In deze zaak heeft een notaris een verzoek ingediend tot benoeming van een vereffenaar op grond van artikel 4:204 lid 1 onder a van het Burgerlijk Wetboek (BW). De notaris kon niet voldoen aan zijn betalingsverplichting aan de erfgenamen van een overleden cliënt, omdat hij geen bankrekeningnummer van de erfgenamen had ontvangen. De erflaatster, mevrouw [erflaatster], was overleden op [sterfdatum] en had in haar testament haar echtgenoot en dochter als erfgenamen benoemd. De notaris had een bedrag van € 62.606,99 op zijn kwaliteitsrekening ontvangen, maar kon dit bedrag niet overmaken zonder de benodigde gegevens van de erfgenamen. De dochter van de erflaatster had zich niet verzet tegen de benoeming van een vereffenaar, terwijl de echtgenoot niet op de zitting was verschenen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de notaris niet als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat hij alternatieve mogelijkheden heeft om aan zijn verplichtingen te voldoen, zoals het storten van het bedrag in de consignatiekas. De rechtbank heeft vastgesteld dat de notaris al jarenlang niet in staat is om aan zijn betalingsverplichting te voldoen, maar dat dit niet voldoende is om hem als belanghebbende te beschouwen. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de notaris afgewezen en hem niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot benoeming van een vereffenaar.