2.1.[eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. Voor recht verklaart dat dat gedeelte van de zijgevel van de woning van eiser
( [eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident] ) dat boven de woning van gedaagden ( [gedaagde partij in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s.) uitsteekt volledig in
eigendom toebehoort aan eiser ( [eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident] );
2. Voor recht verklaart dat gedaagden ( [gedaagde partij in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s.) onrechtmatig hebben gehandeld
jegens eiser ( [eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident] ) door zonder toestemming van eiser ( [eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident] ), dat gedeelte van
de zijgevel van de woning van eiser ( [eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident] ), dat volledig in eigendom toebehoort
aan eiser ( [eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident] ), voor hun verbouwingswerkzaamheden te gebruiken;
3. Gedaagden veroordeelt om te verwijderen en verwijderd te houden, al hetgeen, dus alle materialen/zaken/balken, (die) zij in dan wel aan dat gedeelte van de zijgevel van de woning van eiser ( [eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident] ), dat uitsluitend in eigendom toebehoort aan eiser ( [eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident] ), hebben aangebracht, dan wel hebben laten aanbrengen, onder verbeurte van een dwangsom van
€ 1.000,--, althans een door de kantonrechter te bepalen dwangsom, met een maximum van € 10.000,00 aan verbeurde dwangsommen, voor elke dag of deel daarvan dat gedaagden ( [gedaagde partij in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s.) daar niet aan voldoen;
4. Gedaagden ( [gedaagde partij in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s.) veroordeelt om aan eiser ( [eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident] ) te betalen, des de een
betalende, de ander zal zijn gekweten, de schade die eiser ( [eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident] ) heeft geleden
door de (verbouwings)werkzaamheden van gedaagden, en zoals die is vastgesteld in
het deskundigenrapport van CED Nederland BV, totaal ten bedrage van € 3.250,00,
althans een door de kantonrechter te bepalen ander bedrag, alsmede een bedrag van
€ 1.210,00 ter zake de kosten van het deskundigenrapport;
5. Voor recht verklaart dat gedaagden ( [gedaagde partij in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s.) aansprakelijk zijn voor de schade
die [eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident] lijdt door de voortgezette verbouwingswerkzaamheden, welke schade
bestaat uit de aanvullende herstelkosten van de gevel van de woning van [eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident] en
derhalve gedaagden ( [gedaagde partij in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s.) te veroordelen om aan eiser ( [eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident] ) te betalen de
aanvullende schade aan de gevel van de woning van eiser ( [eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident] ), die zij hebben
veroorzaakt door nadere verbouwingswerkzaamheden en die niet is meegenomen in de rapportage Van CED Nederland BV, welke schade nader bij staat dient te worden
opgemaakt;
6. Gedaagden veroordeelt in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de
nakosten ten belope van € 120,--, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na
dagtekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet
binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over
de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, een en ander
voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
in het incident2.2. [gedaagde partij in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. vorderen dat de kantonrechter de zaak verwijst naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken, nu het een zaak van onbepaalde waarde betreft en er geen enkele indicatie is dat de vordering een waarde vertegenwoordigt van minder dan € 25.000,00. Voorts stellen [gedaagde partij in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. zich op het standpunt dat het beroep van [eisende partij in de hoofdzaak, verwerende partij in het incident] op art. 96 Rv naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, nu deze overeenkomst zonder medeweten en zonder machtiging van [gedaagde partij in de hoofdzaak, eisende partij in het incident] c.s. is gesloten met de rechtsbijstandsverzekeraar. Daarbij is deze keuze bovendien niet rechtsgeldig, nu de procedure - zonder tussenkomst van de kantonrechter - aanhangig is gemaakt door het uitbrengen van een dagvaarding en het geschil geen rechtsgevolgen betreft die ter vrije bepaling van partijen staan.