1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de startverklaring namens verzoekster als bedoeld in artikel 370 lid 3 Faillissementswet (hierna: Fw), gedeponeerd ter griffie op 8 februari 2021,
- de beschikking van 4 maart 2021, waarin een afkoelingsperiode als bedoeld in artikel 376 Fw is gelast,
- het verzoek van 6 augustus 2021 tot benoeming van een herstructureringsdeskundige van Geonius Geodesie B.V., Transpo Nuth B.V., Overslagbedrijf de Horsel B.V. en Dura Vermeer Infra Regionale Projecten B.V, verder gezamenlijk te noemen: Geonius c.s.,
- het stemverslag als bedoeld in artikel 382 Fw, ter griffie van deze rechtbank gedeponeerd op 27 augustus 2021,
- het verzoek van verzoekster van 27 augustus 2021 strekkende tot homologatie van een door verzoekster aangeboden akkoord op grond van artikel 383 lid Fw,
- de beschikking van 31 augustus 2021 waarin de zitting is bepaald waarop het verzoek tot homologatie zal plaatsvinden en waarbij een observator is aangesteld,
- de brief van de observator van 6 september 2021,
- het e-mailbericht van 7 september 2021 namens de betrokken schuldeisers houdende de intrekking van het verzoek tot benoeming van een herstructureringsdeskundige,
- het verzoekschrift van Geonius c.s. van 8 september 2021 ex artikel 383 lid 8 tot afwijzing van het homologatieverzoek,
- de zienswijze van de Coöperatieve Rabobank U.A. (verder te noemen: Rabobank) van 9 september 2021,
- het proces-verbaal van de zitting van 10 september 2021,
- de brief namens verzoekster van 13 september 2021,
- de brief van de observator van 14 september 2021,
- de brief namens verzoekster van 27 september 2021,
- de brief van de observator van 28 september 2021,
- de beschikking van 6 oktober 2021, waarbij het aanvullend budget van de observator is vastgesteld,
- de zienswijze van de observator van 22 oktober 2021,
- de brief namens verzoekster van 4 november 2021, houdende een reactie op de zienswijze van de observator,
- de aanvulling van de grond tot afwijzing van het homologatieverzoek namens Geonius c.s. van 4 november 2021,
- de (nadere) zienswijze van Rabobank van 6 november 2021,
- het proces-verbaal van de zitting van 8 november 2021,
- de brief van de observator van 10 november 2021, houdende een verantwoording van zijn werkzaamheden en het verzoek tot vaststelling van zijn salaris.