Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 maart 2021 met de producties 1 tot en met 3,
- de incidentele conclusie tot onbevoegdheid en verzoek om aanhouding wegens litispendentie,
- de conclusie van antwoord in het incident tot onbevoegdheid, verzoek prejudiciële vragen en aanhoudingsverzoek wegens litispendentie, tevens houdende incidentele vordering ex artikel 843a Rv en artikel 15 AVG,
- de conclusie van antwoord in het incident ex artikel 843a Rv en artikel 15 AVG.
2.De feiten in de incidenten
48.GOVERNING LAW AND JURISDICTION
This Agreement, and all relations between the Client and the Company are governed by and shall be construed in accordance with the laws of the Republic of Cyprus. It is hereby clearly stated and agreed that the Cyprus courts shall have exclusive jurisdiction to settle any dispute arising out of or in connection with this Agreement.”
3.Het geschil in de hoofdzaak
4.Het geschil in de incidenten
in de incidenten tot onbevoegdverklaring en aanhouding van de procedure wegens litispendentie
- zich onbevoegd verklaart van de vorderingen van [eiser in de hoofdzaak, verweerder in de incidenten tot onbevoegdverklaring en tot aanhouding van de procedure wegens litispendentie, eiser in het incident tot het overleggen van bescheiden] jegens FXBFI kennis te nemen, althans deze zaak aan te houden tot de bevoegdheid van de Cypriotische rechtbank vaststaat en zich alsdan onbevoegd verklaart;
- de prejudiciële vraag zoals geformuleerd door FXBFI in randnummer 3.12 voorlegt aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, en deze procedure aanhoudt in afwachting op het antwoord;
- bepaalt dat tussentijds hoger beroep zal worden toegestaan tegen de uitspraak in het bevoegdheidsincident in het geval de rechtbank zich bevoegd zou verklaren en deze dus niet zou aanhouden totdat de Cypriotische rechter over diens bevoegdheid zal hebben geoordeeld;
- [eiser in de hoofdzaak, verweerder in de incidenten tot onbevoegdverklaring en tot aanhouding van de procedure wegens litispendentie, eiser in het incident tot het overleggen van bescheiden] veroordeelt in de kosten van deze procedure, die van het incident daaronder mede begrepen, alsmede in de nakosten van € 163,00 zonder betekening en verhoogd met € 85,00 indien niet binnen veertien dagen na dagtekening aan deze uitspraak is voldaan en betekening heeft plaatsgevonden en – voor het geval binnen de bedoelde termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de hiervoor genoemde bedragen te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
Ten slotte verzoekt FXBFI tussentijds hoger beroep daartegen open te stellen.
5.De beoordeling
in de incidenten tot onbevoegdverklaring en aanhouding van de procedure wegens litispendentie
Op grond van artikel 17 Brussel Ibis is afdeling 4 van Brussel Ibistoepasselijk, wanneer het gaat om overeenkomsten gesloten door een persoon, de consument, voor een gebruik dat als niet bedrijfs- of beroepsmatig kan worden beschouwd, wanneer (onder andere) de overeenkomst is gesloten met een persoon die commerciële of beroepsactiviteiten ontplooit in de lidstaat waar de consument woonplaats heeft, of dergelijke activiteiten met ongeacht welke middelen richt op die lidstaat, of op meerdere staten met inbegrip van die lidstaat, en de overeenkomst onder die activiteiten valt.
Op grond van artikel 18 lid 1 Brussel Ibis kan een rechtsvordering die door een consument wordt ingesteld tegen de wederpartij bij de overeenkomst worden gebracht hetzij voor de gerechten van de lidstaat op het grondgebied waarvan die partij woonplaats heeft, hetzij, ongeacht de woonplaats van de wederpartij, voor het gerecht van de plaats waar de consument woonplaats heeft.
Artikel 25 Brussel Ibis bepaalt dat, indien partijen, ongeacht hun woonplaats, schriftelijk een gerecht van een lidstaat hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen die naar aanleiding van een bepaalde rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan, dit gerecht in beginsel exclusief bevoegd is. Een forumkeuze in consumentenzaken is, gelet op het bepaalde in artikel 19 Brussel Ibis, alleen mogelijk ná het ontstaan van het geschil. Voorts geldt op grond van de bepalingen van Brussel Ibis dat wanneer voor gerechten van verschillende lidstaten tussen dezelfde partijen vorderingen aanhangig zijn, die hetzelfde onderwerp betreffen en op dezelfde oorzaak berusten, het gerecht waar de zaak als laatste aanhangig is gemaakt zijn uitspraak aanhoudt totdat de bevoegdheid van het gerecht waar de zaak als eerste aanhangig is gemaakt, vaststaat.
In artikel 31 lid 2 Brussel Ibis is een uitzondering op deze regel opgenomen voor het geval sprake is van een exclusieve forumkeuze. In een dergelijk geval houdt het gerecht waar de zaak aanhangig is gemaakt die zaak aan totdat het gerecht dat door middel van het forumkeuzebeding is aangewezen over haar bevoegdheid heeft beslist. Die uitzondering geldt weer niet in gevallen waarbij de consument de eisende partij is.
6.De beslissing
19 januari 2022voor conclusie van antwoord;