ECLI:NL:RBLIM:2021:978

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 februari 2021
Publicatiedatum
5 februari 2021
Zaaknummer
04 8670169
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen voor uitgevoerde werkzaamheden in het kader van een aannemingsovereenkomst

In deze zaak vordert de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Pevo-Van Montfort Elektro B.V. betaling van onbetaalde facturen door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Ixpando B.V. Pevo heeft in opdracht van Ixpando werkzaamheden verricht en materialen geleverd, maar een deel van de facturen is onbetaald gebleven. De vordering bedraagt € 3.344,55, inclusief hoofdsom, buitengerechtelijke kosten en handelsrente. Ixpando heeft de vordering betwist, maar heeft onvoldoende onderbouwd waarom de facturen niet betaald zijn. De kantonrechter oordeelt dat Pevo voldoende bewijs heeft geleverd van de opdracht en de verrichte werkzaamheden. De kantonrechter wijst de vordering toe en veroordeelt Ixpando tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en proceskosten. De uitspraak is gedaan op 10 februari 2021.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 8670169 \ CV EXPL 20-3630
Vonnis van de kantonrechter van 10 februari 2021
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PEVO-VAN MONTFORT ELEKTRO B.V.,
gevestigd te Herten, gemeente Roermond,
eisende partij,
gemachtigde Deurwaarderskantoor Van de Pas & Partners B.V. Weert,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid IXPANDO B.V.,
gevestigd te Limbricht, gemeente Sittard-Geleen,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. W.J. Dols,
rolgemachtigde C.M. Eussen

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek tevens houdende vermindering van eis
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Pevo heeft in opdracht en voor rekening van Ixpando werkzaamheden verricht en materialen geleverd bij de familie [naam familie] . Er is een totaalbedrag van € 6.672,56 in rekening gebracht. Van dat totaalbedrag is € 4.119,89 betaald en een bedrag van € 2.552,67 is onbetaald gebleven.

3.Het geschil

3.1.
Pevo vordert - samengevat en na vermindering van eis - veroordeling van Ixpando tot betaling van € 3.344,55 (€ 2.316,74 aan hoofdsom, € 347,51 aan buitengerechtelijke kosten en € 680,30 aan handelsrente), vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Pevo stelt ter onderbouwing van haar vordering het volgende:
Zij heeft als hoofdaannemer ten behoeve van de familie [naam familie] werkzaamheden verricht. Van het totaal overeengekomen bedrag van € 10.527,00 is een bedrag van € 4.410,80 niet betaald. Er is op verzoek van Ixpando ook meerwerk verricht. Ter onderbouwing legt Pevo de betreffende offertes over. Op 28 juli 2017 is nog eens op verzoek van Ixpando meerwerk verricht aan de warmtepomp bij de familie [naam familie] . Ter onderbouwing legt Pevo de ondertekende werkbon en de factuur d.d. 30 juli 217 ad € 200,71 over. In totaal bedragen de kosten voor het meerwerk € 4.495,62. Ter zake [naam familie] was Ixpando daarom € 4.410,80 en € 449,5,62 = € 8.706,42 verschuldigd. Er is € 7.000,00 betaald, zodat resteert te betalen € 1.706,42.
De heer [naam 1] is akkoord gegaan met alle offertes en de werkzaamheden zijn naar behoren verricht. Pevo legt de oplevering en gereedmelding d.d. 20 oktober 2017 met bijbehorende revisiebescheiden en garantieverklaring over.
In de basisofferte is uitdrukkelijk vermeld dat het leveren en monteren van verlichtingsarmaturen niet is inbegrepen.
3.3.
Verder stelt Pevo dat Ixpando akkoord is gegaan met de offerte voor het (laten) aanleggen van zonnepanelen op de woning van [naam familie] aan de [adres] te [plaats] . De werkzaamheden zouden plaatsvinden op 13 februari 2017 door de firma Xperal BV. Ixpando heeft laten weten dat de dakdekker de voorbereidende zaken per vrijdag 10 februari 2017 zou uitvoeren, maar dit is niet gebeurd. De monteurs zijn op 13 februari 2017 naar [plaats] afgereisd, maar hebben hun werkzaamheden niet kunnen uitvoeren. Xperial BV heeft Pevo belast met de reis- en kilometervergoeding ad € 610,32. Pevo heeft deze kosten doorbelast aan Ixpando.
3.4.
Om haar moverende redenen vermindert Pevo haar vordering met € 235,80 (factuurnummer [cijferreeks] ).
3.5.
Ixpando erkent het bestaan van de overeenkomsten, zoals overgelegd met de eerste drie producties bij dagvaarding. Ixpando voert aan dat Pevo niet onderbouwt en motiveert waarom de gestelde bedragen niet betaald zijn. Verder zijn er werkzaamheden gedeclareerd die niet zijn uitgevoerd dan wel geen meerwerk waren. Ixpando heeft in maart 2018 schriftelijk gevraagd om daarover in gesprek te gaan, maar zij heeft niets vernomen van Pevo.
3.6.
Betreffende het werk [naam familie] zijn een aantal werkzaamheden niet uitgevoerd. Het gaat hierbij om het werk in de meterkast, de entree, de woonkamer, de slaapkamer, aan de warmtepomp en de vloerverwarming, aan zogenoemde trimless spots, buitenarmaturen en opbouwarmaturen. Gelet op de tijd die verstreken is, is het onmogelijk een exacte specificatie van het niet uitgevoerde werk te geven.
Voor het werk conform de producties 14 en 15 bij dagvaarding is nooit opdracht verstrekt.
De factuur voor het tevergeefs sturen van monteurs is niet eerder ontvangen. Eerst in deze procedure heeft Ixpando deze factuur gezien.
3.7.
Subsidiair voert Ixpando aan dat de vordering op grond van de redelijkheid en billijkheid moet worden afgewezen. Omdat Pevo gedurende meer dan drie jaar niet reageerde mag en moet er van uitgegaan worden dat er wilsovereenstemming was bereikt en dat Ixpando niets meer hoefde te betalen. Tot slot geldt dat geen vergoeding van de wettelijke handelsrente is overeengekomen, terwijl het aan rente gevorderde bedrag bij repliek is verhoogd.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Pevo vordert in deze procedure betaling van de nog openstaande facturen. De kantonrechter is van oordeel dat deze vordering moet worden toegewezen op grond van het volgende.
4.2.
Pevo heeft in haar conclusie van repliek haar vordering verminderd. Hoewel zij inderdaad aan het einde van die conclusie persisteert, zal de kantonrechter toch van een verminderde vordering uitgaan, omdat dit kennelijk de bedoeling is van Pevo en verder niet in het nadeel is van Ixpando. Het verweer van Ixpando dat de wettelijke handelsrente niet is overeengekomen en dat deze nevenvordering bovendien wordt verhoogd in de conclusie van repliek, schuift de kantonrechter aan de kant. Er is sprake van een handelsovereenkomst dan wel een dienst, zodat de wettelijke handelsrente ex artikel 119a BW verschuldigd is. Er is geen sprake van een verhoging van die gevorderde rente. In de dagvaarding wordt immers betaling van € 660,57 ter zake van rente gevorderd en de wettelijke handelsrente vanaf 14 juli 2020. Bij repliek vordert Pevo € 680,30 aan rente tot en met 18 november 2020. De kantonrechter gaat ervan uit dat het verhoogde bedrag is toe te rekenen aan het tijdsverloop tussen 14 juli 2020 en 18 november 2020. In elk geval heeft Ixpando hiertegen geen gemotiveerd verweer gevoerd.
4.3.
Verder is het aan Ixpando om onderbouwd en gemotiveerd verweer te voeren tegen de vordering en de daaraan ten grondslag liggende stellingen van Pevo. Dit heeft Ixpando niet, althans in onvoldoende mate voldaan. Het in de conclusie van antwoord opgenomen en telkens herhaalde verweer dat iedere uitleg en motivering waarom de factuur niet betaald zou zijn ontbreekt, is niet ter zake doend. Het is juist aan Ixpando om - desverkiezend - aan te tonen dat de facturen wél zijn betaald.
4.4.
Ixpando voert verder aan dat een aantal gefactureerde werkzaamheden niet zijn uitgevoerd. Dit verweer is niet voldoende geconcretiseerd. De vermelding dat het om werkzaamheden gaat zoals vermeld in rechtsoverweging 3.6. is geen deugdelijke onderbouwing van dit verweer. Ook blijkt niet dat Ixpando eerder op deugdelijk manier heeft geprotesteerd tegen de facturen en de daarop vermelde werkzaamheden. Het vragen om een gesprek kan in elk geval niet als een deugdelijk bezwaar worden aangemerkt.
4.5.
Het verweer van Ixpando houdt ook nog in dat de offertes gericht zijn aan de familie [naam familie] . Ook dit verweer baat Ixpando niet. Pevo heeft gesteld dat zij als hoofdaannemer deze offertes heeft uitgebracht. Dit heeft Ixpando niet betwist. Het is inderdaad juist dat deze offertes aan de familie [naam familie] gericht zijn. In een e-mail van 27 juni 2017 (productie 9 bij conclusie van repliek) vraagt Pevo om een schriftelijke opdracht voor de offerte [cijferreeks] (welke offerte is gericht aan de familie [naam familie] ), alsmede voor de basis offerte en de reeds uitgebrachte meer/minder werken. Volgens die e-mail zijn de offertes met nummer [cijferreeks] en [cijferreeks] bijgevoegd. Bij e-mail van 12 juli 2017 herhaalt Pevo dat er opdracht moet worden gegeven. Bij e-mail van 16 juli 2017 reageert de heer [naam 1] dat akkoord wordt gegaan met de offerte, waarbij de opmerkingen van de heer [naam 2] deel moeten uitmaken van de opdracht.
4.6.
Uit het voorgaande blijkt daarom dat er opdracht is gegeven voor het verrichten van de werkzaamheden. Ook staat vast dat Ixpando de facturen grotendeels heeft betaald. Dit wordt ook als een erkenning van de opdracht en de daaruit voortvloeiende facturen aangemerkt. Zoals in rechtsoverwegingen 4.2. en 4.3. al is aangegeven, heeft Ixpando niet gemotiveerd en onderbouwd aangegeven waarom zij het restant van facturen niet behoeft te betalen.
4.7.
Ixpando stelt verder de factuur voor het tevergeefs sturen van de monteurs niet eerder te hebben gezien. Zij betwist niet dat de monteurs inderdaad onverrichterzake zijn vertrokken omdat de werkzaamheden niet uitgevoerd konden worden.
De kantonrechter verwijst naar de bij productie 7 bij dagvaarding overgelegde incasso-opdracht d.d. 30 juli 2017, gericht aan Ixpando. In deze brief wordt melding gemaakt van de betreffende factuur. Dit heeft echter niet tot betaling geleid.
4.8.
Gelet op voorgaande overwegingen wordt het primaire verweer van Ixpando verworpen. Dit geldt ook voor het subsidiair gevoerde verweer. Er is sprake van rechtsverwerking als een schuldeiser zich dusdanig heeft gedragen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is als hij nog een beroep op enig recht doet. Van onverenigbaarheid is sprake in twee gevallen: als de schuldeiser bij de schuldenaar het gerechtvaardigde vertrouwen heeft gewekt dat de schuldeiser zijn vorderingsrecht niet meer te gelden zou maken en als de schuldenaar onredelijk wordt benadeeld of bezwaard indien de schuldeiser nog een beroep doet op zijn recht. De kantonrechter is van oordeel dat van het een noch het ander sprake is. Het enkele tijdsverloop (“lang stilzitten”) tussen het ontstaan van een vorderingsrecht en het inroepen hiervan, is in ieder geval op zich onvoldoende om rechtsverwerking aan te nemen.
4.8.
Nu het verweer is verworpen, kan de verminderde vordering van Pevo worden toegewezen. De kantonrechter passeert het in algemene bewoordingen gedane bewijsaanbod. Weliswaar benoemt Ixpando twee getuigen, maar zij verzuimt aan te geven op welke (relevante) punten deze concreet kunnen verklaren.
4.9.
Ixpando wordt tot slot als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Pevo worden begroot op:
  • dagvaarding € 87,99
  • griffierecht 499,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 1.006,99
4.10.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Ixpando om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Pevo te betalen een bedrag van € 3.344,55, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 2.316,87 vanaf 18 november 2020 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Ixpando in de proceskosten aan de zijde van Pevo gevallen en tot op heden begroot op € 1.006,99,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M.P. Brouns en in het openbaar uitgesproken.
type: PLG
coll: