Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met drie producties,
- de conclusie van antwoord,
- het proces-verbaal van comparitie gehouden op 23 augustus 2019,
- het proces-verbaal van comparitie gehouden op 15 oktober 2021.
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, vorderde eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J.M.H. Nass, dat gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.G.P. Voragen, de bomen op de erfgrens zou verwijderen en een nieuwe erfafscheiding zou plaatsen. De procedure begon met een dagvaarding en omvatte verschillende comparities. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen buren zijn en dat er bomen op de erfgrens staan, wat in strijd is met artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft de vordering tot verwijdering van de bomen toegewezen, maar de vordering tot schadevergoeding afgewezen, omdat eiseres niet voldoende had aangetoond dat er schade was ontstaan. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de scheidsmuur in slechte staat verkeert en dat gedaagde moet meewerken aan de vernieuwing ervan. De rechtbank heeft gedaagde veroordeeld tot het verwijderen van de bomen binnen drie maanden en het meewerken aan de plaatsing van een nieuwe erfafscheiding, met een dwangsom voor het geval van niet-naleving. De proceskosten zijn toegewezen aan eiseres, die grotendeels in het gelijk is gesteld.