel van telehoren. Dat wil zeggen dat betrokkene, de advocaat en de andere procesdeelnemers via een video/telefoonverbinding worden gehoord, om besmettingsrisico tegen te gaan. Door of namens betrokkene is hiertegen geen bezwaar gemaakt.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 3 januari 2022 door middel van telehoren.
De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
  • mr. F.A. Dronkers, advocaat van betrokkene;
  • [naam waarnemend psychiater] , waarnemend psychiater;
  • [naam begeleider] , begeleider.
Betrokkene wilde niet deelnemen aan de zitting en had voorafgaand aan de zitting zijn standpunt aan de advocaat kenbaar gemaakt en hem verzocht dit tijdens de zitting naar voren te brengen.
1.4.
De officier van justitie is niet gehoord.

2.Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van betrokkene is op 6 december 2021 een zorgmachtiging afgegeven. Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, welke door de geneesheer-directeur is ingediend vergezeld van zijn advies hierover, blijkt dat de in deze zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet langer volstaan, waardoor er sprake is van een dreigende noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
Betrokkene is bekend met schizofrenie en met cannabisgebruik. Door medicatie-ontrouw is betrokkene psychotisch ontregeld geraakt en is hij fors agressief geweest. Hierdoor is hij vanuit zijn flat overgeplaatst naar de gesloten afdeling. Momenteel wordt betrokkene opnieuw ingesteld op medicatie. Uit medische controles is gebleken dat er wederom sprake is van medicatie-ontrouw bij betrokkene. Hoewel betrokkene eerder heeft aangegeven afspraken te willen maken met de behandelaren over de medicatie inname en het toezicht daarop, zijn betrouwbare afspraken niet mogelijk gebleken.
Om te voorkomen dat betrokkene op zijn kamer zijn medicatie uitspuugt of ermee smokkelt, is het noodzakelijk dat betrokkene een half uur na de inname van de medicatie in beeld blijft van de verpleging en hem een half uur na inname van de medicatie geen toegang wordt verleend tot zijn kamer.
2.2.
Om deze noodsituatie af te wenden heeft de zorgverantwoordelijke, bij wijze van tijdelijke maatregel, de volgende vorm van verplichte zorg toegepast:
-
het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten.
Gebleken is dat deze vorm van zorg, die niet is opgenomen in de zorgmachtiging, ook na verloop van drie dagen moeten worden voortgezet.
Tijdens de zitting is de vraag gesteld of de eerder verleende vorm van zorg ‘het beperken van de bewegingsvrijheid’ niet reeds voorziet in de mogelijkheid om na medicatie-inname door betrokkene toezicht op hem te houden in de gemeenschappelijke ruimte door de toegangsdeur van zijn kamer op slot te doen. De waarnemend psychiater heeft toegelicht dat het ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ enkel wordt toegepast als zijnde een beperkende maatregel
buiten de afdelingen buiten de muren van de instelling. Bij beperkingen
op de afdelingwordt de vorm van zorg ‘
het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten’toegepast.
2.3.
Gebleken is dat er geen minder bezwarende mogelijkheden zijn die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde gewijzigde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief en veilig. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van deze zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.4.
De advocaat heeft namens betrokkene gesteld dat hij het toepassen van de gevraagde aanvullende vorm van zorg ‘onzin en kinderachtig’ vindt. Betrokkene wil liever overstappen op andere medicatie waarbij hij niet zoveel bijwerkingen ondervindt.
2.5
De rechtbank is van oordeel dat vanuit een ontbrekend ziektebesef en -inzicht met betrokkene geen bestendige afspraken mogelijk zijn en dat ter voorkoming van nieuwe psychotische ontregelingen de aanvullende vorm van zorg zoals verzocht, noodzakelijk is.
Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen, aldus dat de vormen van verplichte zorg worden uitgebreid met
-
het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten,
voor de duur van de lopende zorgmachtiging, en wel tot en met 6 juni 2022.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijzigt de zorgmachtiging van 6 december 2021 verleend ten aanzien van
[betrokkene] ,geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregel kan worden getroffen:
-
het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 6 juni 2022.
Deze beschikking is op 3 januari 2022 mondeling gegeven door mr. M.A. Teeuwissen, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door S.F.C. Egbers-Hoebe als griffier, en op
7 januari 2022 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.