In deze zaak, die zich afspeelt in de context van een kort geding, vordert de Stichting Sponsoring en Businessclub Friesland Flyers (hierna: FF) dat de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht, de Stichting Grensoverschrijdend IJshockey (hierna: GIJ) veroordeelt om de heer [naam speler] als een van de twee import speelgerechtigde ijshockeyspelers in het team van FF toe te laten. Dit geschil is ontstaan naar aanleiding van een bestuursbesluit van GIJ, waarin het verzoek van FF om de speler als student-import speelgerechtigd te verklaren, negatief is beoordeeld. FF stelt dat het bestuursbesluit niet rechtsgeldig tot stand is gekomen, omdat niet de meerderheid van het bestuur aanwezig was bij de besluitvorming. GIJ betwist de bevoegdheid van de civiele rechter en stelt dat de beslissing op basis van reglementaire criteria is genomen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er voldoende spoed is om de zaak te behandelen, gezien de vraag of de speler op de dag van de uitspraak kan spelen. De voorzieningenrechter concludeert dat GIJ onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de stelling dat de Nederlandse bestuursleden zijn afgetreden, en dat de bestuursbeslissing mogelijk strijdig is met de statuten van de BeNe-league. Desondanks wordt de vordering van FF afgewezen, omdat niet is aangetoond dat FF officieel heeft verzocht om de speler als importspeler aan te merken. De voorzieningenrechter wijst erop dat de vraag of de speler als student-importspeler kan worden aangemerkt, niet kan worden beantwoord, omdat dit begrip niet voorkomt in de geldende reglementen. FF wordt veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak is gedaan door mr. J.R. Sijmonsma, voorzieningenrechter, op 29 oktober 2021.