ECLI:NL:RBLIM:2021:8976

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 november 2021
Publicatiedatum
30 november 2021
Zaaknummer
9511921 CV EXPL 21-5013
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van slottermijn en afhandeling resterende werkzaamheden in kort geding

In deze zaak vorderde de aannemer in kort geding de opdrachtgevers te veroordelen tot betaling van de slottermijn van een aannemingsovereenkomst. De vordering werd afgewezen omdat niet vaststond dat de oplevering had plaatsgevonden, waardoor de slottermijn niet opeisbaar was. In reconventie vorderden de opdrachtgevers de aannemer te veroordelen tot het afronden van resterende werkzaamheden, maar ook deze vordering werd afgewezen vanwege onduidelijkheid over de nog te verrichten werkzaamheden. De procedure vond plaats op 30 november 2021 in Maastricht, waar de kantonrechter de zaak beoordeelde op basis van de ingediende stukken en de mondelinge behandeling. De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de oplevering van de woning en dat de aannemer niet verplicht was om de slottermijn te betalen. De kosten van de procedure werden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partij.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 9511921 CV EXPL 21-5013
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 30 november 2021
in de zaak van:
[eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie],
h.o.d.n.
[handelsnaam],
wonend te [woonplaats 1] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
gemachtigde mr. R.L.G.J. Eikelboom,
tegen
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1]
en
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2],
beiden wonend te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
gemachtigde mr. S.X.J. Zuidema.
Partijen zullen hierna [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] , [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met zeven producties
  • de twee door [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] nagezonden producties
  • de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in voorwaardelijke en onvoorwaardelijke reconventie met zeven producties
  • de twee door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] nagezonden producties
  • de mondelinge behandeling op 22 november 2021 waarbij het [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] is toegestaan na de zitting een gecorrigeerde pleitnota in te sturen en waarbij de kantonrechter partijen medegedeeld heeft binnen twee weken vonnis te wijzen
  • de e-mail van 22 november 2021 van [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] waarin zijn gemachtigde nadere stellingen inneemt en waarbij de pleitnota alsmede drie producties zijn gevoegd
  • de e-mail van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] van 22 november 2021 waarin hun gemachtigde bezwaar maakt tegen de aanvullende argumentatie alsmede de drie aanvullende producties.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] heeft rond 19 juli 2019 met [naam 1] en [naam 2] een “aannemingsovereenkomst” gesloten. Op grond van die overeenkomst zou [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] in opdracht van [naam 1] en [naam 2] een woning bouwen aan het adres [adres] te [plaats] voor een bedrag van € 335.000,00. Zij zijn daarbij overeengekomen dat dit bedrag in 10 termijnen betaald zou worden. Voor zover hier relevant zou de negende termijn
€ 16.750,00 bedragen en de tiende termijn “bij oplevering” € 33.500,00.
2.2.
[naam 1] en [naam 2] hebben op enig moment daarna de woning (in aanbouw) verkocht aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] .
2.3.
Omstreeks 30 mei 2020 hebben [naam 1] en [naam 2] met [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] een overeenkomst genaamd “Indeplaatsstelling aannemingsovereenkomst” gesloten. De overeenkomst is mede ondertekend door [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] . In deze overeenkomst staat onder meer dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] met ingang van de passeerdatum in de plaats van [naam 1] en [naam 2] treden ter zake van de nakoming van de aannemingsovereenkomst.
2.4.
De woning is vervolgens bij akte van 24 juli 2020 aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] geleverd.
2.5.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] hebben alle termijnen betaald met uitzondering van de negende termijn: € 16.750,00 bij “Gereedheid stuckwerk”. Van die termijn hebben zij op verzoek van [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] wel € 4.500,00 reeds betaald.
2.6.
Bij factuur van 4 oktober 2021 heeft [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] het volgende in rekening gebracht:
* laatste termijn € 16.750,00
* aanbetaling op deze termijn -/-
€ 4.500,00
Restant € 12.250,00
2.7.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] hebben bij brief van 5 oktober 2021 [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] gesommeerd om binnen veertien dagen sleutels af te geven. De brief bevat als bijlage een lijst van werkzaamheden die [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] volgens [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] nog dient te verrichten. Zij hebben [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] in deze brief gesommeerd om binnen de termijn van veertien dagen deze werkzaamheden te verrichten. De bijlage bevat verder een berekening van minderwerk van € 6.488,40.
2.8.
Bij brief van 6 oktober 2021 heeft [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] gesommeerd tot betaling van (onder meer) € 12.250,00. [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] heeft zich in die brief ook op het standpunt gesteld dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] € 11.661,38 aan meerwerk aan hem verschuldigd zijn, waarvan dan een (lager) bedrag voor minderwerk afgetrokken mag worden.
2.9.
Partijen hebben daarna nog gecorrespondeerd maar dat heeft niet geleid tot overeenstemming. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] hebben dus niets meer aan [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] betaald en [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] heeft geen werkzaamheden meer verricht en de sleutels niet aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] afgegeven.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] vordert om bij wijze van onmiddellijke voorziening bij voorraad
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van:
  • € 12.250,00, als voorschot op het door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] krachtens de aannemingsovereenkomst verschuldigde, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 10 oktober 2021 tot de dag van betaling,
  • de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na vonnisdatum,
  • de nakosten en de eventuele executiekosten.
3.2.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] voeren verweer.
in reconventie
3.3.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] vorderen bij wijze van onmiddellijke voorziening bij voorraad:
voor het geval zij in conventie worden veroordeeld tot betaling van enig bedrag, [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] te veroordelen tot betaling aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] van het minderwerk van
€ 6.488,40 en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] toe te staan dit bedrag te verrekenen met het bedrag waartoe zij in conventie veroordeeld worden,
[eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] te veroordelen om binnen drie dagen na dagtekening van dit vonnis alle in zijn bezit zijnde sleutels van de poort en kastjes van de garage aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en/of [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] ter hand te stellen op straffe van verbeurte van een dwangsom,
[eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] te veroordelen om binnen dertig dagen na dagtekening van dit vonnis de werkzaamheden te verrichten die staan opgesomd in de bijlage van de brief van 5 oktober 2021, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
[eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] te veroordelen tot betaling van de proceskosten en de nakosten.
3.4.
[eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] voert verweer. Ter zitting heeft hij sleutels aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] overhandigd.
3.5.
De gemachtigde van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] heeft onderdeel 2 van de vordering ter zitting ingetrokken.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
De nadere stellingen die (de gemachtigde van) [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] in het e-mailbericht van
22 november 2020 heeft ingenomen, zullen niet bij de beoordeling van het geschil betrokken worden. Dat geldt eveneens voor de bij dat bericht gevoegde producties 10 tot en met 12. Een en ander had vóór of uiterlijk tijdens de zitting ingebracht moeten worden. Aan het einde van de zitting is bepaald dat in de zaak vonnis gewezen zal worden en vanaf dat moment is de discussie tussen partijen gesloten. Het is daarom in strijd met de regels van een goede procesorde dat [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] daarna nog nadere stellingen inneemt en producties indient.
in conventie
4.2.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] betogen het volgende. Op verzoek van [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] hebben zij, toen zij de negende termijn (bij gereedheid stucwerk) verschuldigd waren, niet deze termijn van 16.750,00 hebben betaald maar de aanzienlijk hogere termijn van € 33.500,00. [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] had daarom verzocht omdat hij financieel in een moeilijk parket zat. Dit betoog is door [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] niet betwist, zodat de kantonrechter uitgaat van de juistheid daarvan. Logischerwijs volgt hieruit dat partijen in afwijking van de in de aannemingsovereenkomst opgenomen wijze van betaling nader zijn overeengekomen dat het bedrag van € 16.7500,00 als slottermijn heeft te gelden. Dit blijkt ook wel uit het feit dat [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] in de factuur van 4 oktober 2021 rept van “laatste termijn” (zie 2.6.). Deze laatste termijn is krachtens de aannemingsovereenkomst eerst verschuldigd na oplevering en dus niet, zoals [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] stelt, bij gereedheid van het stucwerk.
4.3.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] voeren aan dat oplevering nog niet heeft plaatsgevonden en dat [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] nog werkzaamheden dient te verrichten. In reactie hierop heeft [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] ter zitting aangevoerd dat wel degelijk is opgeleverd. Dit onderbouwt hij met de stelling dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] de woning reeds bewonen. Ook wijst hij erop dat op 13 april 2021 een eindinspectie heeft plaatsgevonden.
4.4.
De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de oplevering heeft plaatsgevonden. Het enkele feit dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] de woning bewonen, duidt daar niet op, want ook dan kan er sprake zijn van nog te verrichten werkzaamheden op grond van de aannemingsovereenkomst. Vast staat dat er nog werkzaamheden verricht dienden te worden op het moment dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] de woning betrokken. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] heeft ter zitting namelijk betoogd dat (onder andere) het terras op dat moment nog niet was gerealiseerd en dat is door [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] niet betwist. Dat in het bijzijn van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] op 13 april 2021 de definitieve oplevering plaats zou hebben gevonden, is door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] betwist. Zij stellen dat het toen ging om een gemeentelijke eindinspectie. Op grond van deze gemotiveerde betwisting is dus evenmin komen vast te staan dat op 13 april 2021 de werkzaamheden zijn opgeleverd.
4.5.
Op grond van voorgaande overwegingen bestaat op dit moment onvoldoende zekerheid dat de door [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] gevorderde betaling van de laatste termijn in een bodemprocedure zal worden toegewezen. Het heeft er namelijk alle schijn van dat de laatste door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] te betalen termijn op dit moment nog niet opeisbaar is. Hieruit volgt dat het door [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] gevorderde voorschot op die termijn zal worden afgewezen.
4.6.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] worden veroordeeld tot betaling van de kosten van dit geding, aan de zijde van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] tot op heden begroot op
€ 747,00 salaris gemachtigde.
4.7.
De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze als in de navolgende beslissing is bepaald.
in reconventie
4.8.
Onderdeel 1. van de vordering van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] is voorwaardelijk ingesteld, namelijk voor het geval zij in conventie zullen worden veroordeeld tot betaling aan [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] van een voorschot. Aan die voorwaarde wordt niet voldaan aangezien de vordering in conventie zal worden afgewezen. Aan een beoordeling van dit onderdeel komt de kantonrechter daarom niet toe.
4.9.
Onderdeel 2. van hun vordering hebben [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] ingetrokken, zodat ook dit onderdeel niet verder hoeft te worden beoordeeld.
4.10.
Van (nagenoeg) alle werkzaamheden die [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] in onderdeel 3. hebben opgesomd, betwist [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] dat die nog door hem verricht moeten worden. Hierdoor is onduidelijk gebleven welke werkzaamheden [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] op basis van de aannemingsovereenkomst nog zou moeten verrichten. Bovendien hebben [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] voor wat betreft de door [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] niet betwiste werkzaamheden (aanbrengen van een strip in de keuken en herstel van krimpscheuren) geen spoedeisend belang bij toewijzing van dit beperkte deel, nog daargelaten dat [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] voor wat betreft het herstel van de krimpscheuren ook het standpunt heeft ingenomen dat dit krachtens de aannemingsovereenkomst voor rekening van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] komt.
In het kader van deze kort geding procedure bestaat geen ruimte om partijen toe te laten tot het bewijs van hun stellingen. Op grond van deze overwegingen zal ook dit onderdeel van de vordering van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] afgewezen worden.
4.11.
Als de in het ongelijk gestelde partij zullen [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] tot op heden begroot op € 747,00 salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na vandaag tot de dag van betaling.
4.12.
De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze als in de navolgende beslissing is bepaald.
4.13.
De door [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] in reconventie gevorderde veroordeling van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] tot betaling van de executiekosten, zal worden afgewezen. Onzeker is namelijk of die kosten gemaakt zullen worden en, als die kosten al gemaakt zullen worden, hoe hoog die kosten dan zullen zijn.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] tot betaling van de kosten van dit geding, aan de zijde van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] tot op heden begroot op € 747,00,
5.3.
veroordeelt [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] , onder de voorwaarde dat hij niet binnen twee weken na aanschrijving door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] volledig aan 5.2. van dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 124,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.
in reconventie
5.4.
wijst de vordering af,
5.5.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] hoofdelijk tot betaling van de kosten van dit geding, aan de zijde van [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] tot op heden begroot op € 747,00, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na vandaag tot de dag van betaling,
5.6.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] hoofdelijk, onder de voorwaarde dat zij niet binnen twee weken na aanschrijving door [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] volledig aan 5.5. van dit vonnis voldoen, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 124,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.
in conventie en in reconventie
5.7.
verklaart de onderdelen 5.2., 5.3., 5.5. en 5.6. uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en is in het openbaar uitgesproken.
Type: RW