ECLI:NL:RBLIM:2021:8978

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 november 2021
Publicatiedatum
30 november 2021
Zaaknummer
9493100 CV EXPL 21-4824
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verlofaanvraag door werkgever in kort geding met toetsing aan artikel 7:638 BW

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, heeft eiser, werkzaam als Mobiel Surveillant bij Fortas Mobiele Surveillance B.V., een verlofaanvraag ingediend voor de periode van 25 december 2021 tot en met 9 januari 2022. De werkgever, Fortas, heeft deze aanvraag afgewezen op basis van intern beleid dat stelt dat medewerkers alleen óf met Kerst óf met Oud en Nieuw verlof kunnen krijgen. Eiser is het niet eens met deze afwijzing en heeft een kort geding aangespannen om een voorlopige voorziening te vorderen, zodat hij zijn vakantie kan opnemen zoals aangevraagd.

De procedure begon met een dagvaarding op 22 oktober 2021, gevolgd door een mondelinge behandeling op 11 november 2021. De kantonrechter heeft de spoedeisendheid van de vordering erkend en de zaak beoordeeld aan de hand van artikel 7:638 van het Burgerlijk Wetboek, dat werkgevers verplicht om werknemers in de gelegenheid te stellen vakantie op te nemen, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten.

De kantonrechter oordeelde dat Fortas niet voldoende gewichtige redenen had aangevoerd om de verlofaanvraag van eiser te weigeren, maar tijdens de zitting werd duidelijk dat er wel degelijk redenen waren, zoals structurele onderbezetting en een hoog ziekteverzuim. De kantonrechter concludeerde dat inwilliging van de aanvraag zou leiden tot ernstige verstoring van de bedrijfsvoering. Daarom werden de vorderingen van eiser afgewezen en werd hij veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 9493100 \ CV EXPL 21-4824
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 30 november 2021
in de zaak van:
[eiser],
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. J.J.M.C. Jacobs (DAS Rechtsbijstand),
tegen:
de besloten vennootschap FORTAS MOBIELE SURVEILLANCE B.V.,
gevestigd te Maastricht,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. L.E.I.K. Jaminon.
Partijen zullen hierna (ook) respectievelijk ‘ [eiser] ’ en ‘Fortas’ worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 22 oktober 2021 met producties
  • de op 11 november 2021 gehouden mondelinge behandeling. Van het verhandelde ter zitting zijn aantekeningen gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is sedert 18 mei 2020 in dienst van Fortas in de functie van Mobiel Surveillant.
2.2.
Binnen de organisatie van Fortas wordt met betrekking tot het vaststellen van verlof het volgende beleid gehanteerd, vastgelegd in een reglement, hierna voor zover van belang geciteerd (productie 7 bij dagvaarding) :
INFORMATIE RICHTLIJNEN AFDELING PLANNING
(…)
2. Planning, rooster, verlof en uren.
(…)
2.2.. Verlof aanvragen
(…)
Hierbij dien je met het volgende rekening te houden:
 Tijdens de zomer schoolvakantie mag je niet meer dan 3 aaneengesloten weken (oftewel 21 dagen) verlof/vrije dagen opnemen.
 De feestdagen proberen we zoveel mogelijk te verdelen onder alle medewerkers.
 Dat wil zeggen dat van iedere medewerker wordt verwacht dat je
o óf met kerst werkt (1e en/of 2e kerstdag, dit kan ook een nachtdienst zijn, een dag/avonddienst 24-12 wordt niet gezien als werken met kerst
o óf tijdens de jaarwisseling (een dagdienst op 31-12 wordt niet gezien als werken met de jaarwisseling).
Als je met de jaarwisseling gewerkt hebt, heb je het volgende jaar voorrang op verlof tijdens de jaarwisseling. Enkel op deze wijze kan het verlof met de feestdagen eerlijk worden verdeeld.
2.3.
[eiser] heeft op 1 oktober 2021 een verlofaanvraag ingediend voor de periode 25 december 2021 tot en met 9 januari 2022.
2.4.
Fortas heeft deze verlofaanvraag afgewezen, daarbij wijzend op het binnen de organisatie gehanteerde beleid, kort gezegd inhoudende dat [eiser] alleen óf met Kerst óf met Oud en Nieuw verlof kan krijgen.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] is het met de afwijzing van diens verlofaanvraag niet eens en vordert op die grond om bij vonnis houdende een voorlopige voorziening en uitvoerbaar bij voorraad Fortas te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het vonnis:
uiterlijk binnen 24 uur na ontvangst van het vonnis [eiser] in de gelegenheid te stellen zijn vakantie op te nemen gedurende de periode vanaf 25 december 2021 tot en met 9 januari 2022;
tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten;
met veroordeling van gedaagde in de proceskosten, het salaris van de gemachtigde van [eiser] daaronder begrepen.
3.2.
Fortas voert gemotiveerd verweer. Voor zover van belang zal hierna nader op de stellingen van partijen worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Met de feestdagen voor de deur is de spoedeisendheid van de vordering gegeven. [eiser] is daarmee ontvankelijk in deze procedure in kort geding.
4.2.
De voorliggende vordering van [eiser] dient getoetst te worden aan de in artikel 7:638 van het Burgerlijk Wetboek (BW) vervatte norm. Samengevat: voor zover niet verhinderd door schriftelijke overeenkomst dan wel CAO of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan of de wet, dient de werkgever zijn werknemer ieder jaar in de gelegenheid te stellen vakantie op te nemen
‘overeenkomstig de wensen van de werknemer tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten’.
4.3.
Door Fortas wordt niet gesteld dat de hiervoor in dit vonnis onder 2.2. geciteerde regels deel uitmaken van de met [eiser] gesloten arbeidsovereenkomst. In de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst wordt evenmin verwezen naar dit regelement, zodat de vraag dient te worden beantwoord of Fortas voldoende gewichtige redenen aanvoert om [eiser] de verzochte verlofperiode inclusief de Kerstdagen en Oud en Nieuw te weigeren.
4.4.
Uit het onder 2.2. geciteerde reglement volgt dat de organisatie op de daar voorgestelde wijze het verlof tijdens de feestdagen alleen op de daar opgenomen wijze ‘eerlijk’ denkt te kunnen verdelen. Zonder verdere uitleg acht de kantonrechter dit echter onvoldoende gewichtige redenen om verzocht verlof in die periode, omvattende alle feestdagen, zonder meer te weigeren.
4.5.
Die nadere toelichting gaf Fortas ter zitting wel: door structurele onderbezetting, een hoog uitvalspercentage ten gevolge van ziekte, de vele verlof aanvragen in diezelfde periode en de specifieke werkwijze van de organisatie (juist toezicht houden als de instellingen van haar klanten gesloten zijn), zijn er naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter wél voldoende gewichtige redenen om deze aanvraag van [eiser] af te wijzen. Fortas heeft daarmee de kantonrechter overtuigt dat inwilliging van het verzoek van [eiser] , ook al vanwege de te verwachten precedentwerking, tot een ernstige verstoring van de bedrijfsvoering zal leiden.
4.6.
Dit betekent dat de vorderingen van [eiser] worden afgewezen. Als de in het ongelijk gestelde partij zal [eiser] worden veroordeeld tot betaling van de kosten van dit geding, aan de zijde van Fortas tot op heden begroot op € 747,00 salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de kosten van dit geding, aan de zijde van Fortas tot op heden begroot op € 747,00,
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.