ECLI:NL:RBLIM:2021:8856
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de (verlengde) afkoelingsperiode wegens niet betalen van de observator
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 10 september 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de beëindiging van de afkoelingsperiode ex artikel 376 van de Faillissementswet (Fw) voor een besloten vennootschap. De verzoekster had op 14 januari 2021 een verklaring ter griffie gedeponeerd en verzocht om een afkoelingsperiode van vier maanden, welke op 11 februari 2021 werd toegewezen. Deze periode werd later verlengd, maar de verzoekster kon geen zekerheid stellen voor de kosten van de benoemde observator, mr. D.A.J. Roomberg. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster niet in staat was om de benodigde € 15.000,- voor de observator te betalen, wat leidde tot de conclusie dat de afkoelingsperiode niet langer in het belang van de gezamenlijke schuldeisers was. De rechtbank heeft daarom besloten de afkoelingsperiode te beëindigen en de aanstelling van de observator in te trekken. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter, mr. B.R.M. de Bruijn, en de andere rechters op een nog niet gespecificeerde datum in september 2021.