ECLI:NL:RBLIM:2021:8136

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 oktober 2021
Publicatiedatum
29 oktober 2021
Zaaknummer
9320883 CV EXPL 21-3274
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident en vorderingen in civiele zaak met onbepaalde waarde

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht, is op 27 oktober 2021 een vonnis gewezen in een incident. De eisende partijen, vertegenwoordigd door mr. M. Koolen-Ummels, hebben vorderingen ingediend tegen de gedaagde partijen, vertegenwoordigd door mr. J.M.E. van den Heuvel. De kern van het geschil betreft een bevoegdheidsincident waarbij de eisende partijen de kantonrechter verzoeken om de zaak te verwijzen naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken, omdat de vorderingen een onbepaalde waarde hebben. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van de eisende partijen niet op geld waardeerbaar zijn, en dat de gevorderde dwangsommen en proceskosten niet meetellen bij de beoordeling van de waarde. Hierdoor is de kantonrechter niet bevoegd om van de vorderingen kennis te nemen. De zaak is vervolgens in de staat en stand waarin deze zich bevindt, verwezen naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de Rechtbank Limburg. De eisende partijen zijn veroordeeld in de proceskosten van het incident, omdat zij dit nodeloos hebben veroorzaakt. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 10 november 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: 9320883 CV EXPL 21-3274
Vonnis in incident van de kantonrechter van 27 oktober 2021
in de zaak van

1.[eisende partij in conventie in de hoofdzaak, verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident sub 1] ,2. [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident sub 2] ,

beiden wonend te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie in de hoofdzaak,
verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak,
verwerende partij in het incident,
gemachtigde mr. M. Koolen-Ummels,
tegen

1.[gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident sub 1] ,2. [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident sub 2] ,,

bieden wonend te [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak,
eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak,
eisende partij in het incident,
gemachtigde mr. J.M.E. van den Heuvel.
Partijen zullen hierna [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. en [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 7
  • de conclusie van antwoord in conventie en eis in (voorwaardelijke) reconventie tevens
  • de akte depot aan de zijde van [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s.
  • de incidentele conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil

in de hoofdzaak in conventie
2.1.
[eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. vorderen dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. verklaart voor recht dat de erfgrens loopt overeenkomstig de kadastrale grens als gemeten door het Kadaster;
2. verklaart voor recht dat sprake is van een onrechtmatige situatie, namelijk overbouw in de zin van artikel 5:54 BW veroorzaakt door de aanbouw, het tuinhuis alsmede de schutting van gedaagden;
3. gedaagden veroordeelt om binnen twee weken na het te dezen te wijzen vonnis tot verwijdering van (het deel van) het tuinhuis dat staat op de grond van eisers en het verwijderd houden daarvan, zulks op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag dat gedaagden dit weigeren na het verstrijken van deze termijn tot aan een maximum van
€ 2.500,00;
4. gedaagden veroordeelt om binnen twee weken na het te dezen te wijzen vonnis tot verwijdering van (het deel van) de aanbouw dat staat op de grond van eisers en het verwijderd houden daarvan, zulks op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag dat gedaagden dit weigeren na het verstrijken van deze termijn tot aan een maximum van
€ 2.500,00;
5. gedaagden veroordeelt om binnen twee weken na het te dezen te wijzen vonnis tot verwijdering van de schutting dat staat op de grond van eisers en het verwijderd houden daarvan, zulks op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag dat gedaagden dit weigeren na het verstrijken van deze termijn tot aan een maximum van € 2.500,00;
6. gedaagden veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van
€ 875,00, althans een zodanig bedrag als de rechtbank Limburg in goede justitie juist en billijk acht, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
7. gedaagden veroordeelt in de proceskosten van deze procedure, waaronder het salaris van de gemachtigde en de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over deze kosten vanaf 14 dagen na het te dezen te wijzen vonnis, althans een in goede justitie redelijk geachte termijn, tot aan de dag der algehele voldoening.
in de hoofdzaak in voorwaardelijke reconventie
2.2.
[gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. vorderen dat de kantonrechter bij vonnis:
1. Indien u, edelachtbare kantonrechter, tot het oordeel komt dat de aanbouw zich (gedeeltelijk) op het erf van familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] bevindt:
- verklaart voor recht dat familie [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] thans op grond van verkrijgende verjaring als bedoeld In artikel 3:99 BW eigenaren zijn geworden van het volledige gedeelte van het erf waarop de aanbouw is gebouwd;
2. Indien u, edelachtbare kantonrechter, tot het oordeel komt dat de aanbouw zich (gedeeltelijk) op het erf \ van gedaagden in reconventie (eisers in conventie) bevindt en/of het beroep van familie [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] op verkrijgende verjaring als bedoeld in 3:99 BW moet worden afgewezen;
- verklaart voor recht dat familie [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] , thans op grond van bevrijdende verjaring als bedoeld in artikel 3:105 BW eigenaren zijn geworden van het volledige gedeelte van het erf waarop de aanbouw is gebouwd;
3. Indien u, edelachtbare kantonrechter, tot het oordeel komt dat de schutting zich op het erf van gedaagden bevindt én deze verwijderd dient te worden:
- verklaart voor recht dat de schutting door familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] verplaatst dient te worden naar de erfgrens, zonder dat daarbij schade aan het erf en de opstallen van familie [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] wordt gebracht en familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] te veroordelen tot voldoening van de kosten daarvoor;
4. Indien u, edelachtbare kantonrechter, tot het oordeel komt dat het tuinhuis zich (gedeeltelijk) op het erf van familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] bevindt en het verweer van familie [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] ten aanzien van het tuinhuis dat zij door de door familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] gevorderde afbraak van het tuinhuis onevenredig zwaarder worden benadeeld en/of deze vordering misbruik van bevoegdheid oplevert, wordt toegewezen en u daarnaast tot het oordeel komt dat familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] schadeloos gesteld dient te worden:
- familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] te veroordelen om binnen een maand na het in deze te wijzen vonnis hun medewerking te verlenen aan het op grond van artikel 5:54 BW tegen schadeloosstelling verlenen van een erfdienstbaarheid tot het handhaven van de bestaande toestand aan familie [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] dan wel het gedeelte van het erf van familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] waarop het tuinhuis staat aan familie [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] over te dragen in eigendom over te dragen voor een bedrag van € 32,00. Zulks op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag voor iedere dag dat familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] hiermee in gebreke blijft tot een maximum van € 2.500,-.
in de hoofdzaak in onvoorwaardelijke reconventie
2.3.
[gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. vorderen dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, ook ten aanzien van de proceskosten:
1. verklaart voor recht dat familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] onrechtmatig heeft gehandeld door de buitenmuur van de aanbouw te beschadigen/vernielen en/of hinder toe te brengen aan de opstal(len) van de familie [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] en dat familie [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] hierdoor schade heeft geleden;
2. verklaart voor recht dat familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] voor de hierdoor veroorzaakte schade aansprakelijk is en de kosten in verband met herstel van deze schade dient te vergoeden. De schade is tot op heden begroot op een bedrag ad € 2.171,64 doch dient nog te worden verhoogd met de kosten voor het herstellen en deugdelijk afwerken van de buitenmuur door een daartoe erkend bedrijf, deze schade nader op te maken bij staat;
3. familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] veroordeelt om aan familie [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] een bedrag ad € 2.171,64 te betalen als voorschot op voornoemde schade;
4. familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] veroordeelt, om binnen twee weken na het te dezen te wijzen vonnis, hun volledige medewerking te verlenen aan het laten herstellen van de buitenmuur van de aanbouw van familie [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] onder andere door toegang te verlenen tot hun erf en door deze buitenmuur toegankelijk te maken, zulks op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag dat familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] dit weigert na het verstrijken van vorennoemde termijn van twee weken met een maximum van € 2.500,00;
5. verklaart voor recht dat sprake is van een onrechtmatige situatie, bestaande uit overbouw in de zin van artikel 5:54 BW veroorzaakt door de gemetselde muur/muren en familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] te veroordelen om binnen twee weken na het te dezen te wijzen vonnis de muur/muren die staat/staan op de grond van familie [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] te verwijderen en verwijderd te houden daarvan, zulks op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag dat familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] dit weigert na het verstrijken van vorennoemde termijn van twee weken met een maximum van € 2.500,00;
6. verklaart voor recht dat familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] onrechtmatig heeft gehandeld door een muur/ muren tegen de overkapping van de familie [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] te metselen waardoor deze overkapping is beschadigd en inbreuk is gemaakt op het eigendomsrecht van familie [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] ;
7. familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] veroordeelt om de kosten in verband met het herstel van de overkapping van familie [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] na verwijdering van de onder 5 en 6 genoemde muren te vergoeden, de schade nader op te maken bij staat;
8. familie [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] veroordeelt in de proceskosten en de nakosten.
in het incident2.4. [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. vorderen dat de kantonrechter de zaak verwijst naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken, nu het een zaak van onbepaalde waarde betreft en er geen enkele indicatie is dat de vordering een waarde vertegenwoordigt van minder dan
€ 25.000,00.
2.5.
[eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. stellen dat er meerdere vordering zijn om iets te doen en/of nalaten, maar dat aan deze vorderingen dwangsommen zijn verbonden, hetgeen volgens [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. maakt dat de vorderingen wel op enig bedrag te bepalen zijn. [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. voegen daaraan toe dat er, gelet op de wijze zoals de vorderingen zijn geformuleerd zowel bij dagvaarding als bij conclusie van antwoord in het incident, wel degelijk duidelijke aanwijzingen zijn dat het totale beloop van deze vorderingen geen hogere waarde vertegenwoordigen dan
€ 25.000,00.

3.De beoordeling in het incident

3.1.
Zaken betreffende vorderingen van onbepaalde waarde worden enkel door de kantonrechter behandeld en beslist indien duidelijke aanwijzingen bestaan dat de vordering
geen hogere waarde vertegenwoordigt dan € 25.000,00. De blote stelling van [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. is zonder nadere onderbouwing onvoldoende om daaruit af te leiden dat de kantonrechter in deze absoluut bevoegd is om kennis te nemen van het gevorderde. Niet alle vorderingen zoals opgenomen onder rov. 2.1 zijn op geld waardeerbaar. Gevorderde dwangsommen, proceskosten en nakosten tellen daarenboven niet mee bij de beoordeling of er duidelijke aanwijzingen zijn dat de vorderingen geen hogere waarde vertegenwoordigen dat
€ 25.000,00. Gelet op het vorenstaande is de kantonrechter niet bevoegd om van de vorderingen van [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. kennis te nemen.
3.2.
De kantonrechter zal dan ook de zaak in de staat en stand waarin deze zich bevindt verwijzen naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht.
3.3.
Wijst partijen erop dat zij in het vervolg van de procedure alleen bij advocaat kunnen procederen.
3.4.
[eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. zullen in de proceskosten van het incident worden veroordeeld, nu uit het voorgaande volgt dat zij dit incident nodeloos hebben veroorzaakt.

4.De beslissing

De kantonrechter
in het incident
4.1.
wijst de vordering toe,
4.2.
veroordeelt [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. in de kosten van het incident, aan de zijde van [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. tot op heden begroot op € 124,00,
in de hoofdzaak in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
4.3.
verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt, naar de civiele rolzitting voor de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van deze rechtbank, locatie Maastricht van
woensdag 10 november 2021voor stellen advocaat,
4.4.
wijst partijen erop dat zij na verwijzing dienen te procederen bij advocaat,
4.5.
wijst [eisende partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. erop dat na verwijzing een verhoogd griffierecht verschuldigd is, dat deze verhoging kan worden afgeleid uit de meest recente griffierechttabellen op www.rechtspraak.nl en dat deze verhoging binnen 4 weken na voormelde roldatum moet zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank dan wel ter griffie zijn gestort,
4.6.
wijst [gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. erop dat na verwijzing griffierecht verschuldigd is, dat dit griffierecht kan worden afgeleid uit de meest recente griffierechttabellen op www.rechtspraak.nl en dat het griffierecht binnen 4 weken na voormelde roldatum moet zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank dan wel ter griffie zijn gestort.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH