ECLI:NL:RBLIM:2021:8949

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 december 2021
Publicatiedatum
30 november 2021
Zaaknummer
03/700321-17
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens hennephandel en witwassen na onderzoek Baila

Op 1 december 2021 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van hennephandel en witwassen. De zaak, die bekendstaat als onderzoek Baila, werd behandeld op de zittingen van 28 en 29 september 2021. De verdachte, geboren in 1991 en woonachtig in Stein, werd bijgestaan door advocaat mr. A.A.Th.X. Vonken. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de tenlastelegging, die onder andere bestond uit de verkoop van hennep tussen 4 april 2017 en 1 september 2017 en het witwassen van diverse geldbedragen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de hennephandel en het witwassen. Ondanks dat de verdachte op camerabeelden zichtbaar was en contact had met verschillende personen, kon de rechtbank niet concluderen dat hij zelf hennep verhandelde of dat hij wist van de criminele herkomst van de aangetroffen geldbedragen. De rechtbank heeft het verzoek van de verdediging om anonieme informanten als getuige te horen afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten waren aangevoerd.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte integraal vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, omdat de feiten niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De rechtbank heeft geen beslissing genomen over de in beslag genomen geldbedragen, aangezien deze onder medeverdachten waren aangetroffen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de rechters aanwezig waren, en is openbaar uitgesproken op 1 december 2021.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/700321-17
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 1 december 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1991,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. A.A.Th.X. Vonken, advocaat, kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 28 en 29 september 2021. De verdachte en zijn raadsman zijn telkens verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Op 1 december 2021 is het onderzoek ter terechtzitting gesloten.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte samen met anderen:
  • feit 1:tussen 4 april 2017 en 1 september 2017 hennep heeft verhandeld;
  • feit 2: diverse geldbedragen heeft witgewassen, te weten:
- 40.600 euro;
- 10.666 euro;
- 17.597 euro.

3.De beoordeling van het bewijs

Inleiding
Naar aanleiding van TCI-informatie en een MMA-melding werd op 1 april 2017 het onderzoek Baila opgestart. Dit betrof een onderzoek naar vermoedelijke drugshandel vanaf het woonwagenkamp aan de Julianaweg in Stein. Als verdachten werden meerdere personen aangemerkt, onder wie [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Bij het onderzoek werd gebruikt gemaakt van observaties en een peilbaken. Op 1 september 2017 vond de actiedag plaats, waarbij in en in de buurt van verschillende woonwagens en een caravan op het kamp onder meer ruim 65 duizend euro contant geld, een wapen en soft- en harddrugs werden aangetroffen. Elders in Stein werden in de woning van [medeverdachte 3] hennep en daaraan te relateren goederen aangetroffen. In Beek werd in de woning van [medeverdachte 4] onder meer een hennepdrogerij met ruim 22 kilogram hennep aangetroffen.
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het medeplegen van hennephandel (feit 1) en het witwassen van opbrengsten uit die handel tot een bedrag van 26.150 euro (feit 2), zijnde geld verstopt in de caravan waar de verdachte regelmatig verbleef en in de woonwagen(s) waar hij regelmatig over de vloer kwam.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Daartoe heeft zij zich op het standpunt gesteld dat het dossier onvoldoende bewijs bevat voor betrokkenheid van de verdachte bij hennephandel (feit 1) en voor het toerekenen van de aangetroffen geldbedragen aan de verdachte (feit 2).
De verdediging heeft voorts, indachtig art. 344a lid 3 Sv, verzocht om de anonieme informanten als getuige te horen. De rechtbank heeft geconstateerd dat een dergelijk verzoek reeds ter terechtzitting van 21 maart 2018 is afgewezen. Nu geen nieuwe feiten en omstandigheden zijn aangevoerd zal de rechtbank dit verzoek wederom afwijzen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de verdachte vrijspreken.
Net als de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat voor de betrokkenheid van de verdachte bij de vermeende hennephandel. Anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank die betrokkenheid niet voldoende in de camerabeelden en observaties. De verdachte is weliswaar op meerdere momenten zichtbaar op de camerabeelden, ook rondom momenten dat mogelijk drugs werden verhandeld, en heeft hij ook contact met diverse personen, maar uit die beelden en observaties kan de rechtbank niet de conclusie trekken dat de verdachte zelf hennep verhandelde of een wezenlijke bijdrage leverde aan hennephandel door anderen.
Datzelfde geldt voor het vermeende witwassen van de diverse geldbedragen zoals die zijn aangetroffen in de woonwagens aan de [adres 2] en [nummer 1] alsmede de caravan op perceel [nummer 1] . Nu de verdachte zal worden vrijgesproken van hennephandel, waarin volgens de officier van justitie deze geldbedragen hun herkomst hebben, ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of de verdachte deze gelden toch heeft witgewassen, al dan niet samen met anderen. Daarvoor is onder meer vereist dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van die geldbedragen en wetenschap had van een eventuele criminele herkomst. De rechtbank beantwoordt beide vragen ontkennend. De verdachte was – formeel – niet woonachtig op het woonwagenkamp. Wel was hij, zoals blijkt uit de beelden en observaties en ook naar eigen zeggen, regelmatig aanwezig aldaar en dan in het bijzonder bij zijn vriendin [medeverdachte 5] die woonachtig was in de caravan op perceel [nummer 1] . Er is geen bewijs dat de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van de geldbedragen die in de woonwagens op de percelen [nummer 2] en [nummer 1] en in de caravan op perceel [nummer 1] zijn aangetroffen, laat staat dat hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze gelden mogelijk een criminele herkomst hadden.
De rechtbank acht de feiten 1 en 2 dus niet wettig en overtuigend bewezen en zal de verdachte daarom integraal vrijspreken.

4.Het beslag

De beslaglijst d.d. 18 augustus 2021 vermeldt diverse geldbedragen tot een totaal van 10.666,21 euro. De rechtbank constateert dat deze geldbedragen volgens de beslagstukken, waaronder het proces-verbaal van doorzoeking, de kavellijst en de kennisgevingen van inbeslagneming (pg. 528 en verder) onder [medeverdachte 5] in beslag zijn genomen. Daarom zal de rechtbank in deze zaak geen beslissing nemen over deze geldbedragen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de verdachte integraal vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.G. van Baal, voorzitter, mr. R.M.L. HeemskerkPleging en mr. E.G.F. Vliegenberg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. O.A.G. Corten en mr. M.J. Dijkhoff, griffiers, en uitgesproken ter openbare zitting van 1 december 2021.
Buiten staat
mr. R.M.L. HeemskerkPleging en mr. E.G.F. Vliegenberg zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks de periode van 4 april 2017 tot en met 1 september 2017, in de gemeente(n) Stein en/of Beek (L), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.
hij op of omstreeks 1 september 2017 in de gemeente Stein, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, van een voorwerp, te weten
- een geldbedrag van (ongeveer) 40.600 euro, althans een (groot) geldbedrag, (aangetroffen en verspreid over diverse locaties in de woonwagen gelegen op het perceel [adres 2] )
de vindplaats heeft verborgen of verhuld, en/of heeft verborgen of verhuld wie de rechthebbende op bovenomschreven voorwerp was en/of wie het bovenomschreven voorwerp voorhanden had en/of
een voorwerp, te weten een geldbedrag van (ongeveer) 40.600 euro (aangetroffen en verspreid over diverse locaties in de woonwagen op het perceel [adres 2] ), althans een (groot) geldbedrag, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van bovenomschreven voorwerp gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
en/of
een voorwerp, te weten een geldbedrag van (ongeveer) 10.666,00 euro (aangetroffen en verspreid over diverse locaties in de caravan gelegen op het perceel [adres 3] ), althans een (groot) geldbedrag,
de vindplaats heeft verborgen of verhuld, en/of heeft verborgen of verhuld wie de rechthebbende op bovenomschreven voorwerp was en/of wie het bovenomschreven
voorwerp voorhanden had en/of
een voorwerp, te weten een geldbedrag van (ongeveer) 10.666,00 euro (aangetroffen en verspreid over diverse locaties in de caravan gelegen op het perceel [adres 3] ), althans een (groot) geldbedrag, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van bovenomschreven voorwerp gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
en/of
- een geldbedrag van (ongeveer) 17.597,00 euro (aangetroffen en verspreid over
diverse locaties in de woonwagen gelegen op het perceel [adres 3] ), althans een (groot) geldbedrag,
de vindplaats heeft verborgen of verhuld, en/of heeft verborgen of verhuld wie de rechthebbende op bovenomschreven voorwerp was en/of wie het bovenomschreven
voorwerp voorhanden had en/of
een voorwerp, te weten een (totaal) geldbedrag van (ongeveer) 17.597,0 euro (aangetroffen en verspreid over diverse locaties in de woonwagen gelegen op het perceel [adres 3] ), althans een (groot) geldbedrag, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van bovenomschreven voorwerp gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.