ECLI:NL:RBLIM:2021:9585

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 december 2021
Publicatiedatum
17 december 2021
Zaaknummer
C/03/274769 / HA ZA 20-116
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in verzet met verzoek tot verstrekken informatie en voortzetting mondelinge behandeling

Op 1 december 2021 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis in verzet gewezen in de zaak tussen [eiser, gedaagde in het verzet] en [gedaagde, eiseres in het verzet]. De procedure betreft een geschil over de levering van een opslagterrein, dat op 8 augustus 2003 is geleverd aan [gedaagde, eiseres in het verzet] door [eiser, gedaagde in het verzet]. De rechtbank heeft eerder in een vonnis van 15 januari 2014 geoordeeld dat de overeenkomst van 12 augustus 2003 als koopovereenkomst moet worden aangemerkt. In het huidige vonnis heeft de rechtbank de mondelinge behandeling voortgezet en partijen verzocht om aanvullende informatie te verstrekken, waaronder notariële volmachten en bewijsstukken van betalingen. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling en verzoekt partijen om hun verhinderdata op te geven voor een nieuwe zitting in 2022. De rechtbank heeft de partijen opgedragen om in persoon aanwezig te zijn bij de volgende zitting, waarbij hun advocaten hen bijstaan. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. W.E. Elzinga.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/274769 / HA ZA 20-116
Vonnis in verzet van 1 december 2021
in de zaak van
[eiser, gedaagde in het verzet],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser,
gedaagde in het verzet,
advocaat mr. B.M.M. Hepkema te Maastricht,
tegen
[gedaagde, eiseres in het verzet],
wonende in [woonplaats 2] ,
gedaagde,
eiseres in het verzet,
advocaat mr. R.G.P. Voragen te Heerlen.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als [eiser, gedaagde in het verzet] , respectievelijk [gedaagde, eiseres in het verzet] .

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- - het door deze rechtbank op 15 januari 2015 tussen [eiser, gedaagde in het verzet] en [gedaagde, eiseres in het verzet] bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer / rolnummer C/03/183107 / HA ZA 13/321,
- de verzetdagvaarding (aan te merken als de conclusie van antwoord),
  • het door deze rechtbank op 21 oktober 2020 gewezen vonnis in verzet waarbij [gedaagde, eiseres in het verzet] ontvankelijk is verklaard in haar verzet
  • de conclusie van eis in oppositie van [gedaagde, eiseres in het verzet]
  • de dagbepaling mondelinge behandeling
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling gehouden op 22 september 2021
  • de akte van [gedaagde, eiseres in het verzet] van 27 oktober 2021 met 3 producties
  • de akte van [eiser, gedaagde in het verzet] van 27 oktober 2021 met 3 producties
  • de akte van [gedaagde, eiseres in het verzet] van 3 november 2021.
1.2.
De behandelend rechter heeft de zaak aangehouden om te beslissen of een voortzetting van de mondelinge behandeling zal worden gelast. Vervolgens heeft de rechtbank vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bij akte van levering van 8 augustus 2003, verleden voor [naam notaris 1] te Brunssum, heeft [eiser, gedaagde in het verzet] aan [gedaagde, eiseres in het verzet] , bij die transactie vertegenwoordigd door [naam gevolmachtigde] als haar schriftelijk gevolmachtigde, geleverd het opslagterrein, gelegen aan de [adres] te [plaats] , kadastraal bekend [kadasternummer] , groot 21 are. De koopprijs bedroeg € 25.000,-- en is ‘tussen partijen verrekend door middel van rechtstreekse betaling door koper aan verkoper’, aldus die akte. Uit de akte blijkt voorts dat op dit perceel een voorkeursrecht van de gemeente Brunssum van toepassing is. Deze akte is op 11 augustus 2003 in de kadastrale registers ingeschreven.
2.2.
Op 1 juli 2013 heeft [eiser, gedaagde in het verzet] conservatoir beslag laten leggen op voormeld perceel, uit kracht van grosse van een op 27 juni 2013 door de Voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg, locatie Maastricht gegeven beschikking.
2.3.
Op 15 januari 2014 heeft de rechtbank Limburg, locatie Maastricht in een bij verstek tegen [gedaagde, eiseres in het verzet] gewezen vonnis met zaaknummer/rolnummer C/03/183107/ HA ZA 13-321:
2.3.1.
voor recht verklaard dat de overeenkomst van 12 augustus 2003 valt aan te merken als een koopovereenkomst ex artikel 7:1 BW,
2.3.2.
bepaald dat dit vonnis ex artikel 3:300 lid 2 BW, na het verstrijken van 14 dagen te rekenen vanaf de betekening van dit vonnis aan [gedaagde, eiseres in het verzet] , in de plaats treedt van het deel van de notariële leveringsakte dat de verklaring van [gedaagde, eiseres in het verzet] behelst, inhoudende de overeenstemming over de eigendomsovergang door levering aan [eiser, gedaagde in het verzet] van het registergoed, kadastraal aangeduid als “ [kadasternummer] ”, met inbegrip van de handtekening van [gedaagde, eiseres in het verzet] onder de notariële leveringsakte,
2.3.3.
[gedaagde, eiseres in het verzet] veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van [eiser, gedaagde in het verzet] tot op heden begroot op € 1.585,16,
2.3.4.
voor recht verklaard dat [eiser, gedaagde in het verzet] de door hem te betalen koopprijs ex artikel 6:127 BW bevoegdelijk mag verrekenen met de in dit vonnis toegewezen proceskosten, en
2.3.5.
het vonnis wat betreft de onder 2.3.2 en 2.3.3 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
2.4.
Bij akte van levering verleden op 18 november 2020 voor [naam notaris 2] te Maastricht, heeft [eiser, gedaagde in het verzet] het perceel gelegen aan de [adres] te [plaats] , kadastraal bekend als [kadasternummer] , groot 3 are en 31 centiare, geleverd gekregen voor een koopprijs van € 25.000,-- te vermeerderen met de aankoopkosten van [gedaagde, eiseres in het verzet] , begroot op € 1.500,--. [eiser, gedaagde in het verzet] heeft met de koopprijs verrekend een bedrag van € 1.585,15 wegens proceskosten en het restant van € 24.914, 85 overgeboekt op een kwaliteitsrekening van de notaris, aldus de akte. Deze akte is op 18 november 2020 in de kadastrale registers ingeschreven.

3.Het geschil

3.1.
[eiser, gedaagde in het verzet] heeft bij exploot van 25 juli 2013 gevorderd dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
Primair:
voor recht verklaart dat de overeenkomst van 12 augustus 2003 valt aan te merken als een koopovereenkomst ex artikel 7:1 BW,
voor recht verklaart dat onderhavig vonnis ex artikel 3:300 lid 2 BW na het verstrijken van veertien dagen te rekenen vanaf de betekening van dit vonnis aan [gedaagde, eiseres in het verzet] , in de plaats treedt van de gehele notariële akte, dan wel van dat deel van de notariële leveringsakte waarvoor de medewerking van [gedaagde, eiseres in het verzet] vereist is in het kader van de levering van het registergoed, kadastraal aangeduid als ‘ [kadasternummer] ’,
Subsidiair:
3. voor recht verklaart dat de betekening van de inleidende dagvaarding heeft te gelden als een aanvaarding in de zin van artikel 6:219 lid 3 BW juncto artikel 6:217 lid 1 BW en dat dientengevolge op een door de rechtbank te bepalen datum een koopovereenkomst ex artikel 7:1 BW tussen partijen tot stand is gekomen, welke betrekking heeft op de koop van het perceel dat kadastraal is aangeduid als ‘ [kadasternummer] ”,
4. voor recht verklaart dat onderhavig vonnis ex artikel 3:300 lid 2 BW na het verstrijken van veertien dagen te rekenen vanaf de betekening van dit vonnis aan [gedaagde, eiseres in het verzet] , in de plaats treedt van de gehele notariële akte, dan wel van dat deel van de notariële leveringsakte waarvoor de medewerking van [gedaagde, eiseres in het verzet] vereist is in het kader van de levering van het registergoed, kadastraal aangeduid als ‘ [kadasternummer] ’,
Primair en subsidiair:
5. [gedaagde, eiseres in het verzet] veroordeelt in de kosten van deze procedure, alsmede de gemaakte beslagkosten (daaronder mede begrepen griffierecht, deurwaarderskosten en griffierecht),
6. voor recht verklaart dat de door [eiser, gedaagde in het verzet] te betalen koopprijs ex artikel 6:127 BW bevoegdelijk mag worden verrekend met de in dit vonnis toe te wijzen proceskosten, ingeval van een toewijzend vonnis.
3.2.
[gedaagde, eiseres in het verzet] betwist dat zij met [eiser, gedaagde in het verzet] de door hem gestelde koopoptie of koopovereenkomst van 12 augustus 2003 is overeengekomen. Zij betwist dat de handtekening die op dit document staat van haar is. Zowel haar voornaam als haar achternaam zijn onjuist geschreven. Subsidiair stelt zij dat haar toenmalig echtgenoot [naam] het document niet heeft getekend.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank acht termen aanwezig om eerst de mondelinge behandeling voort te zetten voordat tot inhoudelijke beoordeling wordt overgegaan. De rechtbank verzoekt partijen hun verhinderdata in de periode januari tot en met mei 2022 op te geven en voorts de hierna genoemde informatie te verstrekken.
4.2.
De rechtbank verzoekt [eiser, gedaagde in het verzet] :
4.2.1.
de notariële volmacht ten behoeve van de vertegenwoordiging van [gedaagde, eiseres in het verzet] door [naam gevolmachtigde] bij het passeren van de leveringsakte van 8 augustus 2003 in gewaarmerkte kopie over te leggen,
4.2.2.
onderbouwd met stukken kenbaar te maken vanaf welke bankrekening van [gedaagde, eiseres in het verzet] de koopsom destijds aan [eiser, gedaagde in het verzet] is betaald en op welke bankrekening van [eiser, gedaagde in het verzet] die koopsom toen is gestort,
4.2.3.
over te leggen een verklaring van notaris Thissen waaruit blijkt of het restant van de koopsom nog steeds op zijn kwaliteitsrekening staat.
4.3.
De rechtbank verzoekt [gedaagde, eiseres in het verzet] :
4.3.1.
kenbaar te maken wat de datum van ontbinding is van haar huwelijk met de heer [naam] ,
4.3.2.
onderbouwd met stukken kenbaar te maken wat op dit moment haar officiële achternaam is volgens Pools namenrecht,
4.3.3.
onderbouwd met stukken haar NAW-gegevens kenbaar te maken,
4.3.4.
de notariële volmacht ten behoeve van haar vertegenwoordiging door [naam gevolmachtigde] bij het passeren van de leveringsakte van 8 augustus 2003 in gewaarmerkte kopie over te leggen.
4.4.
In afwachting van de voortzetting van de mondelinge behandeling zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
beveelt in het kader van een voortzetting van de mondelinge behandeling een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen het nader onderbouwen van hun stellingen en ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr. W.E. Elzinga
in het gerechtsgebouw te Maastrichtop een nader te bepalen tijdstip,
5.2.
bepaalt dat de partijen dan in persoon aanwezig moeten zijn,
5.3.
verwijst de zaak naar
de rol van 15 december 2021voor
opgave verhinderdatadoor beide partijen in de periode januari tot en met mei 2022,
5.4.
bepaalt dat de in de overwegingen 4.2 en 4.3 opgevraagde informatie
uiterlijk tien dagenvoor de dag van de mondelinge behandeling aan de rechtbank en de wederpartij moet zijn toegestuurd,
5.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.E. Elzinga en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2021. [1]

Voetnoten

1.type: WE