ECLI:NL:RBLIM:2021:8950

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 december 2021
Publicatiedatum
30 november 2021
Zaaknummer
03/702693-17
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek Baila. Medeplegen hennephandel, witwassen en bezit GHB. Spilfiguur terwijl handelsvoorraad en handelsgeld niet direct naar hem te herleiden zijn. Gezamenlijke uitvoering. Recidive. Strafkorting van 1/3 deel wegens schending redelijke termijn. Gevangenisstraf van 16 maanden.

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1986 en woonachtig in Stein, heeft de rechtbank Limburg op 1 december 2021 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder hennephandel, witwassen en het bezit van GHB. Het onderzoek, genaamd Baila, werd gestart op basis van informatie over vermoedelijke drugshandel vanuit een woonwagenkamp in Stein. Tijdens de actiedag op 1 september 2017 werden aanzienlijke hoeveelheden hennep, GHB, een vuurwapen en grote sommen contant geld aangetroffen. De verdachte speelde een centrale rol in de drugshandel, waarbij hij als aanspreekpunt fungeerde voor kopers en betrokken was bij de distributie van drugs. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met medeverdachten, gedurende een periode van bijna vijf maanden hennep heeft verhandeld en dat hij 100 ml GHB aanwezig had. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele andere feiten, waaronder het voorhanden hebben van een pistool en stroomdiefstal, maar achtte hem schuldig aan het medeplegen van witwassen van een aanzienlijk geldbedrag. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 16 maanden, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummers: 03/702693-17 en 03/721057-14 (tul)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 1 december 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1986,
BRP-ingeschreven op het adres [adres 1] te 6171 XD Stein .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. A.A.Th.X. Vonken, advocaat, kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 28 en 29 september 2021. De verdachte en zijn raadsman zijn telkens verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Op 1 december 2021 is het onderzoek ter terechtzitting gesloten.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte al dan niet samen met anderen:
  • feit 1:tussen 4 april 2017 en 1 september 2017 hennep heeft verhandeld;
  • feit 2:een pistool en een patroon voorhanden heeft gehad;
  • feit 3:100 ml GHB aanwezig heeft gehad;
  • feit 4:59 gram hennep aanwezig heeft gehad;
  • feit 5: elektriciteit heeft gestolen met behulp van braak dan wel verbreking;
  • feit 6: diverse geldbedragen heeft witgewassen, te weten:
- 40.600 euro;
- 10 .666 euro;
- 17.597 euro.

3.De beoordeling van het bewijs

Inleiding
Naar aanleiding van TCI-informatie en een MMA-melding werd op 1 april 2017 het onderzoek Baila opgestart. Dit betrof een onderzoek naar vermoedelijke drugshandel vanaf het woonwagenkamp aan de [adres 5] in Stein. Als verdachten werden meerdere personen aangemerkt, onder wie [verdachte] en [medeverdachte 1] . Bij het onderzoek werd gebruikt gemaakt van observaties en een peilbaken. Op 1 september 2017 vond de actiedag plaats, waarbij in en in de buurt van verschillende woonwagens en een caravan op het kamp onder meer ruim 65 duizend euro contant geld, een wapen en soft- en harddrugs werden aangetroffen. Elders in Stein werden in de woning van [medeverdachte 2] hennep en daaraan te relateren goederen aangetroffen. In Beek werd in de woning van [medeverdachte 3] onder meer een hennepdrogerij met ruim 22 kilogram hennep aangetroffen.
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van de feiten 2, 4 en 5 en tot bewezenverklaring van de feiten 1, 3 en 6, met dien verstande dat:
  • bij feit 3 geen sprake is van medeplegen;
  • bij feit 6 sprake is van schuldwitwassen, in de vorm van het voorhanden hebben van geld uit een eigen misdrijf, van bedragen van 39.215 euro (gevonden in de woonwagen op perceel [nummer 3] ) en 26.150 euro (gevonden in de woonwagen en caravan op perceel 16).
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de bewezenverklaring van de hennephandel (feit 1) en het aanwezig hebben van GHB (feit 3) en heeft vrijspraak bepleit van de overige feiten.
De verdediging heeft voorts, indachtig art. 344a lid 3 Sv, verzocht om de anonieme informanten als getuige te horen. De rechtbank heeft geconstateerd dat een dergelijk verzoek reeds ter terechtzitting van 21 maart 2018 is afgewezen. Nu geen nieuwe feiten en omstandigheden zijn aangevoerd zal de rechtbank dit verzoek wederom afwijzen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Feiten 1: hennephandel
Bewijsmiddelen: hennephandel
[verdachte]verklaarde ter terechtzitting van 28 september 2021 – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:
Het is juist dat ik destijds in 2017 wel eens wat hennep heb verhandeld. (...) De GHB die bij mij thuis is aangetroffen, was voor eigen gebruik. (…) Ik sliep zowel in de woonwagens op perceel [nummer 1] als op perceel [nummer 2] .
Actiedag / doorzoekingen
Op
1 september 2017omstreeks 15.15 uur betrad de politie het woonwagenkamp aan de [adres 5] in Stein. De diverse woningen werden betreden en de gehele situatie op het woonwagenkamp werd bevroren. Onder andere [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] werden aangehouden. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zaten samen in een Peugeot met kenteken [kenteken 1] en [verdachte] zat voor de woning op perceel [nummer 1] . [2]
Verbalisant [verbalisant 1]relateerde hierover het volgende: [3]
Op 1 september 2017 werd omstreeks 13.00 uur gestart met de observatie. (…) Omstreeks 15.00 uur hoorde ik van het observatieteam dat [medeverdachte 2] als bestuurder van zijn Peugeot met kenteken [kenteken 1] het woonwagenkamp was opgereden en dat als bijrijder een hen onbekende man was ingestapt en men in de richting van Stein reed. (…) Enkele minuten later hoorde ik dat men samen de centrale toegang van de woning van [medeverdachte 2] aan de [adres 2] in Stein naar binnen liep, dat men daar enkele minuten later weer naar buiten kwam en dat hierbij [medeverdachte 1] herkend werd als de tweede man. Ik hoorde dat [medeverdachte 1] op dat moment een witte tas bij zich droeg die hij tussen zijn benen zette waarna men wegreed. Ik hoorde vervolgens dat men terugreed naar de woonwagenlocatie aan de [adres 5] alwaar [medeverdachte 1] woonachtig is. (…) Omstreeks 15.15 uur hoorde ik van het observatieteam dat [medeverdachte 1] de tas naast de auto neerzette waarna deze door een hen onbekende man met grote letters 74 op zijn shirt werd opgepakt. Op dat moment reed ik, en de gehele Ondersteuningsgroep, het woonwagenkamp op. (…) Ik zag dat op ongeveer 2 meter afstand van de Peugeot de mij ambtshalve bekende [betrokkene 1] stond. Ik zag dat hij in zijn linker hand een witte bigshopper vasthad. Ik zag dat hij bij het zien van mij deze bigshopper onder een aldaar geparkeerde camper gooide. Ik zag dat hij een t-shirt aanhad met op de achterzijde groot het nummer 74. (…) Ik pakte vervolgens de witte bigshopper die nog steeds onder de camper lag. Ik zag dat deze gevuld was met diverse gesealde doorzichtige plastic zakjes met daarin grote hoeveelheden hennep (ongeveer een halve kilo).
De hennep in de bigshopper werd in beslag genomen. De kennisgeving van inbeslagneming vermeldt dat sprake is van
475 gram henneptoppen. [4]
Op 1 september 2017 werd de woning
[adres 2] te Steindoorzocht. Op dat adres stond destijds onder meer ingeschreven [medeverdachte 2] . Tijdens de doorzoeking werden onder meer hennep, hennepgruis en hasjiesj aangetroffen. [5] In totaal werden
3.312 gram (bruto) hennep/henneptoppenen
696 gram hasj/hasjiesjin beslag genomen. [6]
De kennisgeving van inbeslagneming van deze doorzoeking vermeldt de volgende in beslag genomen stoffen (voorzien van netto gewichten): [7]
  • 38 gram henneptoppen (in de meterkast);
  • 696 gram hasjiesj (in de meterkast);
  • 110 gram hennepgruis (in een emmer met opschrift “mooi” in de meterkast);
  • 650 gram hennep in een gripzak met opschrift “alba”;
  • 910 gram hennep in een gripzak met opschrift “candy”;
  • 770 gram hennep in een gripzak met opschrift “schoon”;
  • 1.110 gram hennep in een gripzak met opschrift “lesman”.
Drie monsters van de vermoedelijke hasjiesj regeerden bij een MMC-kleur-reactietest positief op de aanwezigheid van
hasjiesj. [8]
Zes monsters van de vermoedelijke hennep reageerden bij een MMC-kleur-reactietest positief op de aanwezigheid van
hennep. [9]
Tijdens de doorzoeking in de woning [adres 2] in Stein werden tevens aangetroffen: weegschalen, bakjes met hennepresten, verpakkingsmaterialen, en een apparaat om vacuüm te verpakken en zakken dicht te sealen. [10]
Op 1 september 2017 vond in de woning
[adres 3] te Beekeen doorzoeking plaats. Dit betrof de woning van de verdachte [medeverdachte 3] . In de woning lag onder meer een identiteitskaart van deze verdachte en meerdere aan hem geadresseerde poststukken. Een van de slaapkamers was ingericht als droogruimte voor het drogen van hennep. In totaal werd
22.790 gramhennep aangetroffen, verdeeld over 9 zakken met voorverpakte hennep en vier droognetten met respectievelijk 6, 5, 6 en 7 zakken. [11] De kennisgeving van inbeslagneming vermeldt dat sprake was van gedroogde hennep. [12]
Een aantal van de in beslag genomen henneptoppen reageerde bij een MMC-kleur-reactietest positief op de aanwezigheid van
hennep. [13]
Observaties / beelden / peilbaken
De rechtbank merkt op dat zij in de weergave van de volgende bewijsmiddelen voor wat betreft de bevindingen van diverse (camera)observaties in de meeste gevallen volstaat met een samenvatting van de politie van die bevindingen. De rechtbank is van oordeel dat die samenvattingen, gezien de onderliggende specifieke beschrijvingen/printscreens, een juist beeld geven van wat de politie heeft kunnen waarnemen. Daar waar dit niet het geval is, zal de rechtbank de onderliggende beschrijvingen opnemen.
Van week 14 tot en met week 27 van het jaar 2017 werd de Nissan Almera met kenteken [kenteken 2] in het kader van stelselmatige observatie voorzien van een
peilbaken. [14] Deze auto stond op naam van de vriendin van [medeverdachte 2] en zij waren samen woonachtig op het adres [adres 2] te Stein. [15]
Verbalisant [verbalisant 1] analyseerde de peilbakengegevens over de periode van
6 tot en met 11 april 2017en relateerde daarover – zakelijk weergegeven – dat direct vier locaties opvallen qua aantallen stops en bewegingen. Te zien is dat het technisch hulpmiddel in deze periode meerdere malen per dag op en neer rijdt tussen deze locaties, te weten:
  • de omgeving [adres 9] te Stein, alwaar [medeverdachte 2] woonachtig is;
  • de [adres 5] in Stein, zijnde het woonwagenkamp waar [verdachte] woonachtig is;
  • de [adres 7] in Beek, zijnde de woning van [medeverdachte 3] , de zoon van [medeverdachte 2] ;
  • de omgeving Heerstraat Centrum Stein, alwaar de moeder van [medeverdachte 2] woont.
Verbalisant [verbalisant 2] analyseerde de peilbakengegevens over de periode van
1 tot en met 5 juli 2017. Hij relateerde daarover het volgende: [17]
Uit mijn analyse bleek eveneens dat vier door verbalisant [verbalisant 1] genoemde locaties frequent bezocht werden. Waarbij opviel dat de genoemde woonwagen locatie meerdere keren op een dag bezocht werd voor korte of langere tijd. Soms zelfs meer dan 5 maal per dag.
Verder bleek mij dat het voertuig op andere adressen soms slechts 1 minuut stilstond. Die adressen en omgeving zijn door mij nader onderzocht met behulp van de geautomatiseerde bestanden van de politie. Hierbij bleek mij dat op sommige van de genoemde adressen of in de onmiddellijke omgeving daarvan mensen woonachtig zijn die zelf reeds eerder met de politie in aanraking zijn gekomen voor het telen van hennep of andere overtredingen van de Opiumwet.
Verder was het opvallend dat het voertuig met het technisch hulpmiddel na het bezoeken van zo'n adres telkens langs het woonadres, [adres 2] te Stein van de verdachte [medeverdachte 2] , reed, daar enkele minuten of langer stilstond en dan onmiddellijk daarna naar de genoemde woonwagenlocatie aan de [adres 5] te Stein reed.
Verbalisant [verbalisant 1] postte op
18 en 19 juli 2017bij het woonwagenkamp aan de [adres 5] in Stein. Daarover relateerde hij het volgende: [18]
18 juli 2017: Op 18 juli 2017 werd door mij van ongeveer 15.15 tot 16.00 uur en vanaf ongeveer 18.45 uur onopvallend post gevat aan de achterzijde van het woonwagenkamp. (…) Tijdens dit posten werd door mij diverse malen (circa 20 keer) waargenomen dat de mij ambtshalve bekende [verdachte] de caravan (met tuinhuisje) huisnummer [nummer 1] naar binnen en buiten liep. Ik zag dat bij de woning met huisnummer [nummer 1] veel aanloop was van verschillende mij onbekende personen die kortstondig (5-15 minuten) voor of rondom de woning verbleven waarna zij weer vertrokken. Door mij werd gezien dat zij op enig moment kort contact hadden met de mij ambtshalve bekende [verdachte] en/of met andere personen, waarna men weer vertrok.
19 juli 2017 (voorzijde): Op 19 juli 2017 werd door mij tussen 17.25 uur en 18.30 uur post gevat rondom de ingang van de [adres 5] in Stein. Ik zag dat in genoemde periode veel auto’s af en aan reden naar en van het kamp. Ik zag dat hier tevens enkele Belgische voertuigen bij zaten. Ik zag onder andere een Peugeot (kenteken [kenteken 1] ) met daarin [medeverdachte 2] en de mij ambtshalve bekende [medeverdachte 1] .
19 juli 2017 (achterzijde): Op 19 juli 2017 werd door mij post gevat op dezelfde locatie van 19.00 uur tot en met 20.15 uur. Tijdens deze observatie werd door mij wederom gezien dat de woning [adres 4] diverse malen bezocht werd door mij onbekende personen die kortstondig daar verbleven waarna men weer vertrok.
Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 1] analyseerden de opgenomen
camerabeeldenmet zicht op de [adres 5] in Stein van
26 juli 2017en relateerden daarover het volgende: [19]
Vermoedelijke deal tussen inzittenden Opel bestelauto en [verdachte] / [medeverdachte 2] :
  • 12.06: personenauto merk Opel bestelauto parkeert voor perceel [nummer 1] , 2 NN-personen stappen uit dit voertuig en maken voor de woning perceel [nummer 1] contact met [verdachte] .
  • 12.07: [verdachte] pleegt vervolgens vermoedelijk een telefoontje (gsm aan zijn oor) en loopt vervolgens kort de woning nummer [nummer 1] binnen (kleine caravan).
  • 12.09: [verdachte] rijdt weg op een scooter welke geparkeerd stond voor perceel [nummer 1] , rijdt weg in de richting van Centrum Stein.
  • 12.09: de 2 NN-personen die aankwamen gereden in de Opel bus parkeren deze tussen perceel [nummer 1] en [nummer 3] en wachten voor en op perceel [adres 4] .
  • 12.13: personenauto Peugeot 306 station-model komt het woonwagenkamp opgereden en stopt voor perceel [nummer 1] .
  • 12.13: [medeverdachte 2] stapt uit deze Peugeot, opent het achterportier en pakt vanaf de achterbank een zeer grote donkere tas en overhandigt deze aan een van de 2 NN-personen die uit de Opel bestelauto is gekomen. De persoon met de tas loopt vervolgens samen met de andere NN-man terug naar de Opel bestelauto en stapt in.
  • 12.14: [medeverdachte 2] stapt vervolgens in zijn Peugeot en verlaat het woonwagenkamp.
  • 12.14: Opel bestelbus met de 2 NN-personen verlaat eveneens het woonwagenkamp.
  • 12.17: personenauto merk Audi type A3 komt het woonwagenkamp opgereden met daarin 2 NN-personen en stopt ter hoogte van perceel [nummer 1] . Rijden om 12.19 uur weer het woonwagenkamp af.
  • 12.22: [verdachte] keert terug naar perceel [nummer 1] en parkeert de scooter voor de woning en gaat zelf de woning perceel [nummer 1] binnen.
Vermoedelijke deal tussen bestuurder Audi en [betrokkene 1] :
(…)
  • 14.50: [medeverdachte 1] stapt als bijrijder in de Peugeot van [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] stapt als bestuurder in de Peugeot en [medeverdachte 3] neemt linksachter plaats op de achterbank, waarna zij het woonwagenkamp verlaten.
  • (…)
  • 15.11: Komt een personenauto, Peugeot station, aangereden op het woonwagenkamp met daarin als bestuurder [medeverdachte 2] en als bijrijder [medeverdachte 1] , [medeverdachte 1] draagt in zijn linker hand een plastic zak, vermoedelijk met opschrift Lidl gezien de afbeelding op de zak. [medeverdachte 2] gaat de woning perceel [nummer 1] binnen en komt met een beker/glas naar buiten.
  • 15.13: [medeverdachte 2] loopt terug naar zijn auto en gaat bij de voorbumper op de grond liggen en frunnikt ergens bij de voorste kentekenplaat.
  • 15.24: [betrokkene 1] staat op vanaf het bankje voor perceel [nummer 1] , neemt daarbij de plastic tas mee, die [medeverdachte 1] omstreeks 15.11 had meegenomen, en loopt naar een personenauto, vermoedelijk een Ford Ka die geparkeerd staat aan de ingang van het woonwagenkamp en verlaat het woonwagenkamp.
  • 15.25: [verdachte] komt terug het woonwagenkamp opgereden op een scooter en parkeert deze voor perceel [nummer 1] , [verdachte] neemt plaats op het bankje voor perceel [nummer 1] bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] .
  • 15.30: komt een NN-persoon aangereden op een scooter en legt contact met de 3 mannen die op het bankje bij perceel [nummer 1] zitten.
  • 15.45: Komt de Ford Ka met als bestuurder [betrokkene 1] terug het woonwagenkamp op. De Ford wordt wederom aan de ingang van het woonwagenkamp geparkeerd, [betrokkene 1] loopt direct naar het bankje voor perceel [nummer 1] en neemt daar plaats.
  • 15.53: Komt de Peugeot met als bestuurder [medeverdachte 2] het woonwagenkamp opgereden en parkeert pal voor perceel [nummer 1] .
  • 15.53: [verdachte] komt uit de woning perceel [nummer 1] gelopen en loopt direct naar de kofferbak van de Peugeot en opent deze. [medeverdachte 2] komt daarna bij [verdachte] staan en men kijkt samen een tijdje in de kofferbak.
  • 15.57: [medeverdachte 2] stapt als bestuurder in de Peugeot in, als bijrijder stapt [medeverdachte 1] in. Op dit zelfde moment loopt [betrokkene 1] vanaf het bankje voor perceel [nummer 1] naar zijn Ford Ka.
  • 15.58: De Peugeot stopt voor perceel [nummer 3] , de woning van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 1] stapt als bijrijder uit de auto en loopt kort de woning perceel [nummer 3] binnen, en stapt vervolgens als bijrijder in de Peugeot van [medeverdachte 2] . Tijdens het achteruit afrijden van het woonwagenkamp loopt [betrokkene 1] vanaf zijn Ford Ka terug het woonwagenkamp op en heeft daarbij een plastic tas in zijn linker hand. Deze plastic tas wordt aan de bijrijderszijde in de achteruitrijdende Peugeot geworpen, waarvan [medeverdachte 1] de bijrijder is.
  • (…)
  • 16.21: Een personenauto merk Audi type A3 komt het woonwagenkamp opgereden, een NN-man met camouflage shirt stapt uit en loopt naar [verdachte] die voor de woning huisnummer [nummer 1] zit, zij geven elkaar een hand waarna NN-man bij [verdachte] gaat zitten.
  • 16.23: [verdachte] belt
  • 16.23: komt [medeverdachte 2] aangereden met zijn Peugeot station met als bijrijder [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] gaat bij huisnummer [nummer 3] naar binnen. [medeverdachte 2] heeft een grote ogenschijnlijk gevulde tas met opschrift Lidl vast in zijn rechter hand, loopt naar de NN-man die uit de Audi kwam en geeft hem deze tas, NN-man bekijkt de inhoud van deze tas. Op dat moment zit [verdachte] naast deze persoon en hierbij staan tevens [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] .
  • 16.24: [medeverdachte 2] loopt [nummer 1] naar binnen.
  • 16.25: NN-man die inhoud zak bekijkt geeft iets aan [verdachte] die naast hem zit.
  • 16.25: [verdachte] , [medeverdachte 1] , [betrokkene 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , en de NN-man uit Audi zitten voor huisnummer [nummer 1] en bekijken de inhoud van de zak. [betrokkene 1] loopt vervolgens met de zak in de richting van zijn Ford Ka die bij ingang geparkeerd staat en komt halverwege teruggelopen met de zak.
  • 16.26: VW Touareg komt terug met als bestuurder de vriendin van [verdachte] en parkeert voor perceel [nummer 1] .
  • 16.27: [betrokkene 1] komt terug bij de woning nummer [nummer 1] met Lidl zak en haalt hier iets uit en geeft dit aan de NN-man van de Audi. [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [verdachte] staan hierbij. Op datzelfde moment loopt [medeverdachte 2] naar zijn Peugeot en rijdt hiermee weg. Na de overdracht loopt [betrokkene 1] weg met de Lidl tas en loopt naar zijn Ford Ka, legt hierin de tas en komt vervolgens terug naar perceel [nummer 1] .
  • 16.49: NN-man met camouflageshirt rijdt weg met zijn Audi A3.
  • 16.50: [betrokkene 1] komt het woonwagenkamp opgelopen en gaat bij woning nummer [nummer 1] naar binnen. Ford Ka staat bij de ingang van het woonwagenkamp geparkeerd.
  • 16.52: [medeverdachte 1] komt bij woning nummer 12 naar buiten en gaat voor woning nummer [nummer 1] zitten.
  • 16.55: [verdachte] komt vanuit woning [nummer 1] naar buiten en loopt naar de achterzijde van de caravan en dus uit beeld.
  • 16.57: [medeverdachte 2] komt aangereden met zijn Peugeot en gaat bij woning nummer [nummer 1] naar binnen, komt direct weer naar buiten en loopt eveneens naar de achterzijde van de caravan en verdwijnt uit beeld.
  • 16.58: [verdachte] en [medeverdachte 2] komen vanaf de achterzijde perceel [nummer 1] aangelopen en staan vervolgens voor woning [nummer 1] . [medeverdachte 3] komt uit woning [nummer 1] en staat erbij. [medeverdachte 1] zit dan ook nog aan voorzijde van woning [nummer 1] .
  • 17.00: [medeverdachte 1] loopt weg en gaat bij woning nummer [nummer 3] naar binnen.
  • 17.05: [medeverdachte 1] overhandigt iets aan [verdachte] . [verdachte] is hier een tijdje mee in de weer, het lijkt op sommige momenten of [verdachte] geld telt en af en toe iets aan [medeverdachte 2] overhandigt.
[medeverdachte 2] komt grote zakken brengen:
  • 17.23: uur komt [medeverdachte 2] met zijn Peugeot het woonwagenkamp opgereden, stopt bij huisnummer [nummer 1] , maakt de kofferbak open en haalt daar drie grote donkere zakken uit die ogenschijnlijk gevuld zijn. Hij loopt vervolgens direct naar [verdachte] en geeft hem deze zakken. Samen bekijkt men de inhoud.
  • 17.24: [verdachte] bekijkt de inhoud van de zakken die hij van [medeverdachte 2] heeft gekregen en overhandigt iets kleins aan de NN-persoon van de Skoda die naast hem zit. Deze persoon bekijkt dit op zijn beurt weer.
  • 17.24: [medeverdachte 2] houdt een doorzichtige gripzak in de lucht die vermoedelijk uit één van de zwarte zakken komt. Deze zak lijkt zeer sterk op een grote doorzichtige gripzak gevuld met henneptoppen. [medeverdachte 2] en [verdachte] bekijken de inhoud waarna [medeverdachte 2] de gripzak sluit en de lucht eruit drukt.
Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 1] analyseerden de opgenomen
camerabeeldenmet zicht op de [adres 5] in Stein van
10 augustus 2017en relateerden daarover het volgende: [20]
Uit de camerabeelden blijkt dat het op het woonwagenkamp aan de [adres 5] in Stein, dagelijks, vooral vanaf ongeveer 14.00 uur, een af- en aanrijden is van onbekende voertuigen met Nederlandse en Belgische kentekens met daarin veel NN-personen die kortstondig het woonwagenkamp bezoeken waarna zij weer vertrekken. Te zien is dat zij in deze korte periode veelal contact hebben bij perceel [adres 4] met [verdachte] en/of een van de andere verdachten die vrijwel de gehele dag rond dit perceel en [verdachte] hangen. Te zien is dat er veelvuldig, ogenschijnlijk gevulde grote tassen (bigshoppers) en zakken worden overgegeven tussen de verdachten onderling en de NN-personen die het woonwagenkamp bezoeken. Tijdens het uitlezen van de beelden werd tevens diverse malen gezien dat er geld en/of zakken/tassen werden uitgewisseld tussen de verdachten en deze NN-personen. Tevens is net als op de beelden van 26 juli 2017 (waarop te zien is dat [medeverdachte 2] en [verdachte] in beeld komen met een grote zak) [verdachte] te zien met een gevulde zak.
Tijdens het uitlezen van de camerabeelden en de overige informatie uit het onderzoek blijkt dat de verdachte [medeverdachte 2] één van de leveranciers is. Er werd namelijk diverse malen waargenomen dat meerdere NN-personen, die kort daarvoor het woonwagenkamp bezochten, stonden te wachten bij en op perceel [adres 4] en dat [medeverdachte 2] vervolgens tassen en of zakken komt leveren. Te zien is dat deze tassen vervolgens door tussenkomst van [verdachte] of een van de andere verdachten vrijwel direct overgedragen worden aan de personen (kopers) die staan te wachten waarna men vertrekt.
Verbalisant [verbalisant 1] analyseerde de opgenomen
camerabeeldenmet zicht op de [adres 5] in Stein van
[nummer 4] (en naar de rechtbank begrijpt ook: [nummer 3] ) augustus 2017en relateerde daarover het volgende: [21]
Dit proces-verbaal is een vervolg op het opgemaakte proces-verbaal dat een beschrijving geeft van de videobeelden van 10 augustus 2017. Het algemene beeld blijft hierbij hetzelfde van veel aanloop bij perceel [nummer 1] van onbekende personen die vervolgens worden ‘geholpen’ door (onder andere, rb.) [verdachte] of [medeverdachte 1] . Te zien is wederom dat [medeverdachte 2] tassen/zakken komt brengen.
Het dossier bevat een proces-verbaal met de (gecombineerde)
observatiebevindingen(niet zijnde de bevindingen van de cameraobservaties) gedurende de periode van 4 april tot en met 1 september 2017. Hierin is met betrekking tot [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] onder meer het volgende gerelateerd: [22]
4 april 2017: [medeverdachte 2] vertrekt met de Nissan Almera vanaf het woonwagenkamp aan de [adres 5] en gaat samen met [medeverdachte 1] perceel [adres 6] naar binnen met een sleutel. [medeverdachte 2] vertrekt vervolgens weer met de Nissan Almera met een rode plastic draagtas naar het woonwagenkamp aan de [adres 5] waar hij rechts achteraan stopt (rechts achteraan betreft huisnummer [adres 4] ). [medeverdachte 1] vertrekt vanaf de [adres 7] met een scooter voorzien van kenteken [kenteken 3] terug naar het woonwagenkamp aan de [adres 5] . [medeverdachte 2] rijdt vervolgens terug naar zijn eigen woning en gaat daar naar binnen met een ogenschijnlijk gevulde Jumbo bigshopper.
5 april 2017: [medeverdachte 2] rijdt met de Nissan Almera naar de [adres 8] , gaat daar naar binnen met een opgevouwen gele Bigshopper, komt vervolgens met een gevulde rode tas en dezelfde gele bigshopper die nu gevuld is weer naar buiten en legt deze op de achterbank van zijn auto. [medeverdachte 1] komt op datzelfde moment uit dit perceel met een houten lat en geeft deze aan [medeverdachte 2] die hem in zijn auto legt. [medeverdachte 2] rijdt vervolgens met de Nissan Almera naar het woonwagenkamp aan de [adres 5] en [medeverdachte 1] op zijn scooter met kenteken [kenteken 3] ook.
20 april 2017: [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] komen uit de centrale toegangsdeur van de flat [adres 9] , stappen in de Nissan Almera en rijden weg met [medeverdachte 2] als bestuurder. De Nissan Almera stopt op de [adres 7] te Beek ter hoogte van het appartement complex met huisnummer [adres 3] . [medeverdachte 1] stapt uit en opent met een sleutel de deur naast een groene rolpoort, gaat naar binnen en daarna gaat de rolpoort open. De Nissan Almera rijdt naar binnen de poort sluit. (…) De groene rolpoort gaat open en de Nissan Almera rijdt met [medeverdachte 2] als bestuurder en [medeverdachte 1] als bijrijder weg. De Nissan Almera stopt bij de flat op de [adres 9] te Stein met o.a. huisnummer [adres 9] . Beiden stappen uit en gaan de flat naar binnen. Links achter in de Nissan Almera staat een gevulde big shopper van de Action. Voor de flat op de [adres 9] te Stein met o.a. huisnummer [adres 9] , stopt een rode Opel Combo, [kenteken 4] . Een kleine man, donkere kleding en dito petje op, stapt uit en belt aan bij NN1. (…) NN1 komt na ruim 1 minuut weer naar buiten via de centrale toegangsdeur met een gevulde sporttas met rode streep. NN1 zette deze tas in de rode Opel Combo op de bijrijdersplaats en rijdt daarna als bestuurder weg. [medeverdachte 2] komt via de centrale toegangsdeur naar buiten en pakt uit de Nissan Almera een gele big shopper en een donkerkleurige tas loopt daarna naar binnen.
10 mei 2017: [medeverdachte 2] rijdt met NN1 als bijrijder in de Nissan Almera naar de [adres 7] te Beek. Beiden stappen uit en [medeverdachte 2] maakt met een sleutel de gezamenlijke toegangsdeur voor de nummers [nummers 1] open. Beiden gaan naar binnen. Na circa 5 minuten komen zij beiden weer naar buiten en [medeverdachte 2] draagt een kennelijk gevulde blauw/witte tas. [medeverdachte 2] en NN1 stappen in de Nissan Almera en rijden weg. De auto met hun beiden stopt op de [adres 9] te Stein ter hoogte van nummer [adres 9] . [medeverdachte 2] en NN1 stappen uit en lopen naar binnen. Notermans draagt opnieuw de kennelijk gevulde blauw/witte tas.
29 juni 2017: [medeverdachte 2] komt uit de flat met nummer [adres 9] te Stein naar buiten, stapt in de Nissan Almera en rijdt weg naar het woonwagenkamp aan de [adres 5] te Stein. Na 6 minuten rijdt [medeverdachte 2] als bestuurder weg met de Nissan Almera. Als bijrijder zit [betrokkene 2] naast hem. De Nissan Almera stopt op de [adres 7] te Beek. [betrokkene 2] stapt uit en opent met een sleutel de deur naast de groene rolpoort en opent de rolpoort. [medeverdachte 2] rijdt de Nissan Almera naar binnen en stapt uit. Beiden gaan het appartementencomplex nummers [adres 8] naar binnen. Een minuut later bewegen de gordijnen van de [adres 3] te Beek. Na 14 minuten rijdt de Nissan Almera met als bestuurder [medeverdachte 2] en bijrijder [betrokkene 2] via de geopende groene poort weg. De Nissan Almera rijdt daarna met beide personen het woonwagenkamp aan de [adres 5] te Stein op. Na circa 8 minuten rijdt [medeverdachte 2] met de Nissan Almera weg naar de flatwoning no [adres 9] te Stein. [medeverdachte 2] stapt uit en gaat via de gemeenschappelijke toegangsdeur naar binnen.
25 juli 2017: Om 10.30 uur rijdt [medeverdachte 2] met de grijze Peugeot, [kenteken 5] , vanaf zijn woning de [adres 2] te Stein naar het woonwagenkamp aan de [adres 5] . Daar pikt hij [betrokkene 2] op en beiden rijden weg in de grijze Peugeot naar de [adres 7] te Beek en gaan daar via de gemeenschappelijke toegangsdeur van o.a. nummer [adres 7] naar binnen. Om 10.45 uur vertrekken [medeverdachte 2] en [betrokkene 2] met de grijze Peugeot weer en rijden ze naar het woonwagenkamp aan de [adres 5] te Stein. [betrokkene 2] wordt bij de eerste caravan afgezet. (…) Om 15.50 uur vertrekt [medeverdachte 2] met de Peugeot vanaf zijn woning aan de [adres 9] te Stein en rijdt het woonwagenkamp aan de [adres 5] te Stein op. Daar heeft hij contact met [verdachte] en 4 à 5 andere bewoners van het woonwagenkamp.
26 juli 2017: [medeverdachte 2] rijdt naar het woonwagenkamp en heeft daar contact met [betrokkene 1] . [medeverdachte 2] rijdt later samen met [verdachte] naar zijn woning aan de [adres 9] waar men naar binnen gaat. Als men naar buiten komt heeft [medeverdachte 2] een witte tas van Lidl vast waarmee men naar de [adres 5] rijdt waar [medeverdachte 2] en [verdachte] uitstappen en deze tas aan de inzittenden van een Belgisch voertuig geven.
Overige bevindingen
Het
proces-verbaal van doorzoekingvan het perceel [adres 4] op 1 september 2017 vermeldt voorts nog het volgende: [23]
In het houten chalet troffen wij diverse papieren aan met daarop handgeschreven teksten/berekeningen.
De in het chalet aangetroffen papieren werden onderzocht. Het proces-verbaal “
onderzoek kladblokjes” vermeldt daarover het volgende: [24]
Op de locatie [adres 4] te Stein werd handgeschreven administratie aangetroffen. De afkortingen die in de geschreven administratie vermeld stonden werden ook aangetroffen op de [adres 2] te Stein en wel op de inbeslaggenomen zakken verdovende middelen.
Op de aangetroffen papieren zijn de volgende woorden leesbaar: candy, mooi, les, alba, schoon, must, bram, patch, zelf, er.
Op de locatie [adres 2] te Stein zijn meerdere zakken verdovende middelen aangetroffen. Op deze zakken zijn duidelijke woorden leesbaar, welke overeenkomen met de aangetroffen administratie van perceel [adres 4] te Stein, te weten: schoon, alba, candy, lesman, bram, mus.
De politie vergeleek diverse aangetroffen
tassenmet de beelden van de observaties. Verbalisant [verbalisant 1] relateerde daarover het volgende: [25]
Tijdens de doorzoeking op de [adres 3] in Beek werd ongeveer 22 kilo gedroogde hennep aangetroffen. Op deze locatie werd tevens een zeer grote groene tas aangetroffen. Mij was bekend dat de verdachte [medeverdachte 2] met een soortgelijke tas diverse malen in beeld is gekomen tijdens de observaties. Daarop is onder andere te zien dat deze tas geheel gevuld en zwaar lijkt gezien de manier van lopen van verdachte [medeverdachte 2] . De tas zelf is niet van een dusdanig materiaal dat deze zijn eigen vorm behoudt als deze leeg is. Door mij werd gekeken wat de maximale inhoud hennep was van deze tas. Hieruit bleek dat in de grote groene draagtas circa 15 kilo aan gedroogde henneptoppen, verpakt in sealbags variërend van 250 tot 1.000 gram, past.
Tijdens de doorzoekingen in de [adres 7] en [adres 9] werden grote hoeveelheden hennep aangetroffen. Deze waren voornamelijk verpakt in doorzichtige gripzakken en ook in zwarte, zogenaamde strijkzakken (kan men d.m.v. strijkbout dichtsealen). Tijdens de observaties werd onder andere gezien dat verdachte [medeverdachte 2] op enig moment drie soortgelijke zwarte strijkzakken uit zijn auto pakt, hiermee naar [verdachte] loopt, en uit een van deze zakken een doorzichtige gripzak pakt die hij omhoog houdt, waarna hij al staand de inhoud samen met [verdachte] bekijkt.
In de Peugeot voorzien van kenteken [kenteken 1] , bestuurd door [medeverdachte 2] , werd op 1 september 2017 een
sleutelbosmet 5 sleutels aangetroffen en in beslag genomen. Bij controle bleek dat deze sleutels pasten op: [26]
  • de centrale toegangsdeuren van de percelen [adres 7] [nummers 2] en [nummers 1] in Beek (2 sleutels);
  • de brievenbus van het pand [adres 3] in Beek;
  • de kelderbox behorende bij het pand [adres 3] in Beek;
  • de (oorspronkelijke cilinder van de) voordeur van het pand [adres 3] in Beek.
In één van de uit de fouillering van [medeverdachte 1] in beslag genomen gsm’s, een
Nokia, werden inkomende en uitgaande sms-berichten aangetroffen. [27] Een extractie-rapport vermeldt de volgende sms-berichten in de periode van 27 augustus 2017 tot en met 30 augustus 2017, waarbij (o) staat voor “ontvangen” en (v) voor “verzonden”: [28]
berichten van/naar het nummer + [telefoonnummer 1] :
  • (o) Hoi maatje, sorry dat ik zo laat stoor. Maar ik kom morgen om 3 x
  • (v) Oké meid
  • (o) Hot maatje, ik ben net vertrokken, tot straks. Hou je op de hoogte. Knf xxx
  • (v) Oké meid x
  • (o) Nog 10 min, tot sff. Knf xx
  • (v) Oké meid
  • (o) Ben er, maatje x
  • (v) meid
berichten van/naar het nummer + [telefoonnummer 2] :
  • (o) Dag Vriend hoeveel cola heb ik voor 350 :)
  • (o) Vriend
  • (v) Het gaat per 5 vriend. 5 is 200 eu
  • (o) Oke vriend zou ge mss voor ene keer 8 stuks kunnen doen aub zou nog moeten tanken ;) dan neem ik volgende keer 10 stuks
  • (o) ?
  • (v) Ja is goed vriend
  • (o) Mag ik naar u zelf komen vriend
  • (v) Ja vriend
  • (o) Vriend bij 10 minuten ben ik bij jou
berichten van/naar het nummer + [telefoonnummer 3] :
  • (o) Hey vriend alles goed zou ik vandaag eens naar je kunnen komen in de namiddag
  • (v) Ja vriend
  • (v) Hoeveel wil je vriend
  • (o) Zou voor 3000 euro moeten hebben maar wou kijken naar kwaliteit en bespreken over leuke prijs omdat het toch best veel is deze keer
  • (v) Oké vriend kom rond half 4 als het jou uit komt
  • (o) K
  • (o) Over 5 min daar
  • (o) Moet ik naar achter komen vriend?
berichten van/naar het nummer + [telefoonnummer 4] :
  • (o) zeg tegen hem lange en korte hij weet wel wie, ik kom morgen vanaf hoelaat kan ik?
  • (v) Vanaf 3 uur vriend
  • (o) okey, vriend 15 ben ik daar
  • (v) Vriend mijn vriend heeft jou 800 mee gegeven in plaats van 760
Overwegingen van de rechtbank
Feit 1: hennephandel
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] tezamen en in vereniging hennep hebben verhandeld.
De rechtbank stelt vast dat [verdachte] in deze handel een centrale rol speelde. Hij was voor veel kopers het aanspreekpunt en de contactpersoon. Tevens speelde een groot deel van de handel zich af in of rondom zijn woning. [medeverdachte 2] komt veelvuldig in beeld als leverancier van de hennep. Hij brengt, zelfs meerdere malen per dag, gevulde tassen naar het woonwagenkamp en levert die daar af. De rechtbank concludeert dat het niet anders kan dan dat die tassen hennep bevatten. Op de actiedag is geconstateerd dat hij een tas met daarin 475 gram hennep bracht. En ook op 26 juli 2017 is geobserveerd dat [medeverdachte 2] grote zwarte zakken komt brengen, waarna hij en [verdachte] een doorzichtige zak met henneptoppen bestuderen. Geconcludeerd kan worden dat hij die hennep zowel op zijn thuisadres aan de [adres 2] te Stein als in de woning van zijn zoon aan de [adres 3] te Beek bewaarde en die hennep daar telkens ophaalde. [medeverdachte 1] is ook een van de contactpersonen van de kopers, blijkens bijvoorbeeld de uitgelezen berichten in een van de bij hem aangetroffen telefoons. De rechtbank concludeert dat deze Nokia bij [medeverdachte 1] in gebruik was, nu hij heeft verklaard dat op de Nokia die hij voor een vriend bewaarde een vergrendeling zat en op zijn eigen Nokia niet. [29] Daarnaast is hij ook de persoon die vaker met [medeverdachte 2] meerijdt bij het brengen/halen van de hennep.
Gelet op de frequentie, de omvang van de aangeleverde tassen en de op de actiedag geconstateerde overgedragen tas met daarin 475 gram hennep, en de grote hoeveelheden hennep aangetroffen op de [adres 3] te Beek en de [adres 2] te Stein acht de rechtbank de verklaring van de verdachte dat het slechts ging om kleinere hoeveelheden van enkele tientallen grammen ongeloofwaardig. Datzelfde geldt voor de periode, waarvan de verdachte verklaarde dat het slechts om twee of wellicht drie maanden ging. Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen kan afgeleid worden dat dit langer was, te weten sinds 4 april 2017 tot en met de actiedag op 1 september 2017.
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte, in elk geval samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , gedurende bijna vijf maanden hennep heeft verhandeld (feit 1).
Feit 2: pistool en patroon
Net als de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat het – in een holle boom in de bosschages achter perceel [nummer 1] – aangetroffen pistool en het patroon aan de verdachte is toe te schrijven in de vorm van voorhanden hebben. Daarom zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van feit 2.
Feit 3: GHB
Gelet op de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting, de inbeslagneming [30] van en het NFI-rapport [31] omtrent de GHB acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte 100 ml GHB aanwezig heeft gehad. De rechtbank zal de verdachte daarbij vrijspreken van het medeplegen hiervan.
Feit 4: hennep
Net als de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de – op het bospad richting de holle boom in de bosschages achter nr. [nummer 1] – aangetroffen 50,3 gram hennep aan de verdachte is toe te schrijven in de vorm van aanwezig hebben. Het aanwezig hebben van de overige aangetroffen hennep, in totaal circa 8,2 gram, is weliswaar strafbaar als zijnde een overtreding (art. 11, eerste lid jo. art. 13, eerste lid van de Opiumwet), maar nu de tenlastelegging specifiek is opgesteld in het licht van het misdrijf ‘het opzettelijk aanwezig hebben van meer dan 30 gram hennep’, kan zulks niet bewezen worden. Daarom zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van feit 4.
Feit 5: stroomdiefstal
Net als de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van stroom. Daarom zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van feit 5.
Feit 6: witwassen
De verdachte wordt verweten dat hij de navolgende bedragen heeft witgewassen:
  • 40.600 euro (verspreid aangetroffen in de woonwagen [adres 10] );
  • 10.666 euro (verspreid aangetroffen in de caravan [adres 1] );
  • 17.597 euro (verspreid aangetroffen in de woonwagen [adres 1] ).
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat niet is vast te stellen dat de genoemde geldbedragen een criminele herkomst hebben en dat deze bedragen niet aan de verdachte zijn toe te rekenen nu deze niet in zijn woning zijn aangetroffen.
Uit het dossier blijkt onder meer het volgende.
Tijdens de
doorzoeking [32] van de woonwagen aan de [adres 10] te Steinwerden onder meer de volgende geldbedragen aangetroffen en in beslag genomen in de slaapkamer van [medeverdachte 1] : [33]
  • 2.300 euro in de bovenste lade van het rechter nachtkastje;
  • 13.325 euro (na correctie cnf. pg. 435) in een zwart tasje in de bovenste lade van het rechter nachtkastje;
  • 14.000 euro in de linker zak van een bodywarmer aangetroffen in de kledingkast.
De rechtbank overweegt als volgt.
Hiervoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat de [medeverdachte 1] en [verdachte] , samen met in elk geval [medeverdachte 2] , gedurende circa vijf maanden hennep hebben verhandeld. Gelet op de frequentie daarvan en de grote hoeveelheden hennep die verhandeld werden, gaat de rechtbank er van uit dat daarmee ook aanzienlijke bedragen werden verdiend.
In de diverse woningen op het woonwagenkamp zijn grote sommen contant geld aangetroffen, waarvan ruim 29.000 in de slaapkamer van [medeverdachte 1] : ruim 15.000 euro in zijn nachtkastje en 14.000 in een bodywarmer in de kledingkast. Dergelijke sommen contant geld op de slaapkamer van een minderjarige, leveren naar het oordeel van de rechtbank minst genomen een vermoeden van witwassen op.
Zowel [medeverdachte 1] als [verdachte] hebben zelf geen verklaring gegeven over het geld en de eventuele herkomst daarvan. Wel bevat het dossier verklaringen van anderen over de herkomst van het geld. Zo zou de ruim 15.000 euro in het nachtkastje toebehoren aan [medeverdachte 5] (de vriendin van [verdachte] ), die dit bedrag zou hebben geleend van haar broer [medeverdachte 6] en vervolgens in bewaring gegeven aan [medeverdachte 7] , zijnde de moeder van [medeverdachte 1] . Daarnaast zou de 14.000 euro deels spaargeld betreffen van [medeverdachte 7] (5.000 euro) en deels afkomstig zijn van een lening van [medeverdachte 8] (9.000 euro). Uit het nadere onderzoek van de politie kan echter geconcludeerd worden dat al die verklaringen niet kunnen kloppen: zowel [medeverdachte 6] als [medeverdachte 7] én [medeverdachte 8] kunnen niet in staat worden geacht over de gestelde bedragen te beschikken. De rechtbank schuift die scenario’s dus als ongeloofwaardig terzijde.
Resteert het scenario dat de ruim 29.000 euro aangetroffen in het nachtkastje en in een bodywarmer in de slaapkamer van [medeverdachte 1] de opbrengst dan wel het handelsgeld is van de drugshandel van [verdachte] . Zoals hiervoor reeds overwogen gaat de rechtbank er van uit dat [verdachte] de spil was in de hennephandel en daarom acht de rechtbank bewezen dat de aangetroffen geldbedragen door hem zijn verworven en aan hem toebehoren. Door de ruim 29.000 euro elders onder te brengen, namelijk in de slaapkamer van de minderjarige loopjongen [medeverdachte 1] , die eveneens aan de drugshandel deelnam en moet hebben geweten van de verstopplaats in zijn slaapkamer, is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 1] en [verdachte] samen hebben verhuld/verborgen wie de rechthebbende was op deze geldbedragen.
Aldus hebben [medeverdachte 1] en [verdachte] zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van witwassen.
De rechtbank zal de verdachte vrijspreken van het witwassen voor zover dit voormeld bedrag van ruim 29 duizend euro overstijgt. Er is geen bewijs dat die geldbedragen, onder meer aangetroffen in zogenaamde spaarpotjes en her en der aanwezige portemonnees alsmede op de slaapkamer van de ouders van [medeverdachte 1] en in de caravan en woonwagen op perceel [nummer 2] , toegerekend kunnen worden aan de verdachte. Reeds daarom, onafhankelijk van het antwoord op de vraag of die geldbedragen een criminele herkomst hebben, zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van die onderdelen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht ten laste van de verdachte bewezen dat:
feit 1.
hij in de periode van 4 april 2017 tot en met 31 augustus 2017, in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 3.
hij op 1 september 2017 in de gemeente Stein, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 100 ml. van een materiaal bevattende 4-hydroxyboterzuur (GHB), zijnde 4-hydroxyboterzuur (GHB) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
feit 6.
hij op 1 september 2017 in de gemeente Stein, tezamen en in vereniging met een ander, van een voorwerp, te weten een geldbedrag van 29.625,00 euro, (aangetroffen op diverse plekken in de slaapkamer van [medeverdachte 1] in de woonwagen [adres 10] ) heeft verborgen of verhuld wie de rechthebbende op bovenomschreven geldbedrag was, terwijl hij, verdachte, en zijn mededader wisten, dat bovenomschreven voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1.
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
feit 3.
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
feit 6.
medeplegen van witwassen
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 20 maanden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om te volstaan met een gevangenisstraf van gelijke duur als het voorarrest en een fikse taakstraf.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De rechtbank overweegt in het bijzonder als volgt.
De verdachte heeft gedurende circa vijf maanden hennep verhandeld, 100 ml GHB aanwezig gehad en ruim 29.000 euro witgewassen.
In de hoedanigheid van spil/coördinator heeft de verdachte een belangrijke rol gespeeld in een maandenlange illegale handel in hennep. Als spin in het web van deze handel heeft verdachte er zorg voor gedragen dat noch de handelsvoorraad noch het handelsgeld direct naar hem te herleiden waren. Verdachte is er ook niet voor teruggedeinsd om zijn destijds minderjarige neefje bij deze handel te betrekken. Kennelijk heeft de verdachte daarbij enkel zijn eigen financiële gewin voor ogen gehad. Hij overtrad echter de wet en droeg zo ook nog eens bij aan allerlei nadelige gevolgen die gepaard gaan met het gebruik en de handel van die drugs. Te denken valt aan gezondheidsproblemen voor gebruikers, verslavingen, maatschappelijke overlast en het toenemende geweld in de hennepbranche.
De verdachte had ook beter moeten weten: hij is immers eerder veroordeeld wegens het aanwezig hebben van hennep en naar aanleiding van die veroordeling liep hij ten tijde van deze feiten bovendien in een proeftijd.
Vooral gelet op de forse omvang van de hennephandel zoals kan worden afgeleid uit de aangetroffen voorraad en de grote tassen die telkens geleverd werden is de rechtbank van oordeel dat alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enige duur passend en geboden is. Rekening houdend met de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd acht de rechtbank een gevangenisstraf van 24 maanden in beginsel passend voor deze feiten. De omstandigheid dat verdachte sindsdien niet meer met de politie en justitie in aanraking is gekomen en onlangs vader is geworden, maakt dit niet anders.
De rechtbank zal evenwel ook rekening houden met het tijdsverloop. De redelijke termijn van twee jaren is na de inverzekeringstelling op 1 september 2017, thans op 1 december 2021 met twee jaren en drie maanden overschreden. Gelet op deze fikse overschrijding zal de rechtbank circa 1/3 van het uitgangspunt in mindering brengen, waardoor een gevangenisstraf van 16 maanden resteert.
De rechtbank zal [verdachte] veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 16 maanden met aftrek van voorarrest.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.De vordering tenuitvoerlegging

Op 29 november 2016 is de verdachte wegens overtreding van de Opiumwet door de meervoudige strafkamer veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren. Middels schriftelijke vordering van 13 februari 2018 heeft de officier van justitie de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijke gevangenisstraf gevorderd.
Nu de verdachte veroordeeld zal worden voor nieuwe, zelfs soortgelijke, strafbare feiten, gepleegd tijdens de proeftijd, is de vordering in beginsel voor toewijzing vatbaar. Echter is de rechtbank, overeenkomstig het gewijzigde standpunt van de officier van justitie ter terechtzitting, van oordeel dat vanwege het lange tijdsverloop tenuitvoerlegging thans niet meer passend is. Daarom zal de rechtbank de vordering afwijzen.

8.Het beslag

De beslaglijst d.d. 18 augustus 2021 vermeldt geldbedragen van 15.000 euro, 250 euro, 545,06 euro, 850 euro, 20 euro, 40 euro, 732,60 euro en 218,80 euro.
Uit het dossier blijkt dat dit de geldbedragen zijn die zijn aangetroffen en in beslag genomen in de woonwagen aan de Julianweg 16 te Stein, zijnde de woning van Katrien Meier, de moeder van verdachte. De rechtbank heeft geconstateerd dat al deze geldbedragen eveneens zijn vermeld op de beslaglijst ten name van genoemde Meier. Daarom zal de rechtbank in deze zaak geen beslissing nemen over deze voorwerpen.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen:
  • 47, 57, 420bis van het Wetboek van Strafrecht;
  • 2, 3, 10, 11 van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van de onder 2, 4 en 5 ten laste gelegde feiten;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor de feiten 1, 3 en 6 tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Vordering tenuitvoerlegging
- wijst af de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging met parketnummer 03/721057-14.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.G. van Baal, voorzitter, mr. R.M.L. HeemskerkPleging en mr. E.G.F. Vliegenberg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. O.A.G. Corten en mr. M.J. Dijkhoff, griffiers, en uitgesproken ter openbare zitting van 1 december 2021.
Buiten staat
mr. R.M.L. HeemskerkPleging en mr. E.G.F. Vliegenberg zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks de periode van 4 april 2017 tot en met 1 september 2017, in de gemeente(n) Stein en/of Beek (L), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.
hij op of omstreeks 1 september 2017 in de gemeente Stein een (vuur)wapen van categorie III, te weten een pistool (merk Walther, model TPH), kaliber 6.35mm, en/of munitie van categorie III, te weten een (volmantel)patroon, kaliber 6,35mm, voorhanden heeft gehad;
3.
hij op of omstreeks 1 september 2017 in de gemeente Stein, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 100 ml., in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 4-hydroxyboterzuur (GHB), zijnde 4-hydroxyboterzuur (GHB) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4.
hij op of omstreeks 1 september 2017 in de gemeente Stein, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 59 gram hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
5.
hij op of omstreeks 1 september 2017 in de gemeente Stein, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen een hoeveelheid (elektrische) energie, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis Netbeheer B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die weg te nemen hoeveelheid (elektrische) energie onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking,
6.
hij op of omstreeks 1 september 2017 in de gemeente Stein, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, van een voorwerp, te weten
- een geldbedrag van (ongeveer) 40.600 euro, althans een (groot) geldbedrag, (aangetroffen en verspreid over diverse locaties in de woonwagen gelegen op het perceel [adres 10] )
de vindplaats heeft verborgen of verhuld, en/of heeft verborgen of verhuld wie de rechthebbende op bovenomschreven voorwerp was en/of wie het bovenomschreven voorwerp voorhanden had en/of een voorwerp, te weten een geldbedrag van (ongeveer) 40.600 euro, althans een (groot) geldbedrag, (aangetroffen en verspreid over diverse locaties in de woonwagen op het perceel [adres 10] ), heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van bovenomschreven voorwerp gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
en/of
een voorwerp, te weten een geldbedrag van (ongeveer) 10.666,00 euro, althans een (groot) geldbedrag, (aangetroffen en verspreid over diverse locaties in de caravan gelegen op het perceel [adres 1] ),
de vindplaats heeft verborgen of verhuld, en/of heeft verborgen of verhuld wie de rechthebbende op bovenomschreven voorwerp was en/of wie het bovenomschreven voorwerp voorhanden had en/of
een voorwerp, te weten een geldbedrag van (ongeveer) 10.666,00 euro, althans een (groot) geldbedrag, (aangetroffen en verspreid over diverse locaties in de caravan gelegen op het perceel [adres 1] ), heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van bovenomschreven voorwerp gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
en/of
- een geldbedrag van (ongeveer) 17.597,00 euro, althans een (groot) geldbedrag, (aangetroffen en verspreid over diverse locaties in de woonwagen gelegen op het perceel [adres 1] ),
de vindplaats heeft verborgen of verhuld, en/of heeft verborgen of verhuld wie de rechthebbende op bovenomschreven voorwerp was en/of wie het bovenomschreven voorwerp voorhanden had en/of
een voorwerp, te weten een geldbedrag van (ongeveer) 17.597,00 euro, althans een (groot) geldbedrag, (aangetroffen en verspreid over diverse locaties in de woonwagen gelegen op het perceel [adres 1] ), heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van bovenomschreven voorwerp gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het eindproces-verbaal van politie, basisteam Opsporing van het basisteam Westelijke Mijnstreek, gesloten d.d. 18 december 2017, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 740.
2.Proces-verbaal bevindingen actiedag d.d. 26 september 2017, pg. 207-208.
3.Proces-verbaal bevindingen actiedag d.d. 26 september 2017, pg. 207-208.
4.Het (aanvullend) proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , proces-verbaalnummer PL2300-2017142228-12 d.d. 18 januari 2018 en de daarbij gevoegde kennisgeving van inbeslagneming voorzien van registratienummer PL2300-2017142228-8 d.d. 2 september 2017.
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 september 2017, pg. 585-586.
6.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 september 2017, pg. 594-595.
7.Een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 3 september 2017, pg. 587-590.
8.Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 1 september 2017, pg. 616.
9.Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 1 september 2017, pg. 618.
10.Proces-verbaal handelsgoederen [medeverdachte 2] d.d. 11 september 2017, pg. 598-602.
11.Proces-verbaal doorzoeking d.d. 1 september 2017, pg. 628-632.
12.Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 1 september 2017, pg. 643-644.
13.Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 1 september 2017, pg. 665-666.
14.Proces-verbaal d.d. 6 juli 2017 pg. 736-737.
15.Proces-verbaal onderzoek technisch hulpmiddel d.d. 14 april 2017, pg. 33-38.
16.Proces-verbaal onderzoek technisch hulpmiddel d.d. 14 april 2017, pg. 33-38.
17.Proces-verbaal onderzoek technisch hulpmiddel d.d. 13 juli 2017, pg. 39-44.
18.Proces-verbaal posten d.d. 21 juli 2017, pg. 45-54.
19.Proces-verbaal uitkijken camerabeelden 26 juli 2017 d.d. 7 augustus 2017, pg. 55-85.
20.Proces-verbaal camerabeelden 10 augustus 2017 d.d. 28 augustus 2017, pg. 86-115.
21.Proces-verbaal cameraobservatie 11 augustus 2017 d.d. 4 december 2017, pg. 116-127.
22.Proces-verbaal OT observatie per verdachte d.d. 9 oktober 2017, pg. 128-139.
23.Proces-verbaal doorzoeking d.d. 1 september 2017, pg. 381-383.
24.Proces-verbaal onderzoek kladblokjes d.d. 3 september 2017, pg. 406-421.
25.Proces-verbaal foto’s en onderzoek aangetroffen zakken met hennep d.d. 3 september 2017, pg. 605-613.
26.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 september 2017, pg. 620.
27.Het (relaas van het) eindproces-verbaal d.d. 18 december 2017, pg. 14.
28.Een geschrift getiteld “Extraction report” d.d. 22 september 2017, pg. 482-488.
29.Proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte [medeverdachte 1] d.d.1 september 2017, pg. 254-259.
30.Een geschrift getiteld “lijst inbeslaggenomen goederen” betreffende het adres [adres 4] Stein, pg. 384.
31.Een deskundigenverslag d.d. 30 oktober 2017 van ing. A.B.M. van Esch – de Bruin, NFI-deskundige forensische drugsanalyse, pg. 427-428.
32.Proces-verbaal doorzoeking d.d. 2 september 2017, pg. 432-434.
33.Een geschrift getiteld “lijst inbeslaggenomen goederen” betreffende het adres [adres 10] Stein, pg. 436-437.