Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
MANON VAN BEZOUW,
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 28 oktober 2021, hebben de verzoekers, Manon van Bezouw en Maarten van der Meulen, in hun hoedanigheid als vereffenaar van de nalatenschap van de erflater, een verzoek ingediend tot opheffing van de vereffening en vaststelling van hun loon en de vereffeningskosten. Het verzoekschrift werd op 16 augustus 2021 ingediend en de beschikking werd op de zitting van 28 oktober 2021 uitgesproken.
De verzoekers vroegen onder andere om hun loon vast te stellen op € 5.485,09, inclusief BTW, en de vereffeningskosten op € 7.540,99. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vereffening van de nalatenschap van de erflater was voltooid en dat de vereffeningskosten hoger waren dan de activa van de nalatenschap, wat aanleiding gaf om het verzoek tot opheffing van de vereffening in te willigen.
De kantonrechter heeft de opheffing van de vereffening bevolen en het loon van de vereffenaar vastgesteld op € 6.636,96, inclusief BTW, en de totale vereffeningskosten op € 7.275,51. Tevens is gelast dat de opheffing van de vereffening bekendgemaakt dient te worden in de digitale Staatscourant. De kantonrechter heeft het verzoek om kantoorkosten van € 265,48 afgewezen, omdat deze niet gespecificeerd of onderbouwd waren. De beschikking is gegeven door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.