Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de rolbeschikking van 7 april 2021 waarbij een mondelinge behandeling is gelast,
- de akte van [eisers] ,
- de akte van [gedaagden] ,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 20 september 2021.
2.De feiten
3.De vordering
4.De beoordeling
Uitgangspunten beoordeling
woonhuis voor eigen bewoning”. Met artikel 6.3 staan [gedaagden] dus in voor de afwezigheid van gebreken die het normaal gebruik van de woning als woonhuis verhinderen.
“ja”hebben beantwoord en daarbij hebben vermeld
“woonkamer nu droog / opgelost”, geldt hetzelfde. Het klopt dat men in beginsel op de juistheid van de antwoorden in de vragenlijst moet kunnen vertrouwen, maar dat betekent niet dat duidelijke signalen op basis waarvan reden bestaat om aan die juistheid te twijfelen, kunnen worden genegeerd. [eisers] hebben dat overigens ook niet gedaan.
“Indien de sandwichpanelen correct zouden zijn bevestigd zou geen knallend geluid moeten kunnen ontstaan althans zou dit danig verminderd moeten worden.”Tijdens de mondelinge behandeling hebben zij hieraan toegevoegd dat uit het rapport van BDA blijkt dat het dak
“op verschillende punten niet goed is vervaardigd”, hetgeen de geluiden verklaart. In combinatie met de structurele verstoring van de nachtrust van [eisers] vormt dit - zo stellen [eisers] - een constructief gebrek, althans een gebrek dat aan normaal gebruik van de woning in de weg staat.
“redelijk wat stoorgeluid van zowel binnen als buiten de woning”. Daarnaast legt Quattro uit dat niet iedere piek die in de grafiek zichtbaar is het
“knallen van het dak”betreft, maar dat ook stoorgeluiden van binnen en buiten de woning zijn weergegeven. Quattro rapporteert vervolgens per nacht hoe vaak zij bij een gemiddeld geluidsniveau van 24 decibel in de ouderslaapkamer op de eerste verdieping en 25 decibel op zolder, een piekwaarde hoger dan 45 decibel, heeft geregistreerd die
“we aan het werken van de constructie van de woning toeschrijven”of
“waarvan wij menen dat deze ontstaan is door thermische werking van materialen onderling in de constructie van de woning.”Op basis van deze bewoordingen van Quattro zelf, kan niet worden vastgesteld dat de gemeten geluidspieken het gevolg zijn van het krimpen en uitzetten van de dakplaten. Alleen al om die reden kan op basis van het rapport van Quattro niet worden geconcludeerd dat in de woning niet ongestoord kan worden geslapen. Deze conclusie wordt echter niet anders in het geval de rechtbank zou aannemen dat de betreffende geluidspieken wel worden veroorzaakt door het krimpen en uitzetten van de dakplaten. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
“thermische werking van materialen onderling in de constructie van de woning”. De hoogste geluidspiek die in de eerste nacht is gemeten en door Quattro hieraan wordt toegeschreven heeft 48,3 decibel geproduceerd. In de tweede nacht produceert de hoogste geluidspiek die Quattro hieraan toeschrijft 59,5 decibel en in de derde en vierde nacht produceert de hoogste geluidspiek respectievelijk 52,2 en 52,8 decibel.
“thermische werking van materialen onderling in de constructie van de woning”en in de tweede nacht meer dan 30 keer. De hoogste geluidspiek die in de eerste nacht is gemeten en door Quattro aan de
“thermische werking van materialen onderling in de constructie van de woning”wordt toegeschreven heeft 65,6 decibel geproduceerd. In de tweede nacht produceert de hoogste geluidspiek die Quattro hieraan toeschrijft 61,8 decibel.
“ja”hebben beantwoord en daarbij hebben vermeld
“woonkamer nu droog / opgelost”, rechtvaardigt die conclusie niet. [eisers] hebben op dit punt verklaard dat dit antwoord de uitkomst van het onderzoek door [naam bedrijf 1] bevestigde en dat men moet kunnen vertrouwen op de antwoorden die in de vragenlijst worden gegeven. Dat is echter onvoldoende voor het oordeel dat de onjuiste voorstelling van zaken die [eisers] over het vochtprobleem hadden, is veroorzaakt door inlichtingen van [gedaagden] Het beroep op dwaling kan daarom op deze grond niet slagen.
“nee”is beantwoord. [gedaagden] betwisten gemotiveerd dat de onjuiste voorstelling van zaken bij [eisers] hierdoor is veroorzaakt. Zij hebben, net als ten aanzien van de vloer, aangevoerd dat [naam bedrijf 1] ook het dak en de dakconstructie heeft geïnspecteerd en zij betogen dat de bevindingen van [naam bedrijf 1] doorslaggevend waren voor de beslissing van [eisers] om tot aankoop van de woning over te gaan. Daarnaast hebben zij naar voren gebracht dat uit het feit dat [eisers] de vragenlijst pas bij de koopovereenkomst hebben ontvangen, blijkt dat deze niet doorslaggevend was voor de aankoopbeslissing. De rechtbank is van oordeel dat [eisers] in dit licht onvoldoende hebben onderbouwd dat hun onjuiste voorstelling van zaken over de dakplaten is veroorzaak door de inlichting die [gedaagden] in de vragenlijst hebben verstrekt. Ook hier geldt dat de enkele stelling dat de antwoorden in de vragenlijst de uitkomst van het onderzoek door [naam bedrijf 1] bevestigde en dat men moet kunnen vertrouwen op de antwoorden die in de vragenlijst worden gegeven, hiervoor onvoldoende is. Bij deze stand van zaken kan niet worden geoordeeld dat de onjuiste voorstelling van zaken van [eisers] is veroorzaakt door de inlichting die [gedaagden] in de vragenlijst hebben verstrekt, zodat het beroep op dwaling op deze grond niet slaagt.
€ 1.126,00 (2 punten x tarief € 563,00)