Uitspraak
RECHTBANK limburg
[naam] , te [woonplaats] , verzoeker,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 december 2021.
Rechtbank Limburg
Op 10 december 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening tegen een besluit van de gemeente Echt-Susteren. Dit besluit betrof de verlening van een omgevingsvergunning aan [belanghebbende] voor de bouw van een stalling op een locatie in de gemeente. Verzoeker, die bezwaar had gemaakt tegen dit besluit, stelde dat hij belanghebbende was en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, omdat de vergunninghouder van plan was om direct met de bouw te beginnen zonder de beslissing op bezwaar af te wachten.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang, aangezien de bouw naar verwachting binnen drie maanden zou worden afgerond. Echter, de rechter kwam tot de conclusie dat verzoeker geen belanghebbende was bij het bestreden besluit. Dit oordeel was gebaseerd op de afstand van ongeveer 250 meter tussen de woning van verzoeker en de geplande stalling, alsook op de aanwezigheid van beplanting die het zicht op de stalling zou beperken. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gevolgen van de bouw voor verzoeker niet van enige betekenis waren, waardoor het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen.
De uitspraak werd gedaan door mr. D.J.E. Hamers-Aerts, in aanwezigheid van mr. F.A.E. van de Venne, griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.