Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[verzoekende partij]
[naam onderbewindgestelde],wonend in
( [postcode 1] ) [woonplaats]aan de [adres 1]
1.De procedure
- het op 26 oktober 2021 ter griffie ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
- de op 9 november 2021 ter griffie ontvangen brief d.d. 8 november 2021 van [naam] namens het kantoor van de in rechte aangesproken bewindvoerster ( [handelsnaam] ), in welk stuk verzocht is om de zaak schriftelijk af te handelen, terwijl verder van schriftelijk verweer afgezien is;
- de rolbeslissing d.d. 10 november 2021 waarin aan [verwerende partij] te kennen gegeven is dat de zitting op 24 november 2021 conform de planning doorgang zou vinden;
- de mondelinge behandeling ter zitting van 24 november 2021, waar [verwerende partij] noch [naam onderbewindgestelde] zich alsnog aangemeld heeft om verweer te voeren, zodat tegen de niet-verschenen [verwerende partij] verstek verleend is.
2.De feiten
Geachte heer [naam onderbewindgestelde] ,
Geachte heer [naam onderbewindgestelde] ,
Geen deskundigenoordeel