In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in een erfrechtelijke procedure. Verzoeker, in zijn hoedanigheid van executeur en afwikkelingsbewindvoerder van de nalatenschap van de erflaatster, heeft een verzoek ingediend om een termijn te stellen aan de legataris. Dit verzoek is gedaan omdat verzoeker vastloopt in de vereffening van de nalatenschap, aangezien hij moet weten of de legataris het legaat verwerpt om de aangifte erfbelasting te kunnen verzorgen. De legataris heeft herhaaldelijk geen inhoudelijke reactie gegeven op verzoeken om duidelijkheid over zijn standpunt ten aanzien van het legaat.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de legataris meerdere keren in de gelegenheid is gesteld om te reageren, maar dat hij geen actie heeft ondernomen. Daarom heeft de kantonrechter besloten om de legataris een termijn van een maand te geven, tot 28 november 2021, om te verklaren of hij het legaat verwerpt. Bij gebreke van een tijdige verklaring verliest de legataris zijn bevoegdheid om het legaat te verwerpen. Daarnaast is de legataris veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 85,00.
De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. R.P.J. Quaedackers, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.