ECLI:NL:RBLIM:2021:9921

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 december 2021
Publicatiedatum
27 december 2021
Zaaknummer
03.005722.03 (TBS)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling en voorwaardelijke beëindiging van verpleging van overheidswege

Op 27 december 2021 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een zaak betreffende de terbeschikkingstelling (tbs) van een verdachte, geboren in 1966. De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie om de tbs met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaar en de verpleging voorwaardelijk te beëindigen, toegewezen. De verdachte is ter beschikking gesteld na een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 31 januari 2005, waarbij hij werd veroordeeld voor viervoudige moord. De tbs is sindsdien meerdere keren verlengd, met de laatste verlenging op 14 december 2020. De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de rapportages van deskundigen en de reclassering, die aangaven dat de verdachte zich positief heeft ontwikkeld en dat het recidiverisico laag tot matig is. De rechtbank oordeelde dat de verdachte klaar is voor de volgende stap in zijn resocialisatie en dat de voorwaarden voor de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging haalbaar zijn. De rechtbank heeft de voorwaarden voor de beëindiging van de verpleging vastgesteld, waaronder het volgen van behandeling, het vermijden van contact met de media en het naleven van afspraken met de reclassering. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van de samenleving, waarbij de rechtbank het gevaar voor de veiligheid van anderen als nog steeds aanwezig beschouwde, maar voldoende beheersbaar onder toezicht van de reclassering.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.005722.03 (TBS)
Datum uitspraak : 27 december 2021
Tegenspraak
Beslissing van de meervoudige kamer op een vordering van het openbaar ministerie in het arrondissement Limburg
in het kader van de terbeschikkingstelling van:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966,
wonende te [adresgegevens verdachte] ,
hierna te noemen [verdachte] .
Raadsman is mr. A.R. Ytsma, advocaat kantoorhoudende te Haarlem.

1.De stukken

In het dossier bevinden zich onder andere:
  • de vordering van de officier van justitie d.d. 9 november 2021, ingekomen ter griffie van de rechtbank op 9 november 2021;
  • het advies van [naam behandelcoördinator] (behandelcoördinator) en [naam psychiater] (psychiater, directeur behandelzaken en plaatsvervangend hoofd) verbonden aan FPC Dr. S. van Mesdag d.d. 20 oktober 2021;
  • de omtrent [verdachte] gehouden wettelijke aantekeningen over de periode van 2 juni 2020 tot en met 7 oktober 2021;
- het reclasseringsadvies ‘Tbs voorwaardelijke beëindiging dwangverpleging’ van
[naam reclasseringswerker] (reclasseringswerker) en [naam unitmanager] (unitmanager), verbonden aan Reclassering Nederland, Advies en Toezichtunit 8 Midden-Noord d.d.
10 november 2021;
- de beslissing van deze rechtbank d.d. 14 december 2020, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met één jaar is verlengd;
- het arrest van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 31 januari 2005, waarbij de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is opgelegd.
De schriftelijke vordering van de officier van justitie houdt in dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met verpleging van overheidswege zal verlengen voor de duur van een jaar.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch d.d. 31 januari 2005 is [verdachte]
ter beschikking gesteld en is bevolen dat hij van overheidswege zal worden verpleegd. De tbs is opgelegd ter zake van moord (viervoudig), terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eiste.
De hiervoor genoemde delicten betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De termijn van de tbs is gaan lopen op 21 december 2010.
De tbs is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank d.d. 14 december 2020, met een jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie is behandeld ter openbare zitting van deze rechtbank van 13 december 2021. Ter zitting zijn gehoord de officier van justitie, [verdachte]
, zijn raadsman en, als deskundigen, [naam behandelcoördinator] , als behandelcoördinator verbonden aan FPC Dr. S. van Mesdag, en [naam reclasseringswerker] , als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland.
[verdachte] en deskundige [naam reclasseringswerker] zijn via een telefonische verbinding gehoord.

3.Het standpunt van de instelling

In het verlengingsadvies van de instelling is onder meer het navolgende vermeld:
Bij betrokkene is sprake van een narcistische persoonlijkheidsstoornis met obsessief compulsieve persoonlijkheidstrekken en een depressieve stoornis die thans in langdurige remissie is.
De Pro-Justitiarapportages spreken over een andere gespecificeerde persoonlijkheids-stoornis met narcistische en obsessieve trekken, waarschijnlijk gedeeltelijk in remissie. De kliniek neemt deze diagnose op dit moment niet over, hanteert een narcistische persoonlijkheidsstoornis met obsessief compulsieve persoonlijkheidstrekken, en acht het van belang te toetsen of in een kader met minder structuur en begeleiding de persoonlijkheids-problematiek daadwerkelijk is verbleekt.
In de afgelopen periode wordt gezien dat de problematiek minder scherp op de voorgrond staat, dat hij vaardigheden probeert toe te passen om minder controle uit te oefenen op zijn omgeving en meer kwetsbare kanten te laten zien. Als de spanning wat toeneemt, of zich situaties voordoen die nieuw zijn, neemt de controlebehoefte en impulsiviteit toe. Het blijft evenwel een valkuil van betrokkene waar nog geruime tijd aandacht voor zal moeten blijven bestaan. Het behandelteam heeft niet de verwachting dat deze risicofactor in zijn volledigheid verdwijnt. Echter stelt betrokkene zich begeleidbaar op, waarbij er tijdig ingegrepen/bijgestuurd kan worden.
Het recidiverisico in geval van voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging is laag tot matig en in het geval van beëindiging van toezicht of maatregel is dit matig tot hoog.
Geadviseerd wordt de tbs te verlengen met twee jaar en de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen.
De deskundige [naam behandelcoördinator] heeft ter zitting aanvullend naar voren gebracht - zakelijk weergegeven -:
De kliniek kan zich vinden in het advies van de reclassering tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. De reclassering begeleidt [verdachte] nu ruim
twee maanden in het kader van het proefverlof. Dit verloopt naar wens en de risicofactoren zijn in beeld. In deze periode is ook de behandeling in feite al overgegaan van de kliniek naar ForFact. Bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging is de kliniek ook formeel helemaal uit beeld en daar is het nu ook tijd voor.

4.Het standpunt van de reclassering

In het advies van de reclassering is onder meer het navolgende vermeld:
De reclassering heeft nu bijna anderhalf jaar contact met betrokkene en heeft hem leren kennen als een man die geprofiteerd heeft van de tien jaar tbs-behandeling, verder wil met zijn leven en er nog wat van wil maken. De pathologie van betrokkene is bewerkt door de behandeling, maar is gedeeltelijk nog altijd aanwezig en dat zal gedurende de rest van zijn leven waarschijnlijk ook zo blijven. Hij heeft een sterke hang naar autonomie en zelfstandigheid, maar beseft aan de andere kant goed dat hij de stappen van de tbs-maatregel moet doorlopen en zich zal moeten schikken. Tijdens de tbs-behandeling heeft hij inzicht in zijn persoonlijkheidsproblematiek gekregen en geleerd zijn emoties te herkennen en beter te doorvoelen. Hij is van nature plichtsgetrouw en doet zijn best om goed met de reclassering en de kliniek te overleggen. Zijn toekomstplannen en wensen richting werk zijn soms onrealistisch (bij een schietbaan werken) of te hoog gegrepen (jongerenwerker), maar dat accepteert hij na uitleg van de reclassering. Het is prijzenswaardig dat betrokkene zijn toekomstwensen en dromen (airsoften, bij een sportschool werken) blijft bespreken, ook al is hij bang voor een negatieve reactie van de reclassering.
Het uitstoomproces gaat gepaard met gevoelens van krenking, maar dat heeft geenszins geleid tot delictgerelateerd gedrag of anderszins problematisch handelen. Betrokkene bewoont zijn woning zonder problemen en het proefverlof is toegekend. De reclassering heeft vanwege de ernst van het delict en de maatschappelijke gevoeligheid bij de start van het toezicht twee reclasseringswerkers ingezet. Gezien het positieve en rustige verloop van het toezicht is dit na een jaar afgeschaald naar één toezichthouder.
De reclassering is van mening dat de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging gezien het lage hooguit laag-matige risico en het positieve verloop van het toezicht tot nu toe, een verantwoorde vervolgstap in het resocialisatietraject is. De reclassering kan vorm en inhoud aan het kader van de voorwaardelijke beëindiging geven. Er is overeenstemming over de voorwaarden en betrokkene heeft zich bereid verklaard om zich aan de voorwaarden te houden.
Geadviseerd wordt de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen.
De deskundige [naam reclasseringswerker] heeft ter zitting aanvullend naar voren gebracht - zakelijk weergegeven -:
De samenwerking met [verdachte] verloopt goed en er is sprake van een open communicatie. Hij ziet in dat sommige toekomstplannen maatschappelijk gevoelig kunnen liggen en geeft daarbij aan dat hij geen stappen zet zonder overleg en goedkeuring
van de reclassering.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De schriftelijke vordering van de officier van justitie houdt in dat de rechtbank de tbs met verpleging van overheidswege zal verlengen met een jaar. Ter zitting heeft de officier van justitie de vordering gewijzigd in die zin dat zij thans heeft gevorderd de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen en de tbs-maatregel te verlengen met twee jaar. Omdat niet te verwachten is dat de tbs over een jaar beëindigd wordt, is een verlenging van twee jaar aangewezen. Indien de reclassering daartoe reden ziet, is het mogelijk om tussentijds te verzoeken om wijziging van voorwaarden.

6.Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman

[verdachte] heeft aangevoerd dat het goed gaat met hem en dat het zelfstandig wonen hem bevalt. Hij is klaar voor de volgende stap en is ook bereid om zich aan alle voorwaarden te houden.
De raadsman heeft naar voren gebracht dat op basis van de adviezen van de deskundigen de verpleging van overheidswege voorwaardelijk dient de worden beëindigd en dat een verlenging van de tbs met een jaar verantwoord is. Het is een maatschappelijk uiterst gevoelige casus en een verlenging met een jaar zorgt voor een extra toetsmoment waarbij voorwaarden aangepast zouden kunnen worden.

7.De beoordeling

De rechtbank dient te beoordelen of het gevaar voor de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen nog steeds vereist dat de tbs wordt verlengd.
Uit de rapportages en het verhandelde ter zitting volgt naar het oordeel van de rechtbank dat er bij [verdachte] sprake is van problematiek die zodanig is dat nog steeds sprake is van een matig tot hoog recidiverisico bij beëindiging van de tbs. De rechtbank is van oordeel dat daarmee wordt voldaan aan het gevaarscriterium en dat dit juridische kader vooralsnog noodzakelijk blijft.
De vraag waar de rechtbank zich vervolgens voor gesteld ziet is of de tbs dient te worden verlengd met een termijn van één of twee jaar en of de verpleging van overheidswege al dan niet voorwaardelijk dient te worden beëindigd.
De rechtbank overweegt dat uit voornoemde rapportages en het verhandelde ter zitting blijkt dat [verdachte] toe is aan de volgende stap in zijn resocialisatiefase en dat die stap ook verantwoord is. Met de juiste professionele ondersteuning en door middel van het stellen én naleven van voorwaarden kan het recidiverisico worden gehouden op een aanvaardbaar niveau. In het kader van de voorwaardelijke beëindiging kan deze ondersteuning aan [verdachte] worden gegeven. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de gevaarzetting van [verdachte] - mede gelet op de inhoud van de geformuleerde voorwaarden - in afdoende mate kan worden beheerst onder toezicht van de reclassering. De rechtbank heeft in dit oordeel mede betrokken dat [verdachte] te kennen heeft gegeven dat hij de voorgestelde voorwaarden na zal leven en dat hij in de afgelopen periode ook reeds heeft laten zien dat hij in staat is om zich aan de in dat kader gemaakte afspraken te houden. De voorwaarden die zullen worden verbonden aan de beëindiging van de verpleging zijn immers gelijk aan de voorwaarden die nu gelden tijdens het proefverlof. Gelet hierop zal de rechtbank de verpleging van overheidswege van [verdachte] voorwaardelijk beëindigen. De rechtbank zal daarbij de door de reclassering in het advies ‘Tbs voorwaardelijke beëindiging dwangverpleging’ d.d. 10 november 2021 geformuleerde voorwaarden overnemen.
Een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege betekent dat het traject onder begeleiding van de reclassering voortgezet wordt en dat dit kader meer vrijheden zal bieden aan de ter beschikking gestelde. [verdachte] heeft optimaal geprofiteerd van de in de kliniek aangeboden behandelingen. Alle mogelijke interventies zijn reeds ingezet, momenteel wordt al volledig ingestoken op resocialisatie.
Hij zal nu in een losser kader zijn weg moeten zien te vinden. De kliniek heeft duidelijk aangegeven dat het van belang is om toetsen of in een kader met minder structuur en begeleiding de persoonlijkheids-problematiek daadwerkelijk is verbleekt. Het betreft dus een belangrijke fase waarbij [verdachte] kan laten zien hoe hij zich ontwikkelt buiten het toezicht van de kliniek en waarbij hij mogelijk ook voor de nodige uitdagingen kan komen te staan. Om dit traject op een verantwoorde manier te laten plaatsvinden is het van belang dat er rust is en dat er stapsgewijs verder gewerkt wordt aan het vormgeven van een leven in de maatschappij. Gelet hierop zal een beëindiging van de tbs over een jaar zeker niet te verwachten zijn. De rechtbank is daarom van oordeel dat een verlenging van de tbs met voorwaarden met een termijn van twee jaar geïndiceerd is. Indien de reclassering daartoe noodzaak ziet, kan tussentijds verzocht worden om een wijziging van voorwaarden.
De rechtbank zal de vordering van de officier van justitie toewijzen.

8.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de termijn gedurende welke [verdachte] ter beschikking is gesteld met twee jaar;
- bepaalt dat de verpleging van overheidswege voorwaardelijk zal worden beëindigd;
- stelt daaraan de hierna te noemen voorwaarden;
de ter beschikking gestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
de ter beschikking gestelde verleent medewerking ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
de ter beschikking gestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
a. de ter beschikking gestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
b. de ter beschikking gestelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de ter beschikking gestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
c. de ter beschikking gestelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn/haar gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
d. de ter beschikking gestelde werkt mee aan huisbezoeken;
e. de ter beschikking gestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
f. de ter beschikking gestelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
g. de ter beschikking gestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de ter beschikking gestelde, als dat van belang is voor het toezicht;
4. de ter beschikking gestelde laat zich behandelen door AFPN of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen en het volgen van systeemtherapie kan onderdeel zijn van de behandeling;
5. de ter beschikking gestelde gebruikt geen anabole steroïde en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urine en/of bloedonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de ter beschikking gestelde wordt gecontroleerd;
6. de ter beschikking gestelde woont zelfstandig in een huurwoning en verandert niet van adres zonder toestemming van de reclassering;
7. de ter beschikking gestelde heeft geen contact met de media. De ter beschikking gestelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit te voorkomen en stelt de reclassering op de hoogte als de media met hem in contact probeert te komen;
8. de ter beschikking gestelde gebruikt geen Social Media (zoals Facebook of Instagram) onder zijn eigen naam. De ter beschikking gestelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit te voorkomen. Het toezicht op deze voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van computers en andere apparatuur. De ter beschikking gestelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek;
9. de ter beschikking gestelde geeft openheid over zijn sociale/familiecontacten die hij onderhoudt. Indien de reclassering dat nodig vindt, geeft de ter beschikking gestelde de reclassering toestemming om contact te hebben met deze personen;
10. de ter beschikking gestelde heeft een dagbesteding van minstens 24 uur per week en verandert niet van dagbesteding zonder toestemming van de reclassering;
11. de ter beschikking gestelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën;
12. de ter beschikking gestelde bevindt zich niet in de provincie Limburg, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De politie ziet toe op handhaving van dit locatieverbod;
- geeft Reclassering Nederland, Advies en Toezichtunit 8 Midden-Noord opdracht [verdachte] bij de naleving van de hierna te noemen voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Deze beslissing is gegeven door mr. S.A.M.C. van de Winkel, voorzitter,
mr. M.J.H. van den Hombergh en mr. N.P.J. van de Pasch, rechters, in tegenwoordigheid van
mr. N. Geene, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 27 december 2021.