ECLI:NL:RBLIM:2021:8620

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 november 2021
Publicatiedatum
16 november 2021
Zaaknummer
C/03/296102 / KG ZA 21-332
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming van woning in het kader van een nog niet-verdeelde nalatenschap

In deze zaak vordert de executeur van de nalatenschap van haar moeder ontruiming van een woning die tot de nog niet-verdeelde nalatenschap behoort. De woning wordt momenteel bewoond door een mede-erfgenaam, die met toestemming van de executeur en een derde erfgenaam tijdelijk in de woning verblijft. De executeur stelt dat het haar taak is om de nalatenschap te beheren en dat zij het recht heeft om de woning te ontruimen. De mede-erfgenaam betwist dit en stelt dat zij recht heeft op het gebruik van de woning. De voorzieningenrechter oordeelt dat de executeur inderdaad de bevoegdheid heeft om het gebruiksrecht van de woning op te zeggen en dat de ontruiming gerechtvaardigd is. De voorzieningenrechter bepaalt dat de mede-erfgenaam de woning binnen twee weken na betekening van het vonnis moet ontruimen. Tevens worden er dwangsommen opgelegd voor het geval de mede-erfgenaam niet aan de ontruimingsverplichting voldoet. De kosten van de procedure worden toegewezen aan de mede-erfgenaam, die als de in het ongelijk gestelde partij wordt aangemerkt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/296102 / KG ZA 21-332
Vonnis in kort geding van 16 november 2021
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.G.M. Nass;
tegen:
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
wonende te [woonplaats]
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
advocaat mr. A.J.J. Kreutzkamp.
Partijen zullen hierna “ [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ” en “ [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ” genoemd worden.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 21;
  • de bij e-mail van 12 oktober 2021 door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] overgelegde producties 1 t/m 5;
  • de mondelinge behandeling;
  • de pleitnota van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ;
  • de pleitnota van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ;
  • de eis in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

In conventie en in reconventie

2.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is bij testament van 14 juli 2016 tot executeur benoemd van de nalatenschap van haar moeder. De erfgenamen van moeder zijn haar drie kinderen: [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , en de niet in deze procedure betrokken [naam broer] . De moeder van partijen is op [overlijdensdatum] 2019 overleden. Tot het nog niet-verdeelde deel van nalatenschap van de moeder van partijen behoren een woning aan het adres [adres] te [plaatsnaam] (verder te noemen: “de woning”) en enkele inboedelgoederen.
2.2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is verwikkeld in een echtscheidingsprocedure en heeft zich genoodzaakt gezien haar voormalige echtelijke woning te verlaten. In verband daarmee hebben [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [naam broer] toegestaan dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] met haar kinderen in juni 2019 haar intrek heeft genomen in de woning. Thans verblijft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] nog steeds met haar kinderen in de woning.
2.3.
De erfgenamen hebben aanvankelijk, door tussenkomst van makelaar Van Oppen, geprobeerd een tijdelijke huurovereenkomst te sluiten, waarbij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de woning zou huren. Deze poging heeft uiteindelijk niet geresulteerd in tot het tot stand komen van een huurovereenkomst.
2.4.
Daarnaast hebben de erfgenamen geprobeerd, door tussenkomst van notaris Eijck, tot een verdeling van de woning te geraken. Dat heeft echter niet tot een verdeling geleid.
2.5.
Bij brief van 6 april 2021 hebben [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [naam broer] het gebruik van de woning door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] per 1 juni 2021 beëindigd. Die beëindiging is [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op 8 april 2021 eveneens per e-mail toegezonden.
2.6.
De advocaat van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op 12 augustus 2021 aangeschreven om de woning binnen zeven dagen nadien te verlaten.
2.7.
De woning is op 19 maart 2021 in opdracht van de erven getaxeerd door taxateur Hol. De getaxeerde marktwaarde bedraagt € 250.000,--.

3.Het geschil

In conventie
3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt zich op het standpunt dat het haar (exclusieve) taak als executeur van de nalatenschap van de moeder van partijen is om die nalatenschap te beheren. Tot die beheerstaak behoort volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de bevoegdheid tot het instellen van een vordering tot ontruiming van de woning door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . Tevens komt volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan haar de bevoegdheid toe om te bepalen wie de woning mag bewonen.
3.2.
Aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] door haar en de broer van partijen, [naam broer] , in het najaar van 2020 kenbaar gemaakt dat het gebruik van de woning door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet langer meer werd toegestaan. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt zich op het standpunt dat zij het gebruik van de woning door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] formeel heeft opgezegd bij brief van 6 april 2021 en vervolgens bij e-mail van 8 april 2021.
3.3.
Subsidiair, in het geval de voorzieningenrechter zou oordelen dat sprake is van een niet zonder meer opzegbaar gebruiksrecht van de woning, stelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zich op het standpunt dat sprake is van dringende redenen en belangen van de nalatenschap die ontruiming van de woning rechtvaardigen.
3.4.
De overige erfgenamen wensen zo snel mogelijk over te gaan tot verdeling van de nalatenschap, maar het is volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] juist aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te wijten dat deze verdeling wordt gefrustreerd. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft niet concreet kunnen aantonen dat zij financieel in staat is om de woning over te nemen.
3.5.
Volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betaalt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geen gebruiksvergoeding voor het gebruik van de woning.
3.6.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt verder dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onrechtmatig handelt jegens de nalatenschap, door de inboedelzaken die zich de woning bevonden zonder enig overleg met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en zonder daartoe gerechtigd te zijn buiten te stallen. Doordat de goederen onbeschermd zijn tegen kou en vocht, dreigen deze beschadigd te worden.
3.7.
Op grond van het vorenstaande vordert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, op de minuut en op alle dagen en uren:
I. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt om, primair binnen 24 uur na betekening van het vonnis, subsidiair binnen een termijn die de voorzieningenrechter in goede justitie geraden acht, de woning, gelegen aan het adres [adres] te [plaatsnaam] , te ontruimen met al de hare en al het hare en ontruimd te houden – met uitzondering van de roerende zaken behorende tot de nalatenschap in oorspronkelijke en onbeschadigde staat – en niet meer te betrekken, met afgifte van alle sleutels aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ;
II. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt tot het betalen van een dwangsom van € 200,--, dan wel een dwangsom met een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen hoogte, per dag dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in strijd handelt met de onder I genoemde vordering, tot een maximum van € 30.000,--, dan wel een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen maximale hoogte;
III. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt om de roerende zaken, behorende tot de nalatenschap, die zij buiten onder een afdekzeil heeft geplaatst, primair binnen 24 uur na betekening van het vonnis, subsidiair binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie geraden geachte termijn, onbeschadigd terug in de woning te plaatsen;
IV. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt tot het betalen van een dwangsom van € 200,--, dan wel een dwangsom met een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen hoogte, per dag dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in strijd handelt met de onder III genoemde vordering, tot een maximum van € 15.000,--, dan wel een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen maximale hoogte;
V. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt in de kosten van de ontruiming, indien zij de woning niet vrijwillig ontruimt, te voldoen op vertoning van en conform de specificatie van die kosten in het proces-verbaal van de ontruiming, opgemaakt door de gerechtsdeurwaarder;
VI. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] machtigt om eventuele persoonlijke eigendommen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] die door haar worden achtergelaten in of rondom de woning na een vrijwillige ontruiming af te voeren en om sloten van de woning te vervangen, nadat de woning is ontruimd;
VII. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt in de kosten van het afvoeren van de persoonlijke eigendommen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] die door haar worden achtergelaten in of rondom de woning na een vrijwillige ontruiming;
VIII. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt in de kosten ter vervanging van de sloten van de woning, nadat de woning al dan niet vrijwillig is ontruimd;
IX. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt in de kosten van deze procedure, met inbegrip van de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten, te rekenen vanaf de bedoelde termijn voor voldoening.
3.8.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
In reconventie
3.9.
Op grond van het feit dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ter zitting haar vordering onder 1 heeft ingetrokken, is slechts de oorspronkelijk onder 2 ingestelde vordering – thans genummerd 1 – nog van belang.
3.10.
Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is de afspraak gemaakt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] het op zich zou nemen de inboedelzaken zo spoedig mogelijk, al dan niet via een opkoper, te verkopen en op te laten halen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is daarmee volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in gebreke. De inboedelzaken staan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de weg, omdat naast die inboedel zich ook de inboedel in de woning bevindt die zij haar in kader van haar echtscheiding zijn toegedeeld.
3.11.
Op grond van het vorenstaande vordert [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , na vermindering van haar eis, dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt om, primair terstond na betekening van dit vonnis, dan wel subsidiair, binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, alle inboedelzaken, zoals zichtbaar op de foto’s volgens productie 3 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , te verwijderen of te laten verwijderen uit de woning en aanhorigheden op het adres [adres] te [plaatsnaam] , op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,-- per dag en voor iedere dag dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan deze veroordeling of en gedeelte daarvan niet voldoet;
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt in de kosten van deze procedure, met inbegrip van de nakosten, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis en te vermeerderen met de wettelijke rente over deze proceskosten, te rekenen vanaf de dag van de bedoelde termijn voor voldoening, tot aan de dag der algehele voldoening.
3.12.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie en in reconventie

4.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zal de voorzieningenrechter die vorderingen gezamenlijk beoordelen.
4.2.
Voorop moet worden gesteld dat met de intrekking van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van haar oorspronkelijke vordering onder 1 in reconventie de vordering tot verdeling van de woning niet meer aan de orde is, zulks daargelaten of een dergelijke vordering in kortgeding al dan niet kan worden toegewezen en of het feit dat [naam broer] , als thans nog mede-eigenaar van de woning, niet als partij betrokken is in deze procedure aan een eventuele veroordeling in de weg zou hebben gestaan.
4.3.
Ter zitting is tussen partijen gedebatteerd over de vraag of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] recht heeft op toedeling van de woning en, indien de woning niet aan haar zou worden toegedeeld, over de wijze waarop een verdeling door middel van een biedingsprocedure zou kunnen plaatsvinden. Die debatten hebben plaatsgevonden in het kader van een minnelijke regeling en zijn niet relevant voor de beoordeling van de vorderingen zoals die op dit moment nog ter beantwoording voorliggen, zodat aan hetgeen partijen hebben verklaard over de wijze waarop de verdeling moet plaatsvinden geen belang toekomt. Hetgeen door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is aangevoerd ter onderbouwing van haar gepretendeerde recht op toedeling van de woning komt echter indirect aan de orde bij de beoordeling van de vordering tot ontruiming.
4.4.
In het kader van de beoordeling van vordering van de vordering onder 1 in conventie is enkel van belang of [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gerechtigd is te vorderen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de woning ontruimt.
4.5.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft allereerst betwist dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als executeur de bevoegdheid toekomt om het gebruiksrecht van de woning op te zeggen. Bovendien is volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gesteld noch gebleken dat mede-deelgenoot, [naam broer] , met die opzegging heeft ingestemd.
4.6.
De voorzieningenrechter is anders dan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van oordeel dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als executeur wel degelijk de bevoegdheid toekomt om in het kader van het beheer dat zij over de nalatenschap heeft aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het gebruiksrecht van de woning op te zeggen. De beslissing tot het beëindigen van het gebruiksrecht behoort immers tot de exclusieve bevoegdheid van de executeur in het kader van zijn bevoegdheid tot het uitoefenen van het beheer over de nalatenschap. Dat [naam broer] niet met die opzegging zou hebben ingestemd, is feitelijk al onjuist, gelet op de inhoud van de hierboven onder 2.5. bedoelde brief en e-mail. Bovendien heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als enig executeur het recht om de nalatenschap als enige te beheren, zodat zij niet afhankelijk is van de toestemming van [naam broer] .
4.7.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] erkent dat de bewoning geschiedt op basis van een gebruiksovereenkomst, zij het dat zij stelt dat dit een voortdurend – de voorzieningenrechter begrijpt dat bedoeld zal zijn voor onbepaalde duur – gebruiksrecht betreft en dat opzegging van het gebruiksrecht in strijd is met dat voortdurend gebruiksrecht.
4.8.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat de opzegging in strijd is met de gebruiksovereenkomst die partijen hebben gesloten. Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in haar brief van 4 januari 2021 (productie 5 bij de dagvaarding) aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en [naam broer] bevestigd dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en haar kinderen in het kader van de echtscheiding van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zonder enige voorwaarde een gebruiksrecht hebben van de woning. Partijen hebben volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ook afspraken gemaakt over een gebruiksvergoeding.
4.9.
De voorzieningenrechter kan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet volgen in dat betoog. In de bedoelde brief staat, boven de passage waarop [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zich beroept, opgenomen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in juli 2019, vanwege haar echtscheiding, heeft gevraagd om de woning tijdelijk te gebruiken, waarmee [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [naam broer] , gelet op de ook volgens hen vervelende situatie voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , hebben ingestemd. Bovendien vonden zij het vanzelfsprekend dat ook de kinderen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de woning mochten wonen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de passage in die brief, waarnaar [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verwijst, en die luidt: “
Zoals eerder genoemd hebben we het gebruik van de woning [adres] door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en haar kinderen, in het kader van haar scheiding, zonder enige voorwaarden en als vanzelfsprekend toegestaan.”, terugslaat op de vraag van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om de woning
tijdelijkte mogen gebruiken in verband met de echtscheiding. Daaruit concludeert de voorzieningenrechter dat ook voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] duidelijk moet zijn geweest dat het gebruik slechts tijdelijk zou zijn. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft ook niet concreet onderbouwd waaruit volgt dat partijen zouden zijn overeengekomen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] recht op een gebruiksrecht van onbepaalde duur heeft, dan wel een gebruiksrecht voor een termijn die nog niet is verstreken.
4.10.
Dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een gebruik voor onbepaalde duur zou zijn toegezegd, is ook niet aannemelijk nu [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op 13 oktober 2020 nog aanvullingen heeft doen toekomen op een concept van een huurovereenkomst over de periode van 3 november 2020 tot 1 juli 2021, welke concept nota bene is opgesteld door een adviseur van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , te weten makelaar Van Oppen. In die aanvullingen is aangegeven dat na het einde van de huurtermijn zal worden overgegaan tot verkoop van de woning. In een reactie op de e-mail van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van 13 oktober 2020 antwoordt de adviseur van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , Van Oppen, namens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat deze akkoord is met de duur van de huurovereenkomst. Ook in de brief van 10 november 2020 wordt gesproken over een datum van beëindiging van de huurovereenkomst met ingang van 1 juli 2021. Dat uiteindelijk geen tijdelijke huurovereenkomst tot stand is gekomen, betekent niet dat in plaats daarvan een gebruiksrecht voor onbepaalde duur zou zijn overeengekomen.
4.11.
Bovendien heeft te gelden dat ook een gebruiksovereenkomst die zou zijn gesloten voor een onbepaalde duur in beginsel kan worden ontbonden, zij het dat daarbij een redelijke opzegtermijn in acht moet worden genomen.
4.12.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft verder het volgende aangevoerd. Tot de beheershandelingen van een executeur die dienstig zijn aan de normale exploitatie van – in dit geval – de woning behoort volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat deze wordt bewoond en derhalve niet dat deze leeg en onbeheerd wordt gelaten. Derhalve is bewoning door haar volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dienstig aan de woning, zodat de gevorderde ontruiming om die reden zou moeten worden afgewezen.
4.13.
Deze stelling moet worden verworpen. Tot de beheersmaatregelen waartoe [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als executeur exclusief bevoegd is, behoort naar het oordeel van de voorzieningenrechter ook de uitoefening van het recht om de woning te ontruimen, zodat deze op korte termijn onbewoond kan worden geleverd aan een nieuwe eigenaar, ongeacht het antwoord op de vraag of dit een van de erfgenamen is of een derde.
4.14.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft verder aangevoerd dat de gevorderde ontruiming naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, omdat toedeling van de woning aan haar voor de hand ligt. Zij is ook bereid en in staat is om de woning tegen de getaxeerde waarde van € 250.000,-- over te nemen.
4.15.
Die betwisting van de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is echter niet relevant. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft niet méér recht op toedeling van de woning dan haar broer en zus, de mede-eigenaren en mede-erfgenamen, en evenmin blijkt waaruit zij recht zou hebben op toedeling voor een prijs van € 250.000,--. De aanvankelijke stelling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , dat toedeling van de woning aan haar voor de hand ligt, omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet eerder (dan ter zitting) zou hebben laten blijken ook geïnteresseerd te zijn in de koop van de woning is al feitelijk onjuist gebleken, omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ter zitting heeft verklaard wel degelijk geïnteresseerd te zijn in toedeling van de woning. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt daartoe ook een bod in een gesloten envelop aan de notaris te hebben aangeboden, zoals volgens haar tussen partijen ook overeengekomen is, zij het dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet een dergelijk bod zou hebben gedaan, omdat dat vervolgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet zou zijn overeengekomen. In dit verband wil de voorzieningenrechter niet nalaten te wijzen op het feit dat hem de verklaring van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , dat zij niet wist dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ook geïnteresseerd was in de woning, niet geloofwaardig voorkomt. In een verslag van een gesprek dat partijen op 12 februari 2021 bij de notaris hebben gehad (productie 6 bij de dagvaarding) noteert de notaris immers dat beide partijen geïnteresseerd zijn in de aankoop van de woning.
4.16.
Bovendien is niet gebleken waarom [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] recht zou hebben om de woning voor € 250.000,-- te kopen en andere mede-eigenaren en mede-erfgenamen niet. De andere mede-eigenaren hebben bovendien recht om, in het kader van een verdeling en ter bevordering van een zo hoog mogelijke opbrengst, de woning op basis van een biedingsprocedure te verkopen, welke procedure mogelijk leidt tot een hogere opbrengst dan € 250.000,--.
4.17.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen kan dus geen belang door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] worden ontleend om in de woning te mogen blijven wonen totdat deze (eventueel) aan haar is toegedeeld.
4.18.
Het is ook niet aannemelijk dat, indien in het kader van een geschil over toedeling van de woning door de bodemrechter zou moeten worden geoordeeld over de vraag aan wie van de erfgenamen de woning moet worden toegedeeld, die bodemrechter zal oordelen dat nu [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [naam broer] al een woning hebben en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet – nu zij haar voormalige echtelijke woning heeft moeten verlaten en deze inmiddels is verkocht of zal worden verkocht – [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] recht heeft op toedeling van de woning.
4.19.
Dat vermeende recht van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] kan derhalve dan ook geen argument opleveren om te oordelen dat nu zij meer recht zou hebben op toedeling van de woning zij in verband daarmee die woning tot die veronderstelde toedeling zou mogen bewonen.
4.20.
Ten slotte heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tegen de gevorderde ontruiming aangevoerd dat zij bij een toewijzing van de vordering tot ontruiming dakloos wordt, hetgeen des te erger is, nu haar zoon, die lijdt aan angst- en dwangstoornissen, en als zeer kwetsbaar moet worden beschouwd, en afwisselend bij zijn vader en zijn moeder woont, daarmee ook (gedeeltelijk) dakloos wordt.
4.21.
Ook dat verweer moet worden verworpen. Dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bij toewijzing van de vordering dakloos wordt, is onvoldoende grond om de vordering af te wijzen. Datzelfde geldt voor het feit dat de zoon van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] als zeer kwetsbaar moet worden beschouwd.
4.22.
De voorzieningenrechter zal bepalen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de woning binnen twee weken na betekening van dit vonnis zal dienen te ontruimen. Deze termijn komt de voorzieningenrechter redelijk voor, gelet op het feit dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] al sedert april 2021 rekening had kunnen houden met een verplichting tot ontruiming.
4.23.
Omdat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gemotiveerd heeft gesteld dat de inboedelgoederen, die volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] buiten (onder een dekzeil) zijn geplaatst, zich nog in de woning bevinden en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] die betwisting op haar beurt onweersproken heeft gelaten, moeten de vorderingen onder III en IV als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen.
4.24.
Omdat uit de toegewezen vordering in conventie volgt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de woning moet verlaten, heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geen belang bij toewijzing van haar vordering onder 1 in reconventie. Bij ontruiming door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van de woning staan de inboedelgoederen, waarvan zij verwijdering uit diezelfde woning vordert, haar immers niet meer in de weg.
De kosten
In conventie
4.25.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden begroot op:
- kosten dagvaarding € 119,21;
- griffierecht € 309,00;
- salaris advocaat €
1.016,00;
Totaal € 1.444,21.
In reconventie
4.26.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden begroot op:
- salaris advocaat €
508,00(factor 0,5 × tarief € 1.016,00);
Totaal € 508,00.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
In conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om binnen twee weken na betekening van dit vonnis de woning, gelegen aan het adres [adres] te [plaatsnaam] , te ontruimen met al de hare en al het hare en ontruimd te houden – met uitzondering van de roerende zaken behorende tot de nalatenschap in oorspronkelijke en onbeschadigde staat – en niet meer te betrekken, met afgifte van alle sleutels aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ;
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tot het betalen van een dwangsom van € 200,--, dan wel een dwangsom met een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen hoogte, per dag dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in strijd handelt met de onder 5.1. genoemde vordering, tot een maximum van € 30.000,--, dan wel een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen maximale hoogte;
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van de ontruiming, indien zij de woning niet vrijwillig ontruimt, te voldoen op vertoning van en conform de specificatie van die kosten in het proces-verbaal van de ontruiming, opgemaakt door de gerechtsdeurwaarder;
5.4.
machtigt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om eventuele persoonlijke eigendommen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] die door haar worden achtergelaten in of rondom de woning na een vrijwillige ontruiming af te voeren en om sloten van de woning te vervangen, nadat de woning is ontruimd;
5.5.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van het afvoeren van de persoonlijke eigendommen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] die door haar worden achtergelaten in of rondom de woning na een vrijwillige ontruiming;
5.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten ter vervanging van de sloten van de woning, nadat de woning al dan niet vrijwillig is ontruimd;
5.7.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot op heden begroot op € 1.444,21;
5.8.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af;
In reconventie
5.10.
wijst de vorderingen af;
5.11.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot op heden begroot op € 508,00;
5.12.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J. Noelmans, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: MT