Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 5 november 2020, met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie, met producties,
- het tussenvonnis van 27 januari 2021 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- de akte in geding brengen producties van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ten behoeve van de mondelinge behandeling,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 10 juni 2021, met aangehecht de spreekaantekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
- de brief van 21 juni 2021 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
- de brief van 22 juni 2021 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
2.De feiten
- het werk [naam 1] te [plaats 1] (nieuwbouw woonhuis) voor een aanneemsom van € 161.270 ex btw, vermeerderd met meerwerk ad € 13.622 (€ 14.422 minus € 800 terzake niet opgedragen noch uitgevoerd meerwerk betreffende de muur W1) en € 4.376,00.
- het werk [naam 2] te [plaats 2] (nieuwbouw woonhuis) voor een aanneemsom van
- het werk [naam 3] (nieuwbouw woonhuis) voor een aanneemsom van € 51.048 ex btw.
3.Het geschil
in conventie en in reconventie
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
5.De beslissing
19 januari 2022, waarna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vier weken de tijd heeft om bij akte te reageren,
19 januari 2022, waarna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vier weken de tijd heeft om bij akte te reageren,