In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Limburg, gedateerd 24 december 2021, wordt de weigering van een doelgroepverklaring loonkostenvoordeel (LKV) door de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) beoordeeld. De eiseres, [naam BV] B.V., had een aanvraag ingediend voor een doelgroepverklaring LKV, maar deze was afgewezen omdat de aanvraag na de wettelijke termijn van drie maanden na het ontstaan van de dienstbetrekking was ingediend. De rechtbank oordeelt dat hoewel de wet een harde termijn stelt, er in dit specifieke geval ruimte is om van deze termijn af te wijken. Dit is gebaseerd op de omstandigheden dat de nieuwe dienstbetrekking voortkwam uit een wijziging van de rechtsvorm van de werkgever en dat er eerder al een doelgroepverklaring was toegekend voor de vorige dienstbetrekking. De rechtbank concludeert dat het UWV de afwijzing onvoldoende heeft gemotiveerd en dat het aan hen is om te beoordelen of de ruimte om van de termijn af te wijken, benut kan worden. De rechtbank draagt het UWV op om binnen vier weken te reageren op deze tussenuitspraak en binnen acht weken het motiveringsgebrek te herstellen. De verdere beslissing wordt aangehouden tot de einduitspraak op het beroep.