ECLI:NL:RBLIM:2021:8977

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 november 2021
Publicatiedatum
30 november 2021
Zaaknummer
C/03/272127 / HA ZA 19-632
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewijslevering en tegenbewijs in civiele procedure met betrekking tot handtekeningen op overeenkomsten

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 24 november 2021 een vonnis gewezen in de zaak tussen [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] en ATLAS EUROTEL B.V. De zaak betreft een verzoek van Atlas Eurotel c.s. om terug te komen op een bindende eindbeslissing en om tussentijds hoger beroep mogelijk te maken. De rechtbank heeft geoordeeld dat de bewijslevering door [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] nog niet is voltooid, en dat het recht op tegenbewijs pas aan de orde is nadat de bewijslevering door de partij met de bewijslast is afgerond. De rechtbank heeft het verzoek van Atlas Eurotel c.s. om heroverweging van de bindende eindbeslissing afgewezen en ook het verzoek om tussentijds hoger beroep is afgewezen. De rechtbank heeft Atlas Eurotel c.s. veroordeeld in de kosten van het incident, vastgesteld op € 239,-. Tevens is [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] opgedragen te bewijzen dat de handtekeningen op de overeenkomsten van geldlening en op de kwitanties zijn gezet door [naam]. De zaak zal opnieuw op de rol komen voor het overleggen van bewijsstukken en het horen van getuigen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/272127 / HA ZA 19-632
Vonnis van 24 november 2021
in de zaak van
[eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser in conventie,
eiser in het incident,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. R.R.J.W. Delsing,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ATLAS EUROTEL B.V.,
gevestigd te Valkenburg a/d Geul,
2.
[gedaagde in conventie, verweerder in het incident, eiser in reconventie sub 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagden in conventie,
verweerders in het incident,
eisers in reconventie,
advocaat mr. P.J.T. Austen.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] en Atlas Eurotel c.s. (en gedaagden afzonderlijk Atlas Eurotel dan wel [gedaagde in conventie, verweerder in het incident, eiser in reconventie sub 2] ) worden genoemd.

6.De procedure

6.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 8 september 2021;
  • de brief van Atlas Eurotel c.s. van 21 september 2021;
  • de akte uitlaten van [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] op de rol van 22 september 2021;
  • het antwoord incident van [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] op de rol van 6 oktober 2021.
6.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

7.De verdere beoordeling

in conventie
in het incident: tussentijds hoger beroep; bindende eindbeslissing
7.1.
Atlas Eurotel c.s. hebben in hun brief van 21 september 2021 de rechtbank verzocht om terug te komen op een bindende eindbeslissing dan wel om tussentijds hoger beroep van het tussenvonnis van 8 september 2021 (hierna: het tussenvonnis) mogelijk te maken.
7.2.
Atlas Eurotel c.s. hebben daartoe in de eerste plaats aangevoerd dat uit de rov. 4.7., 4.11., 4.12. en 4.14. van het tussenvonnis volgt dat de rechtbank de vordering van [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] jegens Atlas Eurotel c.s. zal toewijzen indien [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] slaagt in zijn bewijsopdracht. Daarmee wordt ten onrechte voorbijgegaan aan het recht op tegenbewijs, dat uitdrukkelijk is aangeboden, aldus Atlas Eurotel c.s.
heeft in zijn ‘antwoord incident’ gereageerd op de inhoud van de brief van Atlas Eurotel c.s. van 21 september 2021, maar is niet op deze kwestie ingegaan.
7.3.
De rechtbank gaat ervan uit dat het door Atlas Eurotel c.s. gestelde berust op een misverstand, en overweegt daartoe als volgt.
Het leveren van tegenbewijs is aan de orde nadat de bewijslevering (door de partij op wie de bewijslast rust - in dit geval [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] ) is voltooid. De rechtbank heeft in het tussenvonnis (zie rov. 4.14.) overwogen dat [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] dient aan te geven of hij wil bewijzen dat de handtekeningen op de afzonderlijke overeenkomsten van geldlening en op de kwitanties
(zie rov. 4.3.) zijn gezet door [naam] en zo ja, op welke wijze [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] dit bewijs wil leveren. [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] heeft, zoals hierna nader zal blijken, aangegeven dat (en hoe) hij dit bewijs wil leveren.
De bewijslevering aan de zijde van [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] is daarmee thans nog niet voltooid. Als dat wél het geval is, zal de rechtbank Atlas Eurotel c.s. in staat stellen om aan te geven of en zo ja, hoe zij tegenbewijs tegen (al) het door [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] geleverde bewijs willen leveren.
Voor alle overwegingen en beslissingen in het tussenvonnis waarnaar Atlas Eurotel c.s. in haar genoemde brief hebben verwezen geldt dat zij zijn gegeven/genomen op basis van het uitgangspunt van het dwingend bewijs overeenkomstig artikel 157 lid 2 Rv., en onder het voorbehoud van eventueel tegenbewijs overeenkomstig artikel 151 lid 2 Rv.
Dit laatste volgt, bij nauwkeurige lezing, ook uit het vonnis, zoals uit (de thans gecursiveerde woorden in) de eerste zin van rov. 4.12. in het tussenvonnis: ‘Meer in het bijzonder dient de rechtbank
op dit momentals waar
aan te nemen…’.
7.4.
De genoemde brief van 21 september 2021 bevat ook stellingen naar aanleiding van rov. 4.13. in het tussenvonnis. Atlas Eurotel c.s. verzoeken (ook) in dit verband een heroverweging.
[eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] heeft in zijn ‘antwoord incident’ gesteld dat op dit punt in zijn ogen sprake is van een - niet toegestane - voortzetting van het debat tussen partijen met nieuwe argumenten.
7.5.
De genoemde stellingen van Atlas Eurotel c.s. geven de rechtbank geen aanleiding om te oordelen dat in het tussenvonnis (wellicht) sprake is van een of meer beslissingen die berusten op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag, zodat een heroverweging niet aan de orde is.
7.6. Gelet op al het voorgaande ziet de rechtbank geen reden om enige bindende eindbeslissing in het tussenvonnis (voor zover daar sprake van is) te heroverwegen. Het desbetreffende verzoek van Atlas Eurotel c.s. wordt dan ook afgewezen.
De rechtbank acht ook geen termen aanwezig om tussentijds hoger beroep tegen het tussenvonnis open te stellen. Ook dat verzoek wordt daarom afgewezen.
7.7.
Atlas Eurotel c.s. zal, uitvoerbaar bij voorraad, worden veroordeeld in de kosten van het incident aan de zijde van [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] , die door de rechtbank zullen worden gesteld op
€ 239,-.
in de hoofdzaak: bewijslevering door [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie]
7.8.
De rechtbank heeft [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] in het tussenvonnis, als gezegd, in staat gesteld om aan te geven of hij wil bewijzen dat de handtekeningen op de afzonderlijke overeenkomsten van geldlening en op de kwitanties zijn gezet door [naam] en zo ja, op welke wijze hij dit bewijs wil leveren.
7.9.
[eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] heeft in zijn akte uitlaten aangegeven dat hij het vereiste bewijs wil leveren:
(1) door middel van het doen horen van - met name genoemde - getuigen,
(2) door middel van het aanleveren - tijdig vóór de enquête - van schriftelijk bewijs,
én, gelijktijdig,
(3) door middel van het onderzoek van de desbetreffende handtekeningen door een handschriftdeskundige.
De rechtbank overweegt dat [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] niet deugdelijk heeft toegelicht waarom hij inzake de bewijslevering tot deze voorkeur is gekomen. De rechtbank ziet thans geen reden om, naast de bewijsleveringen onder (1) en (2), meteen ook een deskundige te benoemen. De beslissing op dat verzoek wordt dan ook aangehouden.
Verder zal de rechtbank inzake de bewijslevering door [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] beslissen als na te melden.
in reconventie
7.10.
Iedere beslissing zal worden aangehouden.
in voorwaardelijke reconventie
7.11.
Iedere beslissing zal worden aangehouden.

8.De beslissing

De rechtbank
in conventie
in het incident
8.1.
wijst af het gevorderde;
8.2.
veroordeelt Atlas Eurotel c.s. in de kosten van het incident, aan de zijde van
[eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] tot op heden begroot op € 239,-;
8.3.
verklaart de proceskostenveroordeling in rov. 8.2. uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak
8.4.
draagt [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] op te bewijzen dat de handtekeningen (zoals vermeld in de rov. 4.3. en 4.7. van het tussenvonnis) onder de overeenkomsten en op de kwitanties zijn gezet door [naam] ;
8.5.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
8 december 2021voor het overleggen van
alle beschikbare bewijsstukkenaan de zijde van [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] (waarbij deze bewijsstukken tevens aan de wederpartij moeten worden toegestuurd);
8.6.
bepaalt dat [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] , indien hij
getuigenwil laten horen, dan tevens de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op de dinsdagen en woensdagen in de maanden februari tot en met mei 2022 moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald;
8.7.
bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. W.J.J. Beurskens in het gerechtsgebouw te Maastricht aan St. Annadal 1;
8.8.
verstaat dat [eiser in conventie, eiser in het incident, verweerder in reconventie] bij het oproepen van de getuigen er rekening mee moet houden dat het verhoor van een getuige gemiddeld 60 minuten duurt;
8.9.
verstaat dat de namen en woonplaatsen van de getuigen en de tijdstippen waartegen zij zijn opgeroepen ten minste een week voor het verhoor aan de wederpartij en aan de griffier van de rechtbank dienen te worden opgegeven;
8.10.
houdt iedere verdere beslissing aan;
in reconventie
8.11.
houdt iedere beslissing aan;
in voorwaardelijke reconventie
8.12.
houdt iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Beurskens en in het openbaar uitgesproken op 24 november 2021.