ECLI:NL:RBLIM:2021:922

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 februari 2021
Publicatiedatum
4 februari 2021
Zaaknummer
C/03/285726 / KG ZA 20-493
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Aanbestedingsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gunningsbeslissing in aanbestedingsprocedure voor verduurzaming schoolgebouwen

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 4 februari 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen K+ Adviesgroep B.V. en Stichting Kindante. K+ had deelgenomen aan een aanbestedingsprocedure voor het uitvoeren van energie- en ventilatiescans voor schoolgebouwen van Kindante. Na de gunningsbeslissing op 20 november 2020, waarbij de opdracht niet aan K+ werd gegund, heeft K+ een kort geding aangespannen. K+ vorderde dat de voorzieningenrechter Kindante zou gebieden de opdracht aan hen te gunnen, of in ieder geval de gunningsbeslissing te heroverwegen. K+ stelde dat de motivering van de gunningsbeslissing gebrekkig was en dat de inschrijving niet goed was beoordeeld. Kindante verweerde zich door te stellen dat K+ niet tijdig had geklaagd en dat de beoordeling volgens de regels was verlopen. De voorzieningenrechter oordeelde dat K+ niet voldoende onderbouwd had dat hun inschrijving beter was dan die van de winnende inschrijver, Kompas Adviseur en Ingenieurs B.V. De rechter wees de vorderingen van K+ af en veroordeelde hen in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/285726 / KG ZA 20-493
Vonnis in kort geding van 4 februari 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
K+ ADVIESGROEP B.V.,
gevestigd te Echt, gemeente Echt-Susteren,
eiseres,
advocaat mr. C. Hofmans,
tegen
de stichting
STICHTING KINDANTE, LEREN LEREN, LEREN LEVEN,
gevestigd te Sittard, gemeente Sittard-Geleen,
gedaagde,
advocaat mr. H.A.A. Berendsen.
Partijen zullen hierna K+ en Kindante worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 3 december 2020, met producties,
  • de brief van 20 januari 2021 van Kindante, met producties,
  • de mondelinge behandeling op 21 januari 2021, alwaar onder meer K+ pleitaantekening en Kindante pleitnotitie hebben voorgedragen en overgelegd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Het Beschrijvend Document Meervoudige Onderhandse Aanbesteding Energie- annex ventilatiescans (hierna: het aanbestedingsdocument, productie 5 dagvaarding) van Kindante houdt – voor zover relevant voor de beoordeling – het volgende in.
1. Algemeen
1.6
Doel van de aanbesteding
Aanbestedende Dienst wenst zijn schoolgebouwen te verduurzamen in overeenstemming met de Wet Milieubeheer. Tevens wenst Aanbestedende Dienst schoolgebouwen waarvan het binnenklimaat als matig of slecht wordt ervaren tegelijkertijd aan te pakken. Het doel van Aanbestedende Dienst is het selecteren en contracteren van één (1) Opdrachtnemer voor het uitvoeren van energie- en ventilatiescans. De doelstelling van de opdracht:
-
Te voldoen aan de eisen in casu de erkende maatregelen voor schoolgebouwen van de Wet Milieubeheer;
- Te voldoen aan de eisen om het binnenklimaat van deze gebouwen op het niveau van frisse Scholen B te krijgen;
- Te voldoen aan de eisen om te voldoen aan het klimaatakkoord.
Gunning van de opdracht zal plaatsvinden op basis van het gunningscriterium de "beste prijs­kwaliteitverhouding" (zie paragraaf 4).
(…)
1.7.1
Scope
Aanbestedende Dienst wenst een groot deel van zijn schoolgebouwen te verduurzamen in overeenstemming met de Wet Milieubeheer. Tevens wenst Aanbestedende Dienst schoolgebouwen waarvan het binnenklimaat als matig of slecht wordt ervaren, tegelijkertijd aan te pakken. (…)
Derhalve dienen de schoolgebouwen van Kindante:
- Te voldoen aan de eisen in casu de erkende maatregelen voor schoolgebouwen van de Wet Milieubeheer. Dit brengt de noodzaak met zich mee tot het maken van onderbouwde afwegingen om deze maatregelen wel of niet of deels uit te voeren. Derhalve dient in de geest van de Wet te worden gehandeld;
- Te voldoen aan de eisen aan het klimaatakkoord waaronder het rekening houden met de verwachte lokale of regionale overheidsmaatregelen aangaande de energietransitie zoals deze door de diverse gemeenten binnen het werkgebied van Kindante opgesteld gaan worden;
- Te voldoen aan de eisen om het binnenklimaat van deze gebouwen op het niveau van frisse Scholen B te krijgen;
Aanbestedende dienst ziet zich bij de aanpak van het vraagstuk van de verduurzaming van schoolgebouwen momenteel geplaatst voor enkele complicerende aspecten die min of meer met elkaar verband houden, die elkaar kunnen beïnvloeden en waarover bij Aanbestedende Dienst onzekerheden bestaan. Het betreft aspecten zoals:
• De mate waarin technische oplossingen per schoolgebouw denkbaar zijn en de mate waarin deze in een specifieke gebouwsituatie als kosteneffectief zijn aan te merken;
• Nut en noodzaak van het toepassen van erkende maatregelen in de schoolgebouwen. Daarbij is niet duidelijk of en wanneer de toezichthoudende instantie het beleid van Aanbestedende Dienst aan toetsing onderwerpt;
• De impact van de maatregelen in financiële zin voor alle gebouwen die op de nominatie staan om vroeg of laat te worden verduurzaamd;
• Onduidelijkheden in de energietransitie die gevolgen kunnen hebben voor de opwekking van warmte binnen schoolgebouwen in een gemeente of specifieke omgeving;
• De financiering van de voor te stellen duurzaamheidsmaatregelen. Daarbij moet worden bedacht dat er sprake is van ontwikkelingen ten aanzien van de verantwoordelijkheid daarvan. Naast Aanbestedende Dienst zullen naar verwachting ook de gemeenten een deel van de investeringen voor hun rekening moeten gaan nemen;
• Inhoud en kwaliteit van de advisering op het punt van verduurzaming;
• Het omzetten van adviezen inzake verduurzaming naar technische ontwerpen;
Op grond van bovenstaande is Aanbestedende dienst voor de verduurzaming van zijn schoolgebouwen op zoek naar optimale oplossingen in plaats van maximaal denkbare oplossingen. Tevens staat Aanbestedende Dienst mede om die reden een geleidelijk traject voor ogen hetgeen inhoudt dat voor het totaal onderzoekstraject van bijna dertig schoolgebouwen een viertal jaren wordt uitgetrokken.
1.7.2
Te onderzoeken aspecten per schoollocatie
1. Kortetermijnmaatregelen op het gebied van energiebesparing te treffen voor de schoolgebouwen: (…)
2. Langere termijnmaatregelen (energietransitie) te inventariseren voor elke locatie op gemeentelijk of lokaal niveau. (…)
3. Indien sprake is van een (latent) binnenklimaatprobleem (zie overzichtslijst bijlage 9) stelt Inschrijver een onderzoeksopzet op, of stelt hij een toetsing of meting op ter objectvering van dit door de leerkrachten (en leerlingen) ervaren binnenklimaatprobleem. Voorts geeft Inschrijver een kosteneffectieve oplossing aan, met eventuele varianten, waarmee minimaal frisse scholen niveau B behaald wordt. Hij geeft ook van deze maatregelen de TCO aan en de gevolgen voor de kosten van energie en onderhoud.
1.7.3
Randvoorwaarden en nadere toelichting
Opgemerkt wordt dat de te adviseren maatregelen in principe
proven technology, algemeen toepasbaar en in hoge mate duurzaam dienen te zijn. Derhalve wordt een rapportage in functionele zin beoogd welke, na beoordeling door Aanbestedende Dienst, als basis zal dienen voor een technisch ontwerp.
Het opstellen van (…) dergelijke technische ontwerpen valt overigens buiten de scoop van deze aanbesteding.
  • Inschrijver geeft in elk geval van de te presenteren varianten van de energiebesparende maatregelen (onderdeel 1 hiervoor) en het binnenklimaat (onderdeel 3) per locatie aan onder welke omstandigheden en met welke materiaalkeuzes e.d. deze meer of minder duurzaam te achten is dan een andere variant. Hij licht dit in voldoende mate toe.
  • Inschrijver reikt voor alle onder 1 (energiebesparing) en 3 (binnenklimaat) en varianten de verwachte indicatieve investeringsbedragen alsmede de subsidiemogelijkheden aan. Inschrijver geeft een voor beide onderdelen geldend als valide aan te merken basis aan waaraan deze verwachte investeringsbedragen volgens Inschrijver zijn ontleend.
  • Inschrijver completeert het advies of de adviezen per schoolgebouw tenslotte met handreikingen in de zin van risico's en kansen om de voorgestelde oplossingen op het punt van de verwachte energiebesparing en het te verbeteren binnenklimaat met een grote mate van zekerheid te kunnen realiseren. Hij verstrekt daarnaast overige risico's en kansen.
1.7.4
Concrete verwachtingen en opbouw van de rapportages
1. Elk schoolgebouw doorloopt het onderzoek in casu de toets van de 45 erkende maatregelen van de Wet Milieubeheer derhalve het onderzoek naar de energiebesparende maatregelen.
a. Daarbij is een natuurlijke grens gelegd bij gebouwen jonger of ouder dan 2003. Dat jaar is bepalend voor de noodzakelijke voorzieningen overeenkomstig het bouwbesluit 2003 met name wat betreft isolatie; hiertoe is een inventarisatie noodzakelijk;
b. Om de kosteneffectiviteit van de maatregelen te bepalen wordt een analyse gepleegd;
c. Een rapportage met aanbevelingen wordt opgesteld (
Deeladvies 1).
2. Elk schoolgebouw wordt vroeg of laat in de energietransitie betrokken met als gevolg een fundamentele (gemeentelijke) heroverweging van de warmteopwekking van gebouwen.
a. Inschrijver onderzoekt welke maatregelen door welke gemeente op gemeentelijk of lokaal niveau op welk moment getroffen gaan worden;
b. De bevindingen worden in relatie tot de boogde maatregelen opgenomen in het advies;
c. Een rapportage wordt opgesteld (
Deeladvies 2).
3. Het oplossen van de ervaren problemen met betrekking tot het binnenklimaat bij een aantal (doch niet alle) schoolgebouwen. Hiervoor zijn aan de orde:
a. De eventuele noodzaak dat de ervaren problemen worden geobjectiveerd via een toetsing, meting of anderszins bijvoorbeeld het nalopen van instellingen van de cv en aanwezige ventilatiesystemen;
b. Een eventuele tijdelijke meting van de luchtkwaliteit, de temperatuur en de luchtvochtigheid middels dataloggers of anderszins;
c. De bevindingen worden geanalyseerd en voorzien van maatregelen c.q. investeringsbedragen;
d. Waarna deze opgenomen in een rapportage (
Deeladvies 3).
1.7.5
Advisering in het kader van de aanbesteding beperkt tot een gebouw
Om zicht te krijgen op en gevoel te krijgen voor een aantal aspecten enerzijds en om faalkosten anderzijds te voorkomen wenst Aanbestedende Dienst bij wijze van proef één gebouw te onderwerpen aan een dergelijke advisering. Het betreft het schoolgebouw van In t Park te Susteren. Over dit gebouw wordt door Deelnemers geadviseerd. De rapportage over dit gebouw beslaat maximaal 15 pagina's tekst doch exclusief cijfermatige en grafische afbeeldingen. Deelnemers presenteren hun bevindingen en ze worden erover geïnterviewd. Tezamen met de prijsstelling wordt na beoordeling de opdracht in de vorm van een Raamovereenkomst met één vast jaar en een drietal successieve optiejaren verstrekt.
Het verstrekken van opdrachten van de optiejaren voor advisering van de overige gebouwen geschiedt qua volgorde en tempo naar eigen inzicht door Aanbestedende Dienst. Inschrijvers kunnen daar geen rechten aan ontlenen. Wel blijven de condities en voorwaarden van toepassing zoals deze ingediend zijn bij of naar aanleiding van de offerte en zoals die afgedekt worden door de nader te sluiten overeenkomst. Dit impliceert dat de middels het prijzenblad geoffreerde en als zodanig overeengekomen prijzen, behoudens eventuele indexatie van toepassing blijven. (…)

2.De aanbestedingsprocedure

2.4
Aanbestedingsteam
Voor deze Aanbesteding werd een aanbestedingsteam geformeerd, samengesteld van vier (4) personen uit de volgende kennisgebieden: financiën/control (1 persoon) facilities (2 personen) en inkoop (1 persoon). De beoordeling wordt eveneens uitgevoerd door dit aanbestedingsteam.
(…)

3.Beoordelingssystematiek

3.1
Methodiek
De beoordelingsprocedure start na in ontvangstneming van de inschrijvingen. De beoordeling geschiedt door het aanbestedingsteam als vermeld in paragraaf 2.4.
De inkoopadviseur verricht de beoordelingen van de stappen 1, 2, 3a en 4 als hieronder beschreven. De overige leden van het beoordelingsteam beoordelen stap 3b van de inschrijvingen als hierna beschreven. Bij deze laatstgenoemde stap fungeert de inkoopadviseur als procesbegeleider en voorzitter van de bijhorende bijeenkomsten.
(…)
Stap 3b: Beoordeling kwaliteit
Vervolgens beoordeelt het beoordelingsteam de antwoorden op de wensen. Dit betreft het gunningscriterium kwaliteit. Dat wil zeggen dat de antwoorden van de verschillende Inschrijvers ten opzichte van elkaar beoordeeld worden. Het beoordelingsteam beoordeelt de kwaliteit conform de beschrijving in paragraaf 3.4.
(…)
3.3
Gunningscriterium
Beoordeling zal plaatsvinden op basis van de, vanuit het oogpunt van Aanbestedende Dienst, Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI). Hierbij wordt beoordeeld op de beste prijs/kwaliteitverhouding.
3.4
Wijze van beoordelen
In de onderstaande scoretabel staan de (sub)gunningscriteria met de bijbehorende maximale puntenscores per criterium. Dat betekent dat niet alleen de prijsaspecten bij de beoordeling worden meegewogen, maar ook de kwalitatieve aspecten. Onderstaand wordt beschreven hoe het (sub)gunningscriteria wordt beoordeeld.
Het gunningscriterium voor deze aanbesteding is:
(…)
3.4.2
Kwaliteit
Het gunningscriterium kwaliteit bestaat uit 2 onderdelen:
- een plan van aanpak;
- een presentatie en interview.
Inschrijver verschaft een rapportage Overeenkomstig het gestelde in paragraaf 1.7 Omschrijving van de opdracht voor de Basisschool
In t Parkte Susteren. Deze rapportage en de daarover te verzorgen presentatie annex interview alsmede de inschrijfprijzen zijn de criteria voor de gunning van onderhavige aanbesteding.
3.4.2.1 Sub-gunningscriterium plan van aanpak
Aanbestedende dienst verlangt van Inschrijver een plan van aanpak. In dit plan van aanpak gaat Inschrijver minimaal in op de volgende onderwerpen:
1. Wat is de visie van Inschrijver op het verduurzamen van schoolgebouwen? Tevens legt Inschrijver daarbij verbanden tussen zijn visie met de Wet Milieubeheer en met het klimaatakkoord;
2. Beschrijving van de door Inschrijver voorziene aanpak van het verduurzamen van een schoolgebouw. Daarbij dient te worden ingegaan op de relatie tussen energiebesparing en het treffen van maatregelen om het binnenklimaat van een schoolgebouw te bevorderen. Tevens geeft hij aan welke onderzoeksmethoden gehanteerd kunnen worden;
3. Inschrijver geeft aan hoe hij meent te kunnen voldoen aan de eerder in deze leidraad gestelde randvoorwaarden van de advisering in casu:
a. Adviseren van maatregelen die geacht proven technology te zijn;
b. Onder welke omstandigheden en met welke materiaalkeuzes zijn alternatieven als meer of minder duurzaam aan te merken;
c. Als valide aan te merken investeringsbedragen;
4. Hoe denkt Inschrijver invulling te geven aan zijn leercurve welke ertoe kan leiden dat de gemiddelde kosten van advisering van de schoolgebouwen in principe gedurende het traject van vier jaren zullen dalen;
5. Wat verwacht Inschrijver bij de aanpak van het vraagstuk van verduurzaming van de gebruikers van het schoolgebouw en wat verwacht Inschrijver van de facilitaire afdeling van Aanbestedende Dienst?
3.4.2.2 Beoordeling sub-gunningscriterium plan van aanpak
De kwaliteit wordt absoluut beoordeeld op basis van de antwoorden die gegeven worden op de vijf hiervoor gestelde vragen.Het maximaal aantal A4 (…) dat het plan van aanpak mag omvatten is vijf (5). Voor het sub-gunningscriterium plan van aanpak kan maximaal 15 punten worden verdiend.
De adviesrapportage over het schoolgebouw
In 't Parkgebouw beslaat maximaal 15 pagina's tekst exclusief eventuele cijfermatige en grafische afbeeldingen. Deze adviesrapportage wordt tegelijkertijd met het plan van aanpak ingezonden.
De aspecten waarop de antwoorden worden strikt als volgt getoetst:
Algemeen
De beoordeling van de antwoorden op de (alle) vra(a)g(en) gaat als volgt:
- De kwaliteit van het antwoord als een samenhangend geheel door elk afzonderlijk beoordelingsteamlid individueel beoordeeld. De beoordelaar kent een score toe;
- Vervolgens wordt in een consensusvergadering door het beoordelingsteam de score vastgesteld;
- Een rapportcijfer van lager dan 2/4 van het maximaal te behalen leidt tot een score van 0, wat betekent dat Inschrijver geen punten scoort op het plan van aanpak. Voor het plan van aanpak antwoord geldt dat een minimaal rapportcijfer van 2/4 van het maximaal te behalen aantal punten moet worden behaald. Bij de beoordeling van het plan van aanpak wordt alleen vijf (5) pagina's in de beoordeling meegenomen. Uitsluitend bovengenoemde rapportcijfers worden toegekend en halve cijfers worden als volgt afgerond:
- 5,00- 5,49 wordt 5;
- 5,50 - 5,99 wordt 6.
3.4.2.3 Sub-gunningscriterium Presentatie en interview
Na het beoordelen van het plan van aanpak worden Inschrijvers door Aanbestedende Dienst uitgenodigd voor
de presentatie en een interview, behalve wanneer blijkt dat een Inschrijver vanwege zijn tot dan toe behaalde punten op de vragen en prijs niet meer in staat is een hogere eindscore te behalen dan de op dat moment hoogst scorende Inschrijver. In de planning (paragraaf 2.2) is geen datum opgenomen voor de presentatie en het interview. Na inschrijving zal een datum worden vastgesteld en deze per e-mail aan betrokkenen worden gecommuniceerd.
Het maximaal aantal te behalen punten is 20, als volgt verdeeld:
Tijdens
de presentatie en het interviewkrijgt Inschrijver de mogelijkheid om zijn plan van aanpak te presenteren en te motiveren. Tevens zal ingegaan worden op de adviesrapportage van basisschool In 't Park. Tijdens de presentatie zullen er minimaal twee sleutelfunctionarissen van Inschrijver, waaronder de Projectleider welke de opdracht gaat uitvoeren, aanwezig zijn. Langs Aanbestedende Dienst zijde zal het aanbestedingsteam (als beschreven in hoofdstuk 3.1 Methodiek) aanwezig zijn.
Presentatie
Voor het beoordelingsteam wordt door Inschrijvers een presentatie gehouden. De duur van de presentatie is 15 minuten. Het is zaak dat namens Inschrijver de prestatie (
vrzr: presentatie?) verzorgd wordt door een tweetal sleutelfunctionarissen van Inschrijver waaronder de beoogde projectleider en een uitvoerend adviseur.
De rapportage over het schoolgebouw
In 't Parkgebouw beslaat maximaal 15 pagina's tekst exclusief eventuele cijfermatige en grafische afbeeldingen.
Inschrijver bespreekt zijn plan van aanpak en zijn bevindingen van diens inventarisatie en advisering van het schoolgebouw van In 't Park te Echt-Susteren. Deze presentatie bevat:
6. Expliciete toelichting
op elk van de vijf eerder beschreven onderwerpenvan het plan van aanpak.
7. Toelichting op de resultaten van het onderzoek van het schoolgebouw In 't Park te Susteren.
a. Het betreft dan de deelgebieden Wet milieubeheer, maatregelen klimaatakkoord en het binnenklimaat.
b. Inschrijver gaat bij dit onderdeel tevens in op de in dit onderzoek ondervonden risico's en kansen welke eventueel ook van toepassing kunnen zijn bij de inventarisatie en advisering van andere schoolgebouwen.
8. Een samenvatting met eventuele aanbevelingen voor het vervolgtraject van de andere schoolgebouwen van Aanbestedende Dienst
Naast de volledigheid van de onderwerpen in de presentatie betrekt de beoordelingscommissie de samenhang en consistentie tussen de onderdelen van het plan van aanpak en diens adviesrapportage van het schoolgebouw
In 't Park.
Interview
Aansluitend aan de presentatie wordt een interview gehouden. Tijdens dit interview worden door de beoordelaars verdiepingsvragen gesteld. Voor dit interview wordt 30 minuten uitgetrokken.
3.4.2.4 Beoordeling presentatie en interview
Presentatie
De beoordeling van de antwoorden op de kwaliteitswensen staat los van de beoordeling van het interview. De antwoorden werden immers reeds eerder beoordeeld (zie paragraaf 3.4.2.1). Opdrachtgever beschouwt de onderwerpen als samenhangend geheel en beoordeelt integraal de kwaliteit van de Presentatie.
Het beoordelingscriterium is als volgt:
- Is de presentatie binnen de gestelde tijd (15 minuten) beëindigd;
- Is de presentatie gestructureerd;
- Zijn alle onderdelen van de kwaliteitswensen aan bod gekomen.
De puntentoekenning is als volgt:
- 0 zeer slecht
- 2 onvoldoende
- 3 voldoende
- 4 goed
- 5 uitmuntend
Interview
De beoordeling van de antwoorden op de kwaliteitswensen staat los van de beoordeling van het interview. Tijdens het interview stelt het beoordelingsteam verdiepingsvragen op de gegeven antwoorden (zie paragraaf 3.4.2.1) en presentatie. Voor elke vraag heeft Inschrijver maximaal 5 minuten om de vraag te beantwoorden. Naast de volledigheid van de onderwerpen in de presentatie betrekt de beoordelingscommissie de samenhang en de consistentie tussen de onderdelen van het plan van aanpak en de inhoud van het adviesrapport. Met het interview vormt de commissie zich een beeld van de mate waarin Inschrijver in staat wordt geacht invulling te kunnen geven aan de opdracht van de verduurzaming van de schoolgebouwen.
Aanbestedende Dienst beschouwt de onderwerpen als samenhangend geheel en beoordeelt integraal de kwaliteit van de uitwerking. Aanbestedende Dienst kent per onderdeel een puntenscore toe. Vervolgens wordt in een consensusvergadering door het beoordelingsteam per onderdeel de puntenscore vastgesteld.
Het
beoordelingscriteriumis als volgt:
- Kan Inschrijver de vragen duidelijk, helder en overtuigend beantwoorden;
- Zijn de vragen binnen de gestelde tijd (max 5 minuten per vraag) beantwoord;
- Heeft beoordelaar er vertrouwen in dat Inschrijver in staat is om de antwoorden op de kwaliteitswensen in praktijk om te zetten;
- Straalt Inschrijver voldoende kennis van zaken uit.
De puntentoekenning is als volgt:
- 0/5 zeer slecht
- 1/5 onvoldoende
- 2/5 voldoende
- 4/5 goed
- 5/5 uitmuntend
Algemeen
De beoordeling gaat als volgt:
- De kwaliteit van de presentatie en het interview wordt door elk afzonderlijk beoordelingsteamlid individueel beoordeeld. De beoordelaar kent aldus per onderdeel punten toe;
- Vervolgens wordt in een consensusvergadering door het beoordelingsteam per onderdeel de punten vastgesteld;
- Tot slot wordt het in consensus vastgestelde aantal punten per vraag getotaliseerd.
(…)
Er wordt een Raamovereenkomst aangegaan met Inschrijver, die de hoogste eindscore heeft behaald en aldus de economisch meest voordelige inschrijving heeft gedaan.
Berekening van de eindscore:
Gewogen score gunningscriterium prijs + totaalscore gunningscriterium kwaliteit.”
2.2.
K+ heeft ingeschreven. Op 20 november 2020 deelt Kindante mee in de gunningsbeslissing (voorlopige afwijzing, productie 17 bij dagvaarding) dat niet aan K+ gegund zal worden. Kompas Adviseur en Ingenieuws B.V. is als winnaar uit de bus gekomen.
K+ is het niet eens met deze afwijzing.

3.Het geschil

3.1.
K+ vordert – na verduidelijking van de eis ter zitting (als dwangsom is bedoeld € 5.000,-) – dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad
Primair: Kindante gebiedt om de opdracht aan K+ te gunnen als zijnde de enige regelmatige, geschikte, aanvaardbare of anderszins geldige inschrijving, een en ander onder verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro) per dag of gedeelte van de dag dat Kindante niet volledig aan dit bevel voldoet;
Subsidiair: Kindante gebiedt om binnen zeven dagen na de datum van dit vonnis de voorlopige afwijzingsbeslissing d.d. 20 november 2020 ten aanzien van de aanbieding van K+ in te trekken alsmede Kindante gebiedt om de voorlopige gunningsbeslissing aan Kompas Adviseurs en Ingenieurs BV in te trekken alsmede om Kindante te gebieden over te gaan tot herbeoordeling van de ingediende inschrijvingen, met inachtneming van het vonnis in het onderhavige kort geding, en op basis daarvan een nieuwe gunningsbeslissing te nemen, een en ander onder verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro) per dag of gedeeite van de dag dat Kindante niet volledig aan dit bevel voldoet;
en
Kindante veroordeelt in de kosten van deze procedure, alsmede Kindante veroordeelt in de nakosten ad € 157,00 zonder betekening, dan wel € 239,00 in geval van betekening van het vonnis door de deurwaarder, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis en – voor het geval voldoening van de proceskosten en nakosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten en nakosten te rekenen vanaf bedoelde termijn van voldoening, indien tot daadwerkelijke executie van het vonnis overgegaan dient te worden.
Voor zover in deze procedure niet in de nakosten veroordeeld kan worden, vordert K+ op grond van artikel 237 lid 4 Rv afgifte van een bevelschrift waarin Kindante wordt veroordeeld tot betaling van de nakosten.
3.2.
K+ legt aan de vordering ten grondslag dat de motivering van de gunningsbeslissing gebrekkig is. K+ stelt dat voor een goede beoordeling van de objecten de temperatuurbeheersing in de leslokalen gedurende de zomerperiode onderzocht moet worden en dynamische simulaties moeten worden uitgevoerd die een geobjectiveerd beeld tot stand brengen. K+ stelt dat de aanbestedende dienst, althans het beoordelingsteam de inschrijving van K+ niet in voldoende mate begrepen heeft, omdat de uitvraag veel complexer is dan vooraf is ingeschat en specifieke kennis van de materie verlangt. In de motivering ontbreken in het kader van de richtlijn Frisse Scholen B de onderwerpen luchtverversing en temperatuurbeheersing, waarop die uitgebreide en kostbare dynamische simulatieberekeningen uitgevoerd moeten worden.
K+ stelt dat de basisregel dat voor inschrijvers volstrekt duidelijk moet zijn wat van hen wordt verwacht is geschonden. Omdat het criterium “beste prijs-kwaliteitverhouding” wordt gehanteerd, moet, zo stelt K+, de kwaliteit doorslaggevend zijn. Niet duidelijk is voorts hoe de beoordeling tot stand is gekomen. Duidelijk is dat ook de winnende inschrijver de complexiteit evenmin goed heeft ingeschat en heeft ingeschreven in lijn met de onjuiste c.q. onvolledige uitvraag die de aanbestedende dienst voor ogen had.
3.3.
Kindante voert gemotiveerd verweer. Zij concludeert tot afwijzing van de vordering, omdat (1) de inschrijving niet rechtsgeldig is ondertekend, (2) K+ niet tijdig heeft geklaagd, (3) de vordering naar de aard niet toewijsbaar is en de nevenvordering onduidelijk en onbepaald is, en (4) de beoordeling is verlopen volgens de beschreven beoordelingssystematiek.
De gunningsbeslissing voldoet aan de regels van het spel, omdat het verschil met de inschrijving van Kompas inzichtelijk wordt gemaakt . K+ miskent dat de uitvraag van Kindante ziet op het vinden een goede adviseur die haar ontzorgt.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedeisendheid

4.1.
De spoedeisendheid van de vordering vloeit voort uit de aard van de zaak; het betreft een opgelegde procedure.
De ondertekening van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument
4.2.
De voorzieningenrechter stelt vast dat in de gunningbeslissing van 20 november 2020 (productie 17 bij dagvaarding) geen enkele opmerking is gemaakt inzake de rechtsgeldigheid van de ondertekening van het UEA en de compleetheid van de stukken terzake en dat om die reden de inschrijving terzijde wordt gelegd. Uit HR 7 december 2012 (ECLI:NL:HR:2012:BW9233) volgt dat het in het licht van de rechtszekerheid (gelijkheid en transparantie) niet geoorloofd is na de gunningsbeslissing nog nieuwe gronden aan te voeren. Alleen al om die reden wordt het verweer gepasseerd.
Dat volgens Kindante sprake is van een uitsluitingsgrond waarbij volgens Kindante herstel (het eventueel alsnog overleggen van een toereikende volmacht door K+) niet mogelijk is, maakt dat oordeel niet anders.
De primaire vordering
4.3.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de primaire vordering niet kán worden toegewezen. Niet alleen omdat deze declaratoir van aard is, maar ook omdat K+ geen toereikende feitelijke grondslag – elke informatie over de inschrijving van Kompas ontbreekt immers – noch een toereikende juridische grondslag naar voren brengt, om te kunnen of moeten concluderen dat de inschrijving van Kompas niet voldoet dan wel het moet afleggen tegen de inschrijving van K+.
4.4.
De voorzieningenrechter zal dan ook de subsidiaire vordering beoordelen. Ter zitting heeft de voorzieningenrechter reeds geoordeeld dat recht wordt gedaan met inachtneming van de verduidelijking van de dwangsom.
De motivering van de gunningsbeslissing
4.5.
K+ stelt dat Kindante een zeer uitgebreide en complexe vraagstelling over het energetisch verduurzamen en het opwaarderen van de kwaliteit van het binnenklimaat heeft uitgeschreven (randnummer 17 dagvaarding). Om te kunnen voldoen aan de richtlijn Frisse Scholen B is het volgens K+ noodzakelijk om uitgebreide en kostbare dynamische simulatieberekeningen uit te voeren. K+ is bereid en heeft aangeboden om wat dit betreft een zogenoemde Oververhittingstool te ontwikkelen (nr. 21 dagvaarding). K+ stelt dat Kindante en Kompas niet hebben begrepen dat dit een praktisch én noodzakelijk instrument is om de vraagstelling te kunnen beantwoorden. K+ stelt dat de gunningsbeslissing in dit verband onvoldoende gemotiveerd is en dat een herbeoordeling moet plaatsvinden.
4.6.
De voorzieningenrechter kan K+ niet volgen in deze stellingen.
4.7.
De aanbesteding betreft een meervoudig onderhandse aanbesteding. Dit betekent dat Kindante vooraf aanbieders op hun inhoudelijke kwaliteiten heeft geselecteerd en dat slechts deze aanbieders kunnen inschrijven op de opdracht. Uit het aanbestedingsdocument komt voorts in duidelijke bewoordingen naar voren dat Kindante met haar uitvraag, kort gezegd, tot doel heeft een adviseur aan te trekken die haar ontzorgt.
Elke redelijk geïnformeerd en normaal oplettende inschrijver kan en moet begrijpen dat het beoordelingsteam de wijze van adviseren beoordeelt. Dit blijkt met name uit het feit dat aan het in te dienen advies over een van de schoolgebouwen weliswaar allerlei randvoorwaarden worden gesteld, maar geen punten in het kader van het subgunningscriterium kwaliteit worden toegekend. Er zijn punten te verdienen met het plan van aanpak, de presentatie en het interview.
4.8.
De voorzieningenrechter wijst op de volgende passages uit het aanbestedingsdocument.
In § 1.6 van het aanbestedingsdocument is het doel dat Kindante nastreeft met de uitvraag geformuleerd: het selecteren en contracteren van één opdrachtnemer voor het uitvoeren van energie- en ventilatiescans. De opdrachtnemer dient uiteindelijk per schoolgebouw een advies uit te brengen. In § 1.7.3 van het aanbestedingsdocument worden de randvoorwaarden geformuleerd waaraan een dergelijk advies moet voldoen. In § 1.7.4 zijn vervolgens de concrete verwachtingen over de (inhoud en opbouw van de) rapportages geformuleerd.
Om zicht en gevoel te krijgen voor een aantal aspecten en om faalkosten te voorkomen moet, zo blijkt uit § 1.7.5, de inschrijver een dergelijk advies over één schoolgebouw, te weten ’t Park te Susteren, bij wijze van proeve uitbrengen.
4.9.
In § 3.4.2. van het aanbestedingsdocument wordt beschreven hoe het subgunningscriterium kwaliteit wordt uitgesplitst - (1) plan van aanpak, (2) presentatie en interview - en beoordeeld. In de daarop volgende paragrafen van het aanbestedingsdocument wordt gedetailleerd beschreven waaraan de onderdelen van het subgunningscriterium kwaliteit moeten voldoen om optimale scores te behalen. Van belang is, en dat wordt uitdrukkelijk vermeld op pagina 28 van het aanbestedingsdocument, dat het beoordelingsteam de onderwerpen als samenhangend geheel beschouwt en integraal de kwaliteit van de uitwerking beoordeelt.
4.10.
In het plan van aanpak moet de inschrijver minimaal op vijf onderwerpen ingaan. Het beoordelingsteam beoordeelt de kwaliteit van de vijf onderwerpen absoluut op basis van de antwoorden die gegeven worden (pagina 25). Zie voor de betreffende vragen 1 tot en met vijf hiervoor in rov. 2.1 onder het hoofd “3.4.2.1 Sub-gunningscriterium plan van aanpak
”.
De verschillende aspecten van de antwoorden worden door het beoordelingsteam strikt volgens een puntenmatrix getoetst zoals in dit vonnis vermeld onder het hoofd “3.4.2.2 Beoordeling sub-gunningscriterium plan van aanpak”(p. 6 van dit vonnis).
Het door het beoordelingsteam te hanteren beoordelingscriterium voor de presentatie luidt als volgt (pagina 28):
“- Is de presentatie binnen de gestelde tijd (15 minuten) beëindigd;
- Is de presentatie gestructureerd;
- Zijn alle onderdelen van de kwaliteitswensen aan bod gekomen.”
Het door het beoordelingsteam te hanteren beoordelingscriterium voor het interview luidt tot slot als volgt (pagina 28/29):
“- Kan Inschrijver de vragen duidelijk, helder en overtuigend beantwoorden;
- Zijn de vragen binnen de gestelde tijd (max 5 minuten per vraag) beantwoord;
- Heeft beoordelaar er vertrouwen in dat Inschrijver in staat is om de antwoorden op de kwaliteitswensen in praktijk om te zetten;
- Straalt Inschrijver voldoende kennis van zaken uit.”
4.11.
Uit het voorgaande volgt onmiskenbaar dat Kindante aldus van de inschrijvers verlangt dat zij inzicht geven in hun adviesvaardigheid. De adviesvaardigheid van Kompas is beter beoordeeld dan die van K+, zo blijkt genoegzaam uit de gunningsbeslissing (en ook uit de daarop ter kort gedingzitting door Kindante gegeven toelichting).
Uit de gunningsbeslissing van 20 november 2020 blijkt immers dat het plan van aanpak van K+ door het beoordelingsteam als te summier wordt beoordeeld. Ter kort gedingzitting is daarop toegelicht door Kindante dat K+ de beantwoording van de vragen in elkaar laat overvloeien, zodat niet duidelijk is waar de verschillende aspecten worden behandeld. Kindante geeft aan dat de gestelde vragen niet expliciet (vraag 2) of zelfs in het geheel niet (vraag 3) worden beantwoord, een en ander tegen het licht dat K+ niet de volledige vijf pagina’s heeft benut.
Uit de gunningsbeslissing van 20 november 2020 blijkt voorts dat de inhoud van de presentatie van K+ weliswaar als inhoudelijk voldoende is beoordeeld, maar dat de presentatie beter gestructureerd had kunnen zijn. Ter zitting is daar door Kindante nog aan toegevoegd dat de professionaliteit ondergraven wordt door pijnlijke spelfouten in de presentatie, waardoor niet het gevoel is ontstaan dat de kwaliteit wordt geboden die Kindante zoekt. Inzake het interview van K+ komt uit de beslissing naar voren dat dit onder de maat was, omdat niet doortastend en ontwijkend werd geantwoord, waardoor de indruk ontstond dat er geen eenduidige adviezen zouden worden gegeven. Ter kort gedingzitting is door Kindante benadrukt dat niet duidelijk is gemaakt met eenduidige antwoorden welke precieze maatregelen noodzakelijk zouden zijn om de gebouwen te laten voldoen aan de regelgeving en wat dit minimaal zou kosten, terwijl K+ volgens Kindante ook niet duidelijk maakte dat de voor K+ voorgestelde maatregelen ervoor zouden zorgen dat de gebouwen daadwerkelijk aan de regelgeving zouden voldoen.
Kindante heeft in de gunningsbeslissing summier, maar toereikend, de verschillen benoemd met de winnende inschrijver. Ter kort gedingzitting heeft Kindante voorts kort toegelicht waarin het plan van aanpak, de presentatie en het interview van de winnende inschrijver Kompas verschilde van die van K+. Kompas was vollediger, gestructureerder, explicieter, eenduidiger en duidelijker en leverde aldus, anders dan K+, een professioneler adviesproduct af.
4.12.
Vast staat dat in de Nota van Inlichtingen (productie 15 bij dagvaarding) door de vragenstellers niet wordt ingegaan op de beoordelingssystematiek, de samenstelling en/of expertises van het beoordelingsteam, noch op de ins-en-outs van (de beoordeling van) het plan van aanpak, de presentatie of het interview. Voor zover K+ in haar dagvaarding, toelichting en repliek ter zitting al heeft geconcretiseerd wat er niet deugt aan de beoordelingssystematiek of waar het bij het team van beoordelaars aan schort, is zij met deze bezwaren te laat.
4.13.
De kern van de stellingen van K+, kort gezegd erop neerkomend dat de materie waarover geadviseerd moet worden onder het raamcontract volgens K+ veel complexer is dan de aanbestedende dienst zelf doorheeft, wordt niet alleen onvoldoende verfeitelijkt, maar mist ook voldoende aanknopingspunten bij het doel en de reikwijdte van de uitvraag van Kindante, dan wel bij de formulering van de eisen die aan de onderdelen van het subgunningscriterium kwaliteit worden gesteld.
De stelling dat alleen met het door K+ voorgestelde instrument de situatie in de verschillende schoolgebouwen kan worden beoordeeld en aldus alleen zo de onderliggende vraagstelling adequaat kan worden beantwoord blijft, voor zover dit al de strekking van de uitvraag betreft, bovendien verstoken van voldoende concrete onderbouwing.
4.14.
In elk geval is op grond van hetgeen ter kort gedingzitting nog is gesteld en naar voren gebracht door K+ niet aannemelijk geworden dat K+ wel degelijk een volledig plan van aanpak heeft aangeleverd, een heldere en gestructureerde presentatie heeft gegeven en de interview-vragen adequaat, concreet en eenduidig van een antwoord heeft voorzien, laat staan dat aannemelijk is geworden dat K+ dit alles vollediger, duidelijker en meer gestructureerd, en adequater, concreter en eenduidiger heeft gedaan dan Kompas.
4.15.
Er is geen aanleiding om te moeten oordelen dat aan de gevolgde aanbestedingsprocedure zulke onoverkomelijke haken en ogen kleven dat de inschrijvingen opnieuw zouden moeten worden beoordeeld.
4.16.
De vorderingen moeten worden afgewezen onder veroordeling van K+ in de kosten van het geding aan de zijde van Kindante. Deze worden aan de zijde van Kindante begroot op € 667,00 griffierecht en € 980,00 salaris advocaat.
De nakosten worden toegewezen als onder 5 (de beslissing) wordt verwoord.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt K+ in de kosten van het geding aan de zijde van Kindante begroot op
€ 1.647,00, vermeerderd met de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat K+ niet binnen twee weken na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft 5.2 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma en in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2021. [1]

Voetnoten

1.type: EvB