Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
STICHTING ZOWONEN,
1.De procedure
- het door de kantonrechter op 14 oktober 2020 tussen ZOwonen als eisende partij en [gedaagde] als gedaagde partij bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer 8780336 CV EXPL 20-4914;
- de verzetdagvaarding, met producties;
- de conclusie van antwoord in verzet, met producties;
- de conclusie van repliek in verzet.
2.De feiten
Uw schrijven (…) heb ik in goede orde ontvangen.
3.Het geschil
- de huurovereenkomst te ontbinden;
- [gedaagde] te veroordelen tot ontruiming van de woning;
- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 6.218,56 (aan huur/gebruiksvergoeding tot en met juni 2020);
- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een gebruiksvergoeding van € 584,88 per maand, ingaande 1 juni 2020 tot aan de dag van ontruiming;
- vermeerderd met de wettelijke rente als vermeld en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.