Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 t/m 12,
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring met producties 1 t/m 4.
2.Het geschilin de hoofdzaak2.1. [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] stelt dat zij als intermediair een metselaar aan [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] ter beschikking heeft gesteld. Volgens [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] betwist [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] de inzet van de metselaar niet, maar stelt [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] zich op het standpunt dat de kosten van de metselaar reeds zijn meegenomen in een vaststellingsovereenkomst die [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] met [naam bestuurder met echtgenote] heeft gesloten. [naam bestuurder] was de bestuurder van [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] (productie 7 bij dagvaarding). [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
3.De beoordeling in het incident
4.De beslissing
26 januari 2022voor conclusie van antwoord alsmede voor opgave verhinderdata aan de zijde van beide partijen voor een mondelinge behandeling in de periode 1 mei 2022 tot en met 30 september 2022.