ECLI:NL:RBLIM:2021:8243
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voorschot salaris vereffenaar in erfrechtelijke procedure met betrekking tot nalatenschap
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 28 oktober 2021 een beschikking gegeven inzake een verzoek om een voorschot op het salaris van de vereffenaar van de nalatenschap van een overleden erflaatster. De verzoeker, die optreedt als vereffenaar, heeft op 14 juli 2021 een verzoekschrift ingediend, waarin hij stelt dat de boedel toereikend is voor het vergoeden van zijn salaris en dat er nog veel onderzoek gedaan moet worden naar de erfgenamen van de erflaatster en de vorderingen die door deze erfgenamen zijn ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de activa van de nalatenschap per 14 juli 2021 € 152.678,79 bedragen, terwijl de passiva, exclusief betwiste vorderingen, € 80.191,07 zijn. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het verzoek om een voorschot op het salaris kan worden ingewilligd, omdat de verzoeker aannemelijk heeft gemaakt dat de boedel voldoende middelen heeft.
De kantonrechter heeft het voorschot vastgesteld op € 30.817,53 inclusief btw, voor de periode van 30 juni 2020 tot en met 3 juni 2021. Daarnaast heeft de rechtbank de verzoeker de aanwijzing gegeven om binnen drie maanden na de uitspraak een financieel verslag aan te leveren, waarin het resultaat van het onderzoek naar de vordering van de legitimaris is opgenomen. De legitimaris is de zoon van een eerder overleden erfgenaam en zijn vordering kan invloed hebben op de passiva van de nalatenschap. De rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen. Deze beschikking is gegeven door mr. R.P.J. Quaedackers, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.