ECLI:NL:RBLIM:2021:9178

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 december 2021
Publicatiedatum
6 december 2021
Zaaknummer
C/03/293278 / HA ZA 21-308
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de Rechtbank Limburg in huwelijksgoederengemeenschap geschil

In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, heeft de Rechtbank Limburg op 1 december 2021 een vonnis gewezen in een incident. De procedure betreft een geschil tussen twee partijen over de verdeling van een ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. De eiseres in conventie, die tevens verweerster in reconventie is, heeft een vordering ingesteld, terwijl de gedaagde in conventie, die ook eiser in reconventie is, een verweer heeft gevoerd dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde woonachtig is in de gemeente Echt-Susteren, wat volgens het zaakverdelingsreglement van de Rechtbank Limburg betekent dat de dagvaarding in Roermond had moeten plaatsvinden. De rechtbank heeft geoordeeld dat zij onbevoegd is om van de vordering kennis te nemen, en heeft de zaak overgedragen aan de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. I.M. Etman.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/293278 / HA ZA 21-308
Vonnis in incident van 1 december 2021
in de zaak van
[eiseres in conventie in de hoofdzaak, verweerster in reconventie in de hoofdzaak, verweerster in het incident],
wonend te [woonplaats 1] ,
eiseres in conventie in de hoofdzaak,
verweerster in reconventie in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. G.M.B.R. Niellissen,
tegen
[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiser in reconventie in de hoofdzaak, eiser in het incident],
wonend te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie in de hoofdzaak,
eiser in reconventie in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat mr. D.M.J.M.G. Cuijpers.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie in de hoofdzaak, verweerster in reconventie in de hoofdzaak, verweerster in het incident] en [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiser in reconventie in de hoofdzaak, eiser in het incident] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 5
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie, tevens houdende de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring met producties 1 t/m 9
  • de incidentele conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
De vorderingen van partijen in de hoofdzaak strekken - kort gezegd - tot verdeling van de tussen hen bestaande ontbonden huwelijksgoederengemeenschap.
2.2.
[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiser in reconventie in de hoofdzaak, eiser in het incident] voert in randnummers 1 tot en met 10 van zijn conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie twee verweren aan. Het eerste verweer betreft de relatieve onbevoegdheid van rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht. De rechtbank merkt dit verweer aan als een bevoegdheidsincident. Verder is [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiser in reconventie in de hoofdzaak, eiser in het incident] van mening dat [eiseres in conventie in de hoofdzaak, verweerster in reconventie in de hoofdzaak, verweerster in het incident] niet ontvangen kan worden in haar vorderingen omdat zij zich eerst tot een notaris had moeten wenden gelet op de beschikking van 9 december 2009 met zaaknummer 91882/ FA RK 09/193.
Ontvankelijkheid
2.3.
Het is voor de rechtbank niet duidelijk of [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiser in reconventie in de hoofdzaak, eiser in het incident] bedoeld heeft om ook het niet-ontvankelijkheidsverweer als incident ter beoordeling aan de rechtbank voor te leggen. Voor zover dit de bedoeling was van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiser in reconventie in de hoofdzaak, eiser in het incident] wordt het volgende overwogen. Het niet-ontvankelijkheidsverweer is geen exceptie in de zin van art. 128 lid 3 Rv of een incident in de zin van art. 208 Rv, maar betreft een verweer ten principale. De rechtbank zal hierop in de hoofdzaak beslissen.
Relatieve onbevoegdheid
2.4.
[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiser in reconventie in de hoofdzaak, eiser in het incident] vordert in het incident dat de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht zich onbevoegd verklaart omdat hij woonachtig is in regio Noord, waartoe de gemeente Echt-Susteren behoort. Conform het zaakverdelingsreglement Rechtbank Limburg moet de dagvaarding worden aangebracht bij zittingsplaats Roermond, indien de gedaagde woonplaats heeft in regio Noord.
2.5.
[eiseres in conventie in de hoofdzaak, verweerster in reconventie in de hoofdzaak, verweerster in het incident] stelt dat er geen sprake is van relatieve onbevoegdheid van de Rechtbank Limburg. Indien de zaak op basis van de interne competentie van de Rechtbank Limburg dient plaats te vinden in Roermond heeft zij geen bezwaar tegen verwijzing.
2.6.
Op grond van artikel 99 Rv is relatief bevoegd de rechter van de woonplaats van de gedaagde. Rechtbank Limburg heeft twee zittingsplaatsen te weten Roermond en Maastricht. In het zaakverdelingsreglement rechtbank Limburg, gepubliceerd op rechtspraak.nl, is bepaald dat een gedaagde in een handelszaak die woonachtig is in de gemeente Echt-Susteren, gedagvaard moet worden voor de zittingsplaats Roermond. Omdat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiser in reconventie in de hoofdzaak, eiser in het incident] woonachtig is in de gemeente Echt-Susteren had hij gedagvaard moeten worden voor rechtbank Limburg, locatie Roermond. De handelsrechter van rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht is daarom onbevoegd om van het gevorderde kennis te nemen.
2.7.
De zaak zal worden overgedragen aan de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond.
2.8.
Vanuit de zittingsplaats Roermond zullen partijen vervolgens in kennis worden gesteld over de voortgang van de procedure.
2.9.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
verklaart zich onbevoegd van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen,
3.2.
compenseert de kosten van het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak in conventie en in reconventie
3.3.
draagt de zaak in de stand waarin deze zich bevindt over aan de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de Rechtbank Limburg, Burgerlijk Recht, zittingsplaats Roermond,
3.4.
bepaalt dat de zaak aldaar op de rol zal komen van
woensdag 15 december 2021voor beraad zaaksrechter.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH