Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen
- het verweerschrift, tevens verzoekschrift, met bijlagen
- de door [verzoekster, tevens verweerster ten aanzien van de tegenverzoeken] nagezonden bijlage 19
- het aanvullende (tegen)verzoek van Vita Natura met de bijlagen 52a tot en met 56b
- de mondelinge behandeling op 13 oktober 2021, ter gelegenheid waarvan namens [verzoekster, tevens verweerster ten aanzien van de tegenverzoeken] een pleitnota overgelegd is en waar partijen uitdrukkelijk verklaard hebben dat zij zich op basis van art. 96 Rv in deze procedure gezamenlijk en onder voorbehoud van recht op appèl tot de kantonrechter wenden en zijn beslissing in verzoekschriftvorm inroepen in plaats van alsnog de weg van een dagvaardingsprocedure te volgen.
2.De feiten
- dat werkgever en werknemer een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zijn aangegaan, gedateerd05/01/2009welke schriftelijk is vastgelegd dat
- partijen vervolgens een of meer aanvullende en/of afwijkende voorwaarden zijn overeengekomen
- dat partijen het wenselijk achten om deze nadere afspraken schriftelijk vast te leggen in dit addendum.
’s-Hertogenbosch. Bij beschikking van 21 januari 2021 heeft het Hof haar in het ongelijk gesteld en het oordeel van de kantonrechter overgenomen. De appelrechter overwoog (onder meer) dat het doorzenden van de e-mailberichten en het ongeoorloofd meenemen (verduisteren) van een voorraadje Glucolin toereikende dringende redenen waren voor onverwijlde opzegging van de arbeidsovereenkomst. Dit oordeel legt de rechtsverhouding van partijen definitief vast, nu [verzoekster, tevens verweerster ten aanzien van de tegenverzoeken] geen beroep in cassatie instelde.
3.Het geschil
4.De beoordeling
procedureel aspect: art. 96 lid 1 Rv
5 december 2011 aangegane arbeidsovereenkomst en niet die van 5 januari 2009. De opsteller van het document ( [verzoekster, tevens verweerster ten aanzien van de tegenverzoeken] zelf?) moet zich dus vergist hebben maar aan die vergissing valt geen rechtsgevolg te verbinden. De volledige inhoud van het betwiste document laat geen andere uitleg toe dan dat een beweerdelijk overeengekomen functiewijziging plaatsvond onder instandhouding en vernieuwing van alle overigens tussen partijen eerder overeengekomen arbeidsvoorwaarden. Dat blijkt ook wel uit het feit dat dit in punt 2. van het stuk van 1 maart 2013 vermeld is: “Dit addendum zal aan de
geldende[onderstreping door kantonrechter]arbeidsovereenkomst worden gehecht (…).”
4 november 2020 en de betekening van het exploot van 6 mei 2021 haar niet op andere gedachten gebracht. De kantonrechter ziet daarin aanleiding om de dwangsom niet ambtshalve te maximeren.