ECLI:NL:RBLIM:2021:8771

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
17 november 2021
Publicatiedatum
22 november 2021
Zaaknummer
C/03/278357 / HA ZA 20-282
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in civiele procedure inzake geschil over bomen en erfgrenzen

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 17 november 2021 een vonnis gewezen in de zaak tussen [eiser] en [gedaagde]. De procedure betreft een geschil over de aanwezigheid van bomen, heesters of heggen op de kadastrale erfgrens tussen de percelen van partijen. In een eerder tussenvonnis van 28 juli 2021 is de noodzaak van een deskundigenbericht vastgesteld, waarbij beide partijen instemden met de benoeming van één boomdeskundige. De rechtbank heeft de heer A. Meulenbelt van idverde Bomendienst B.V. benoemd als deskundige, die verantwoordelijk zal zijn voor het onderzoek naar de bomen en de erfgrenzen. De deskundige heeft een voorschot van € 3.617,90 inclusief btw begroot, waar beide partijen mee instemmen. De rechtbank heeft de verplichtingen van partijen tijdens het deskundigenonderzoek uiteengezet, waaronder het verstrekken van informatie en toegang tot de onderzoeksplaatsen. De deskundige dient binnen drie maanden na betaling van het voorschot een schriftelijk rapport in te dienen, waarin ook de opmerkingen van partijen worden verwerkt. De rechtbank heeft de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad verklaard en verdere beslissingen aangehouden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/278357 / HA ZA 20-282
Vonnis van 17 november 2021
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser,
advocaat mr. R.P.H. Sangers;
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. W.J.F. Geertsen.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 28 juli 2021;
  • de akte van [eiser] van 25 augustus 2021;
  • de akte van [gedaagde] van 25 augustus 2021;
1.2.
Ten slotte is wederom vonnis bepaald.
1.3.
Daarna is het procesverloop als volgt geweest:
  • de e-mail van de rechtbank van 25 oktober 2021 aan partijen met de offerte van
  • de brief van [gedaagde] van 5 november 2021 met reactie op de offerte van
  • de brief van [eiser] van 10 november 2021 met reactie op de offerte van

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij het tussenvonnis van 28 juli 2021 zijn partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de wenselijkheid van een deskundigenbericht, het aantal, het specialisme en de persoon van (een) te benoemen deskundige(n), de aan deze(n) ter beantwoording voor te leggen vragen en ten slotte de maximaal aanvaardbare hoogte van het door de deskundige(n) in rekening te brengen voorschot.
2.2.
Beide partijen onderschrijven de noodzaak van een deskundigenbericht en zijn van mening dat volstaan kan worden met de benoeming van één boomdeskundige. Zij refereren zich met betrekking tot de persoon van de deskundige aan het oordeel van de rechtbank.
Partijen hebben samen met betrekking tot de eerste vraag een gewijzigde tekst voorgesteld. De rechtbank zal die vraagstelling overnemen. [eiser] heeft de rechtbank nog gevraagd om de deskundige op te dragen om bij twijfel over de leeftijd van een boom die leeftijd vast te stellen via een kernboring. [gedaagde] heeft kenbaar gemaakt, indien het nodig is voor het onderzoek, in te stemmen met het gebruik van een kernboring door een aanwasboor als die kernboring zodanig wordt uitgevoerd dat er geen schade althans zo min mogelijk schade wordt veroorzaakt aan een boom, heester of heg.
2.3.
De griffier van de rechtbank heeft contact gezocht met idverde Bomendienst B.V. Zij heeft laten weten bereid te zijn als deskundige op te treden. Als contactpersoon is de
heer A. Meulenbelt aangewezen door idverde Bomendienst B.V. De rechtbank zal hem als deskundige benoemen. In de offerte staat dat hij zijn werkzaamheden samen met de heer
B. van Tilburg, eveneens werkzaam bij idverde Bomendienst B.V., zal uitvoeren.
De deskundige heeft zijn voorschot begroot op € 3.617,90 inclusief btw. Partijen hebben
laten weten in te stemmen met benoeming van de deskundige en de hoogte van het voorschot.
2.4.
De rechtbank wijst de deskundige volledigheidshalve erop dat ook tijdens het
deskundigenonderzoek het beginsel van hoor en wederhoor geldt. Dat betekent dat hoewel [eiser] belast zal worden met het toesturen van een kopie van het procesdossier, beide partijen nadere gegevens, die deskundige desgevraagd nodig heeft voor zijn onderzoek, aan hem mogen toesturen. De deskundige heeft op pagina 6 van de offerte al vermeld dat aanvullende informatie moet worden aangeleverd. De rechtbank wijst de deskundige erop dat hij na benoeming partijen kan vragen concreet door hem benoemde (digitale) stukken in te dienen. Beide partijen mogen bij het onderzoek opmerkingen maken en beide partijen mogen reageren op het concept bericht van de deskundige. Een en ander is hieronder uitgewerkt in de beslissingen.
2.5.
Het eerder aangekondigde deskundigenbericht zal nu worden bevolen. Aan de
deskundige zullen de in de beslissing vermelde vragen worden voorgelegd.
2.6.
De rechtbank laat het aan de deskundige over om te bepalen of een kernboring nodig is ter bepaling van de leeftijd van een boom, heester of heg. De rechtbank draagt de deskundige op om een eventuele kernboring op zodanige wijze uit te voeren dat er geen schade althans zo min mogelijk schade wordt veroorzaakt aan een boom, heester of heg.
2.7.
In de vorige beslissing is al aangekondigd door welke partij het voorschot op de kosten van de deskundige moet worden gedeponeerd.
2.8.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.9.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.10.
De rechtbank ziet geen aanleiding om tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toe te staan. Zij zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
Kunt u aangeven of zich bomen, heesters of heggen volgens de kadastrale erfgrens op het perceel van [gedaagde] bevinden die zich, gerekend vanaf het midden van de voet van de stam, op een afstand van minder dan 2 m, respectievelijk 50 cm bevinden van de kadastrale erfgrens met het perceel van [eiser] en die jonger zijn dan twintig jaar?
Indien dat het geval is, kunt u die bomen en/of heesters en/of heggen dan markeren en dit voor partijen en de rechtbank vastleggen?
3. Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
3.2.
benoemt tot deskundige:
de heer A. Meulenbelt, werkzaam bij idverde Bomendienst B.V.;
correspondentieadres: Postbus 177, 7300 AD Apeldoorn;
bezoekadres: Marowijne 80, 7333 PJ Apeldoorn;
telefoon: 06-12513310 en 055-5999444
e-mailadres: arnold.meulenbelt@idverde.nl.
het voorschot
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 3.617,90 inclusief btw;
3.4.
bepaalt dat [eiser] het voorschot dient over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak;
3.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot;
het onderzoek
3.6.
bepaalt dat [eiser] zijn procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen;
3.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats;
3.8.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie);
  • de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen;
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn;
  • de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan;
  • indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd;
3.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoeken, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek;
het schriftelijk rapport
3.10.
draagt de deskundige op om uiterlijk drie maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie;
3.11.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd;
  • de deskundige een concept van het rapport aan beide partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden;
3.12.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren;
overige bepalingen
3.13.
draagt de griffier op de zaak op de rol te plaatsen:
  • indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
  • na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusies na deskundigenbericht aan de zijde van beide partijen op een termijn van vier weken;
3.14.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad;
3.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman, rechter, en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: MT