In deze zaak vordert de eiser, een huurder, schadevergoeding van de stichting ZOwonen als gevolg van een leidingbreuk in de gehuurde woning. De leidingbreuk heeft geleid tot waterschade, waardoor de eiser tijdelijk moest verhuizen naar een andere woning. De eiser heeft een aantal schadeposten ingediend, waaronder kosten voor verloren of beschadigde eigendommen en herstelwerkzaamheden. ZOwonen erkent een deel van de schade, maar betwist de hoogte van de overige vorderingen. De kantonrechter heeft de vordering beoordeeld en vastgesteld dat de eiser recht heeft op een gedeeltelijke schadevergoeding. De kantonrechter heeft de schadeposten beoordeeld aan de hand van de wettelijke bepalingen en heeft geoordeeld dat de eiser recht heeft op een vergoeding van een deel van de gevorderde schade, terwijl andere delen van de vordering zijn afgewezen. De proceskosten zijn toegewezen aan de eiser, aangezien ZOwonen grotendeels in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.