ECLI:NL:RBLIM:2021:8503
Rechtbank Limburg
- Verschoning
- M.B.T.G. Steeghs
- J.W. Rijksen
- J.J.M. Wassenberg
- R.A.J. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verschoning van een rechter in civiele zaak met betrekking tot wederrechtelijk toe-eigenen van benzine
In deze zaak heeft de rechter, mr. R.A.J. van Leeuwen, op 12 juli 2021 een verzoek tot verschoning ingediend bij de verschoningskamer van de Rechtbank Limburg. Dit verzoek was ingegeven door zijn eerdere betrokkenheid bij een civiele zaak waarin hij op 14 juni 2021 een beschikking had gegeven. In die beschikking oordeelde hij dat de gedaagde zich tijdens het dienstverband wederrechtelijk benzine had toegeëigend, wat leidde tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de eiseres en de gedaagde. De gedaagde heeft in de nieuwe zaak een gelijkluidend verweer gevoerd, wat de rechter deed besluiten om zich te verschonen om de schijn van partijdigheid te vermijden.
De verschoningskamer heeft het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een vrees voor vooringenomenheid rechtvaardigen. Gezien de omstandigheden en de eerdere uitspraak van de rechter, concludeerde de verschoningskamer dat de rechter terecht tot de conclusie was gekomen dat de schijn van partijdigheid zou kunnen worden gewekt. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot verschoning toegewezen.
De beslissing is genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter mr. M.B.T.G. Steeghs en leden mr. J.W. Rijksen en mr. J.J.M. Wassenberg, en is openbaar uitgesproken op 19 juli 2021.