ECLI:NL:RBLIM:2021:9569
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in bestuursrechtelijke procedure met verzoek tot ondervraging van toezichthouder
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg op 13 december 2021 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van mr. G. Leijten, rechter in de rechtbank Limburg. Het verzoek is ingediend door twee verzoeksters, voorheen vennootschappen onder firma, vertegenwoordigd door hun directeur en advocaat mr. T.J.N. Hameleers. De wraking is aangevraagd naar aanleiding van een zitting op 18 november 2021, waar de verzoeksters een verzoek deden om de toezichthouder op de kinderopvang, [naam toezichthouder], te horen. De rechter had echter besloten om deze getuige niet op voorhand op te roepen, wat de verzoeksters als een schijn van vooringenomenheid beschouwden. De wrakingskamer heeft de gronden van het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat de rechter geen definitieve beslissing had genomen over het horen van de toezichthouder, en dat de mogelijkheid tot horen nog steeds aanwezig was. De enkele vrees van de verzoeksters dat de rechter het verzoek later zou afwijzen, was niet voldoende om te concluderen dat er sprake was van partijdigheid. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking ongegrond verklaard.