Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 januari 2021 met de producties 1 tot en met 10,
- de conclusie van antwoord zonder producties,
- de akte nadere producties van [eiser] met de producties (eveneens) genummerd 9 en 10,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 15 november 2021.
2.De feiten
6. De voorgevel tussen [adres 2] en [adres 1] is in eigendom van [adres 4] vanaf
3.Het geschil
- samengevat - hoofdelijk veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] :
4.De beoordeling
Waarbij de nadrukkelijke opmerking verdient dat het gaat om een doorgang van 90 centimeter”. Een doorgang is niet alleen de ruimte (passage) achter de poort tussen de schutting en de muur van [adres 1] , maar daarvan maken ook deel uit de openingen die (vanaf de straatzijde en het eigen erf) toegang tot die passage bieden. [eiser] heeft gesteld dat aan de straatzijde sprake is van een opening van slechts 77 centimeter en dat ook geen deur in de poort kan worden gerealiseerd die (wanneer de deur open staat) een doorgang van 90 centimeter toelaat. Indien die stelling juist is, is de rechtbank van oordeel dat [eiser] terecht heeft gesteld dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] de schutting niet conform artikel 6 van de vaststellingsovereenkomst hebben verplaatst. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben echter gemotiveerd betwist dat er vanaf de straatzijde geen doorgang van 90 centimeter zou zijn.
5.De beslissing
26 januari 2022voor uitlating door [eiser] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden april tot en met juli 2022 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,