In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, heeft eiser, werkzaam als Mobiel Surveillant bij Fortas Mobiele Surveillance B.V., een verlofaanvraag ingediend voor de periode van 25 december 2021 tot en met 9 januari 2022. De werkgever, Fortas, heeft deze aanvraag afgewezen op basis van intern beleid dat stelt dat medewerkers alleen óf met Kerst óf met Oud en Nieuw verlof kunnen krijgen. Eiser is het niet eens met deze afwijzing en heeft een kort geding aangespannen om een voorlopige voorziening te vorderen, zodat hij zijn vakantie kan opnemen zoals aangevraagd.
De procedure begon met een dagvaarding op 22 oktober 2021, gevolgd door een mondelinge behandeling op 11 november 2021. De kantonrechter heeft de spoedeisendheid van de vordering erkend en de zaak beoordeeld aan de hand van artikel 7:638 van het Burgerlijk Wetboek, dat werkgevers verplicht om werknemers in de gelegenheid te stellen vakantie op te nemen, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten.
De kantonrechter oordeelde dat Fortas niet voldoende gewichtige redenen had aangevoerd om de verlofaanvraag van eiser te weigeren, maar tijdens de zitting werd duidelijk dat er wel degelijk redenen waren, zoals structurele onderbezetting en een hoog ziekteverzuim. De kantonrechter concludeerde dat inwilliging van de aanvraag zou leiden tot ernstige verstoring van de bedrijfsvoering. Daarom werden de vorderingen van eiser afgewezen en werd hij veroordeeld tot betaling van de proceskosten.