In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, betreft het een incident met betrekking tot de internationale bevoegdheid en een verzoek op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De eiseres, ESMA N.V., gevestigd in Maasmechelen, België, heeft een vordering ingesteld tegen Special Platings B.V. en Metal Surface Treatment B.V., beide gevestigd in Nederland. De gedaagde partijen zijn niet verschenen, met uitzondering van Metal Surface Treatment, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.B.H. Beune. De rechtbank heeft op 27 oktober 2021 uitspraak gedaan in het bevoegdheidsincident, waarbij gedaagde sub 3, die in België woont, aanvoerde dat de rechtbank niet bevoegd was om van de vordering kennis te nemen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er een nauwe band bestaat tussen de vorderingen tegen de verschillende gedaagden, waardoor gelijktijdige behandeling noodzakelijk is voor een goede rechtsbedeling.
Daarnaast is er een incident aanhangig gemaakt op basis van artikel 843a Rv, waarbij gedaagde sub 3 werd verzocht om inzage te geven in bepaalde bescheiden van Special Platings. De rechtbank heeft geoordeeld dat gedaagde sub 3, als statutair directeur van Special Platings, verplicht is om de gevraagde documenten te overleggen, mits hij hiervoor toestemming krijgt van de curator in het faillissement van Special Platings. De rechtbank heeft de vordering toegewezen, onder de voorwaarde dat de curator de benodigde documenten aan gedaagde sub 3 verstrekt. De kosten van het incident zijn aan gedaagde sub 3 opgelegd, die als in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd.