Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[handelsnaam],
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met zeven producties
- de twee door [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] nagezonden producties
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in voorwaardelijke en onvoorwaardelijke reconventie met zeven producties
- de twee door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] nagezonden producties
- de mondelinge behandeling op 22 november 2021 waarbij het [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] is toegestaan na de zitting een gecorrigeerde pleitnota in te sturen en waarbij de kantonrechter partijen medegedeeld heeft binnen twee weken vonnis te wijzen
- de e-mail van 22 november 2021 van [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] waarin zijn gemachtigde nadere stellingen inneemt en waarbij de pleitnota alsmede drie producties zijn gevoegd
- de e-mail van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] van 22 november 2021 waarin hun gemachtigde bezwaar maakt tegen de aanvullende argumentatie alsmede de drie aanvullende producties.
2.De feiten
€ 16.750,00 bedragen en de tiende termijn “bij oplevering” € 33.500,00.
€ 4.500,00
3.Het geschil
- € 12.250,00, als voorschot op het door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] krachtens de aannemingsovereenkomst verschuldigde, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 10 oktober 2021 tot de dag van betaling,
- de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na vonnisdatum,
- de nakosten en de eventuele executiekosten.
€ 6.488,40 en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] toe te staan dit bedrag te verrekenen met het bedrag waartoe zij in conventie veroordeeld worden,
4.De beoordeling
22 november 2020 heeft ingenomen, zullen niet bij de beoordeling van het geschil betrokken worden. Dat geldt eveneens voor de bij dat bericht gevoegde producties 10 tot en met 12. Een en ander had vóór of uiterlijk tijdens de zitting ingebracht moeten worden. Aan het einde van de zitting is bepaald dat in de zaak vonnis gewezen zal worden en vanaf dat moment is de discussie tussen partijen gesloten. Het is daarom in strijd met de regels van een goede procesorde dat [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] daarna nog nadere stellingen inneemt en producties indient.
€ 747,00 salaris gemachtigde.
5.De beslissing
- € 124,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.
- € 124,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.