ECLI:NL:RBLIM:2021:8248

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 oktober 2021
Publicatiedatum
3 november 2021
Zaaknummer
9374742 EZ VERZ 21-174
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake vrijstelling van neerleggen rekening en verantwoording in nalatenschap

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat op 3 augustus 2021 is ingediend. Verzoeker, in zijn hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van de erflater, vraagt om vrijstelling van het neerleggen van de rekening en verantwoording, evenals de uitdelingslijst. De kantonrechter heeft vastgesteld dat voordat het verzoek inhoudelijk kan worden beoordeeld, het vereffenaarsloon door de kantonrechter moet worden vastgesteld. Verzoeker heeft hieromtrent nog geen verzoek ingediend.

De kantonrechter heeft in de beoordeling van de zaak geconstateerd dat er nog enkele vragen zijn die beantwoord moeten worden voordat verder kan worden beslist. Deze vragen betreffen onder andere de status van de schulden zoals vermeld in de voorlopige boedelbeschrijving, de verkoop van roerende zaken, en de hoogte van de activa van de nalatenschap. De kantonrechter heeft verzoeker de gelegenheid gegeven om binnen een maand de gevraagde informatie te verstrekken, bij voorkeur met verificatoire bescheiden.

De beschikking houdt iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat de kantonrechter op een later moment opnieuw zal oordelen over de zaak, afhankelijk van de antwoorden die verzoeker zal geven op de gestelde vragen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht / Kantonrechter
Zaaknr: 9374742 \ EZ VERZ 21-174
Beschikking van 28 oktober 2021
Inzake
[verzoeker],
kantoor houdend te [vestigingsplaats] , [adres] ,
verzoeker, in zijn hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van
[erflater] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het op 3 augustus 2021 ter griffie van deze rechtbank ontvangen verzoekschrift met bijlagen.
1.2.
Vervolgens is beschikking bepaald en wordt vandaag uitspraak gedaan.

2.Het verzoek

Verzoeker vraagt om vrijstelling van het neerleggen van de rekening en verantwoording en de uitdelingslijst in de nalatenschap van [erflater] .

3.De beoordeling

3.1.
Uit de procesdossiers in deze nalatenschap volgt onder meer dat:
  • op [overlijdensdatum 1] te [overlijdensplaats] [erflater] (verder: de erflater), laatstelijk wonend te [woonplaats] , is overleden
  • de erflater gehuwd is geweest met de op [overlijdensdatum 2] vooroverleden
[erflaatster]
  • verzoeker de vordering van [naam] op de nalatenschap van haar moeder [erflaatster] in de nalatenschap van de erflater heeft erkend
  • verzoeker (nog) geen vaststelling van zijn vereffenaarsloon heeft verzocht.
3.2.
Voordat het gevraagde verder inhoudelijk kan worden beoordeeld dient het vereffenaarsloon door de kantonrechter te zijn vastgesteld. Verzoeker heeft ter zake nog geen verzoek ingediend en de kantonrechter geeft verzoeker mee om dat verzoek op korte termijn te doen.
3.3.
Verder heeft de kantonrechter behoefte aan antwoord op de volgende vragen:
1. wat is er (met uitzondering van de kosten van de makelaar van € 6.043,95 die in de afrekennota van de verkoop van de onroerende zaak zijn verdisconteerd) met de schulden als vermeld in de voorlopige boedelbeschrijving van 21 april 2021
(zaaknr. 9178186 \ EZ VERZ 21-33) gebeurd?
2. zijn de roerende zaken verkocht en indien ja, voor welk bedrag?
3. is de door verzoeker erkende vordering van € 29.461,90 van [naam] inclusief rente en kosten aangezien verzoeker deze in de voorlopige boedelbeschrijving voor € 19.498,68 exclusief rente en kosten heeft opgenomen?
4. bestaan er buiten [naam] nog andere erfgenamen ?
5. wat is de hoogte van de activa van deze nalatenschap per datum van deze beschikking ?
3.4.
Houdt iedere verdere beslissing aan.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
stelt verzoeker in de gelegenheid om binnen een maand na heden de vragen als gesteld in r.o. 3.2., bij voorkeur onder het aanleveren van verificatoire bescheiden, te beantwoorden,
4.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.P.J. Quaedackers, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.
YT