ECLI:NL:RBLIM:2021:804

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 januari 2021
Publicatiedatum
1 februari 2021
Zaaknummer
C/03/275436 / HA ZA 20-147
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen aannemer en opdrachtgever over eindfactuur en meerwerk

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, betreft het een geschil tussen een aannemer en een opdrachtgever over een eindfactuur en meerwerk. De eiseres, een besloten vennootschap, heeft in 2014 en 2015 werkzaamheden uitgevoerd aan de nieuwbouwwoning van de gedaagde. De werkzaamheden omvatten schilderwerk, behangwerk en het aanbrengen van plinten, waarvoor de eiseres een eindfactuur heeft gestuurd. De gedaagde heeft een deel van de factuur betwist en stelt dat hij al een contante aanbetaling heeft gedaan. De rechtbank heeft de procedure beoordeeld op basis van de ingediende stukken, waaronder de dagvaarding, conclusies van antwoord en producties. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde een bedrag van € 10.000,- contant heeft betaald, wat in mindering wordt gebracht op de vordering van de eiseres. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gedaagde niet voldoende heeft onderbouwd dat er gebreken waren aan het schilderwerk, en dat de vordering van de eiseres tot betaling van de eindfactuur, verminderd met de contante betaling en herstelkosten, wordt toegewezen. De rechtbank heeft de kosten van de procedure gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/275436 / HA ZA 20-147
Vonnis van 27 januari 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat: mr. A.L. Stegeman,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat: mr. J.B.Th. van 't Grunewold.
Partijen zullen hierna “ [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ” en “ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ” genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met de daarbij overgelegde producties 1a tot en met 22;
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie (hierna: “CvA/CvE”) met de daarbij overgelegde producties 1 tot en met 15;
  • de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie met de daarbij overgelegde productie 23;
  • de akte houdende producties 15 tot en met 21 van de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 25 november 2020.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft in 2014 en 2015 in opdracht van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] werkzaamheden uitgevoerd aan de nieuwbouwwoning van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , gelegen aan de [adres] te [woonplaats] (hierna: “de woning van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ”).
2.1.1.
Op basis van een overeenkomst van aanneming van werk zijn in februari en maart 2015 schilderwerkzaamheden uitgevoerd aan (onder meer) de wanden, plafonds, plinten en kozijnen. Voorafgaand aan de uitvoering van die schilderwerkzaamheden is door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in augustus 2014 een opgave van eenheidsprijzen verstrekt aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , die door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is aanvaard. Na afronding van de werkzaamheden heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op 9 april 2015 een calculatie van de (door partijen zo betitelde) “tussenstand” van de kosten van het werk opgesteld, die gebaseerd is op de werkelijk uitgevoerde hoeveelheden vermenigvuldigd met de daaraan toegekende eenheidsprijzen. De tussenstand bedroeg € 16.144,86 (incl. BTW).
2.1.2.
Naast de hiervoor genoemde werkzaamheden is door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op een later tijdstip aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] opdracht gegeven tot het verrichten van behangwerk en het aanbrengen van plinten. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft hiervoor twee offertes uitgebracht, te weten op 6 maart 2015 voor een bedrag van € 1.766,94 (incl. BTW) en op 24 maart 2015 voor het bedrag van € 2.742,01 (incl. BTW). Deze werkzaamheden zijn vervolgens ook uitgevoerd door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
2.1.3.
De hiervoor genoemde werkzaamheden zijn in een eindfactuur 7 september 2016 door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in rekening gebracht. Daarin is door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ook een bedrag van € 2.071,38 aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in rekening gebracht voor extra schilderwerk (meerwerk) in verband met het bijwerken van beschadigingen aan het stuk- en schilderwerk en extra behangwerk, uitgevoerd in april 2015.
2.1.4.
De totaalsom van de in de eindfactuur in rekening gebrachte werkzaamheden bedraagt (€ 16.144,86 + € 1.766,94 + € 2.742,01 + € 2.071,38) € 22.725,18 (incl. BTW).
2.2.
De stucwerkzaamheden in de woning van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn in eerste instantie uitgevoerd door een stukadoor die is aangeleverd door [aannemer] , de aannemer van de bouw van de woning van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Deze stukadoor heeft de aan hem opgedragen werkzaamheden niet volledig afgerond. Nadat deze stukadoor zijn werk had neergelegd, zijn stucwerkzaamheden uitgevoerd door [naam stukadoor] (hierna: “de stukadoor”). [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft zich op het standpunt gesteld dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] opdracht heeft gegeven tot het ter beschikking stellen van de stukadoor. Hij heeft op 17 november 2014 bij factuur met nummer [nummer] een bedrag van € 3.824,63 in rekening gebracht aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voor “herstelwerkzaamheden aan dagkanten” door de stukadoor. De betreffende rekening is later op naam gesteld van [aannemer] , maar nadat tussen partijen discussie is ontstaan over deze factuur, heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de rekening uiteindelijk weer op naam van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gezet en van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betaling geëist.

3.Het geschil

In conventie

3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert, kort weergegeven, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt om aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tegen behoorlijk bewijs van
kwijting te voldoen:
het bedrag ad € 29.548,81, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de hoofdsom ad € 26.549,81 vanaf 1 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening en de wettelijke rente over de incassovergoeding ad € 1.040,50 vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
een vergoeding voor de proceskosten van deze procedure, salaris raadsman daaronder begrepen, welk bedrag te vermeerderen is met de wettelijke rente daarover vanaf de 2e dag na betekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
een vergoeding voor de nakosten, te weten € 157,00 zonder betekening en € 239,00 indien betekening plaatsvindt.
3.2.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert nakoming van de met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gesloten overeenkomsten van aanneming van werk en de overeenkomst tot het ter beschikking stellen van een stukadoor. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt dat zij haar verplichtingen volledig is nagekomen. Het uitgevoerde werk is opgeleverd, omdat het na afwerking van een aantal opleverpunten door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is goedgekeurd. De stukadoor is in opdracht van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ter beschikking gesteld. De door de stukadoor gewerkte uren zijn door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gefactureerd op basis van de tussen hen daarover gemaakte afspraak. Ondanks sommatie zijn de eindfactuur van € 22.725,18 en de factuur met nummer [nummer] voor een bedrag van
€ 3.824,63 voor de stucwerkzaamheden niet betaald. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is in verzuim geraakt, omdat hij niet binnen de overeengekomen betalingstermijn van acht dagen heeft betaald.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist de vorderingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Kort gezegd stelt hij dat hij op 11 april 2015 al een bedrag van € 10.000,- contant aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft aanbetaald en dat dit bedrag in mindering strekt op het aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verschuldigde bedrag van € 20.653,81 (ter zake van schilderwerken € 16.144,86, meerwerk behang € 1.766,94 en meerwerk plinten
€ 2.742,01). De verschuldigdheid van het bedrag van € 2.071,38 voor het gestelde meerwerk ter zake van uitgevoerde schilderwerkzaamheden wordt door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ook betwist. Daarnaast stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat er gebreken zijn aan het schilderwerk van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat hij de herstelkosten daarvan, een bedrag van € 1.550,45, kan verrekenen met de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist ten slotte dat hij aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de opdracht heeft verstrekt om een stukadoor ter beschikking te stellen. Er bestaat een rechtsverhouding tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [aannemer] , waardoor [aannemer] gehouden is de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in dit verband te voldoen, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover relevant, nader ingegaan.
In voorwaardelijke reconventie
3.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert dat, kort weergegeven, indien in conventie komt vast te staan dat hij (al dan niet gedeeltelijk) aansprakelijk is voor betaling aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van de factuur voor de kosten van de werkzaamheden van stukadoor, [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] alsdan wordt veroordeeld om aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van
€ 7.214,55, vermeerderd met wettelijke rente en proces- en nakosten.
3.6.
Het bedrag van € 7.214,55 ziet op de kosten die volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] moeten worden gemaakt om de gebreken in het stucwerk te herstellen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] baseert de vordering op de calculatie die is gemaakt door Eff Eff Bouwpathologie (hierna: “Feron”), die op verzoek van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het werk heeft beoordeeld. Hij stelt dat, indien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt veroordeeld tot betaling van de factuur ter zake de werkzaamheden van de stukadoor, de gebreken in het door hem uitgevoerde werk aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] kunnen worden toegerekend.
3.7.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft de voorwaardelijk ingestelde vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op diverse gronden betwist.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover relevant, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Zoals de rechtbank hiervoor reeds heeft benoemd, is in opdracht van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een onderzoek verricht door Feron. Feron heeft zijn bevindingen samengevat in een briefrapport, overgelegd als productie 13 bij CvA/CvE (hierna: “het rapport van Feron”), waarin hij de conclusie trekt dat het werk op een aantal punten niet correct is uitgevoerd. De herstelkosten daarvan bedragen volgens Feron € 8.765,00 (incl. BTW) en kunnen worden gesplitst in een bedrag van € 7.214,55 met betrekking tot herstelkosten die met het stucwerk samenhangen en in een bedrag van € 1.550,45 met betrekking tot herstelkosten die op het schilderwerk zien.
4.2.
Het advies van Feron is voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aanleiding geweest om op 4 juli 2020, dus tijdens deze procedure, een bedrag van € 9.817,84 te betalen aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Hij heeft dit bedrag als volgt berekend: de aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verschuldigde hoofdsom van € 20.653,81
(€ 16.144,86 + € 1.766,94 + € 2.742,01) -/- € 10.000,00 (gestelde contante betaling) -/- € 1.550,45 (gestelde herstelkosten schilderwerk) = € 9.103,36. Daarnaast heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een bedrag van € 714,48 ter zake opengevallen rente voldaan, zodat hij in totaal derhalve
€ 9.817,84 heeft betaald. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarmee volledig voldaan is.
In conventie
4.3.
Hierna zullen de posten, waarover tussen partijen discussie bestaat, afzonderlijk worden beoordeeld.
de contante betaling
4.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat hij op 11 april 2015 een bedrag van € 10.000,00 contant aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft betaald en dat dit bedrag in mindering dient te worden gebracht op de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
4.5.
Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] hem tijdens een overleg verzocht een deel van de aanneemsom te betalen, omdat het werk toen al ver gevorderd was. Partijen zijn toen een betaling van vijftig procent van de aanneemsom overeengekomen. Op 9 april 2015 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de, onder rechtsoverweging 2.1.1 vermelde, tussenstand van de schilderwerken doorgegeven aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat hij vervolgens op 10 april 2015 bij zijn moeder een enveloppe met € 10.000,00 heeft opgehaald. Zijn moeder heeft hiervan aantekening gemaakt in haar agenda. De dag daarna heeft hij de enveloppe in de kantoorruimte in het bedrijf van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] overhandigd aan de heer [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Daarbij is hij vergeten een kwitantie te vragen. Hij vertrouwde echter op [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
4.6.
Ter onderbouwing van het door hem gevoerde verweer zijn door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verschillende producties in het geding gebracht. Zo heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder meer foto’s van een deel van de agenda van zijn moeder overgelegd. Daarin is beschreven dat zijn moeder de enveloppe met € 10.000,00 aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft meegegeven. Daarin is tevens beschreven dat de moeder van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vaker enveloppen met contant geld aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft overhandigd ten behoeve van de betaling van in zijn woning uitgevoerde werkzaamheden. Voorts heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , op basis van de producties 4 t/m 13 bij CvA/CvE en productie 18 bij de akte overlegging producties, aangevoerd dat uit die correspondentie blijkt dat hij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] herhaaldelijk heeft verzocht de aanbetaling van € 10.000,00 te verrekenen.
4.6.1.
Op 28 april 2015 schrijft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in een e-mail aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] “
, denk je nog even aan een bijgewerkt overzicht met een creditering van de aanbetaling van de € 10.000?”, waarop [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] reageert met “
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , ik laat het in orde maken.” Een dergelijke reactie duidt naar het oordeel van de rechtbank op een impliciete bevestiging van de juistheid van de stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
4.6.2.
In reactie op de die dag toegezonden factuur schrijft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 4 mei 2016 in een e-mail aan [naam 1] , werkzaam op het kantoor van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , en c.c. aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] : “
Wat me wel reeds opvalt is dat de contante betaling van 11 april 2015 te Nuth niet verschijnt in dit overzicht. Het betreft een bedrag van € 10.000. Gaarne een korte bevestiging dat dit bedrag nog niet hierin is mee opgenomen.” In de op diezelfde datum per sms aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verzonden reactie schrijft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] “
In eerste oogopslag zag ik het reeds betaalde (cash bedrag) niet verschijnen. Dit is het bedrag van 11 april 2015 (in [plaats] ).” Dat er van de kant van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op beide berichten, met een dergelijke inhoud, in het geheel niet wordt gereageerd, acht de rechtbank opmerkelijk.
4.6.3.
Ook op de e-mail van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van 19 mei 2016 aan [naam 1] en c.c. aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] met de vermelding
“… heb ik ook nog steeds geen bevestiging van het reeds aanbetaalde bedrag. Dit zou vorige week volgen aldus je sms bericht”komt geen reactie. Maar in reactie op het sms-bericht van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met de tekst
“De aannemer is even een ander probleem waar ik duidelijkheid over moet krijgen met [naam 2] . Als je de aanbetaling die is ontvangen, crediteert op de initiële rekening dan is dat OK”schrijft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] later op die dag
“Hoi [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,het klopt dat er niets is verrekend in de afrekening(onderstreping rechtbank)
. Ik laat deze opnieuw opzetten maar dan met of zonder het verschil van de aannemer”.Deze reactie van de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] lijkt op een bevestiging van de juistheid van het verzoek van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te duiden
.
4.6.4.
Ook de reactie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in het volgende bericht lijkt een bevestiging in te houden dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een aanbetaling heeft gedaan. Op 3 juni 2016 schrijft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
“Hallo [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , ben je d’r al uit? Het handigst lijkt mij dat we het geheel aan jou berekenen en jij zelf met de aannemer verrekendnatuurlijk minus het betaalde voorschot(onderstreping rb).
4.6.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] herhaalt in e-mails van 3 en 10 juni 2016 dat hij nog geen correctie heeft ontvangen van de aanbetaling. Op 11 juni 2016 reageert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als volgt
“ik maak alles in orde zodra je me aangeeft hoe je de kosten van de stukadoor gefactureerd wilt zien”Op die datum reageert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] per sms/WhatsApp-bericht met de vraag wat de aanbetaling te maken heeft met het stukadoorswerk en eist hij een accurate facturering, waarbij de aanbetaling wordt verrekend. Hierop heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet meer gereageerd.
4.7.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft desgevraagd bij de mondelinge behandeling verklaard dat hij op de berichten van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet expliciet heeft gereageerd met de mededeling dat er geen aanbetaling door hem werd ontvangen, omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dit pas bij het opstellen van de eindafrekening heeft vastgesteld. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft ter zitting verder toegelicht dat betalingen binnenkomen bij de administratie en dat hij pas bij het opstellen van de eindafrekening van een project daar alle gegevens opvraagt.
4.8.
De rechtbank is van oordeel dat de betwisting van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van de gestelde contante betaling door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet overtuigt. Op het moment dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij herhaling om verrekening van een door hem gesteld bedrag verzoekt, mag naar het oordeel van de rechtbank worden verwacht dat door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daar adequaat op wordt gereageerd. Met adequaat doelt de rechtbank er dan op dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , indachtig zijn eigen stelling. zou hebben ontkend dat er een aanbetaling is ontvangen. Het ligt daarbij dan zeker niet voor de hand om jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] minimaal de indruk te wekken dat tot verrekening zal worden overgegaan, hetgeen in feite als een bevestiging kan worden beschouwd dat er wel degelijk een aanbetaling werd ontvangen. Met name gezien de inhoud van de hierboven geciteerde correspondentie tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] mocht daarom van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in deze procedure dan ook een beter onderbouwde weerleging van de stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden verwacht. De rechtbank is dan ook van oordeel, nu een dergelijke onderbouwing ontbreekt, dat de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gestelde betaling vast is komen te staan. Dat betekent dat op het uiteindelijk aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in hoofdsom toe te wijzen bedrag een bedrag van
€ 10.000,00 in mindering zal worden gebracht.
de meerwerkfactuur
4.9.
Door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is een bedrag van € 2.071,38 aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in rekening gebracht voor meerwerk dat bestond uit extra schilderwerk in verband met het bijwerken van beschadigingen aan het stuk- en schilderwerk en extra behangwerk.
4.10.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt zich op het standpunt dat hij het meerwerk niet hoeft te vergoeden, omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] hem niet heeft gewezen op de noodzaak van de daaruit voortvloeiende prijsverhoging. De rechtbank passeert die stelling. Gezien de aard van de werkzaamheden en de omvang daarvan had kunnen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] begrijpen dat er sprake zou zijn van meerwerk en dat dit tot een prijsverhoging zou leiden. De eenheidsprijzen waren [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] immers al bekend en gelet op de omvang van de opgedragen werkzaamheden had hij tevens een inschatting kunnen maken van het aantal daaraan te besteden manuren.
4.11.
Daarnaast stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat de werkzaamheden voor een deel betrekking hadden op herstel van door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onvolledig geleverd werk of werk dat door toedoen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] moest worden hersteld. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist in het bijzonder het behangwerk in de hal, het bijwerken van het stucwerk, het bijwerken van de plint in de woonkamer en de kosten van een biobox. De rechtbank is van oordeel dat de betwisting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet meer behelst dan een blote betwisting, terwijl de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde posten door haar zijn voorzien van een onderbouwing. Zo heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onderbouwd dat het stucwerk op verschillende plaatsen moest worden bijgewerkt, onder meer om (te grote) boorgaten van de elektricien weg te werken. Daarnaast heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voorgesteld om door middel van behangwerk in de hal het golvend stucwerk te verbergen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet, althans onvoldoende, weersproken dat hij daarmee heeft ingestemd. Voorts heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] toegelicht dat de plaatsing van de biobox noodzakelijk was, omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen gebruik meer mocht maken van het toilet in de woning. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] deze meerwerkfactuur onvoldoende gemotiveerd heeft betwist, zodat zij zal worden toegewezen.
de factuur met betrekking tot de stukadoor
4.12.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan haar opdracht heeft gegeven om de stukadoor ter beschikking te stellen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert aan dat zij met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een uurtarief daarvoor is overeengekomen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft daarover nooit met [aannemer] gesproken of met hem afspraken gemaakt.
4.13.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist dat hij opdracht heeft gegeven tot het ter beschikking stellen van een stukadoor aan hem. Hij heeft alleen aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevraagd of deze een stukadoor kende, die mogelijk [aannemer] in staat zou stellen het door [aannemer] aangenomen stucwerk verder uit te voeren, omdat de door [aannemer] ingeschakelde stukadoor zijn werk niet kon afmaken. Vervolgens zijn tussen [aannemer] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] afspraken gemaakt over de inzet van een door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan te leveren stukadoor. Dit betreft een rechtsverhouding die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet aangaat.
4.14.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft zijn stelling niet nader onderbouwd, terwijl dat, gelet op de betwisting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , wel van haar mocht worden verwacht. De door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gestelde afspraken blijken niet uit een overeenkomst of andere schriftelijke stukken. Uit de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] overgelegde stukken blijkt uitsluitend dat, nadat de factuur op naam van [aannemer] was gezet, [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [aannemer] een discussie hebben gehad over het aantal in die factuur in rekening gebrachte arbeidsuren van de stukadoor en over het in rekening brengen van de materialen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft in de als productie 10 bij dagvaarding overgelegde e-mail aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voorgesteld een bedrag van € 986,21 bij [aannemer] te crediteren en dit aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in rekening te brengen. Blijkens zijn mededeling was [aannemer] bereid het restant van de factuur te betalen. Dit pleit naar het oordeel van de rechtbank niet voor de stelling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en vormt veeleer een bevestiging van de juistheid van het standpunt van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . De rechtbank komt daarom tot het oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de opdracht heeft verstrekt om tegen betaling een stukadoor ter beschikking stellen. Ook de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ingenomen stelling dat, zelfs wanneer [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als vertegenwoordiger van [aannemer] zou hebben opgetreden, hij er ook voor moet instaan dat de overeenkomst wordt nagekomen, slaagt niet. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft in het geheel niet onderbouwd dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als vertegenwoordiger van [aannemer] moest worden aangemerkt.
4.15.
De vordering tot betaling van de kosten van de stukadoor zal op grond van het voorgaande worden afgewezen.
de gebreken aan het schilderwerk
4.16.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt zich op het standpunt dat op het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde een bedrag van € 1.550,45 in mindering dient te worden gebracht. Dit bedrag heeft betrekking op de kosten van herstel van gebreken aan het schilderwerk. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] beroept zich primair op partiële ontbinding van de overeenkomst wegens de toerekenbare tekortkoming in de nakoming door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , subsidiair op vervangende schadevergoeding. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat het vereiste verzuim met ingang van 22 maart 2017 is ingetreden.
4.17.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt zich op het standpunt dat het werk opgeleverd is, waardoor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] haar op grond van artikel 7:758 BW daarvoor niet meer kan aanspreken, en dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] pas in 2017 (en daarmee niet tijdig) heeft geklaagd over de gebreken aan het schilderwerk.
4.18.
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat niet tijdig door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zou zijn geklaagd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft verwezen naar e-mails van 17 en 28 april 2015 en naar een sms-bericht van 5 juni 2015 met foto’s, waarin hij klaagt over de kwaliteit van de uitvoering van de werkzaamheden van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Daarin komen onder de opsomming van openstaande werkzaamheden ook verschillende klachten over het schilderwerk en de afwerking aan de orde. Dat deze berichten alleen betrekking hadden op werkzaamheden die nog moesten worden afgewerkt, zoals [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt, kan daaruit niet worden geconcludeerd. Bovendien wordt in de brief van ARAG van 20 september 2016 vermeld dat een aantal gebreken, waarover reeds is geklaagd nog steeds niet is hersteld. In de in die brief weergegeven opsomming van gebreken worden meerdere gebreken aan het schilderwerk genoemd. Het beroep van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op schending van de klachtplicht wordt daarom gepasseerd. Voorts heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , op geen enkele wijze onderbouwd dat er een oplevering van het werk heeft plaatsgevonden. Ook dat beroep passeert de rechtbank.
4.19.
Ter onderbouwing van de omvang van de herstelkosten heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich beroepen op het rapport van Feron. Die kosten blijken uit post D (pagina 4), vermeerderd met de kosten van het schilderwerk over de posten A t/m C, zo heeft de raadsman van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ter zitting toegelicht. Met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is de rechtbank echter van oordeel dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet verantwoordelijk gehouden kan worden voor de door Feron geconstateerde gebreken weergegeven onder de posten A t/m C. Die posten hebben immers betrekking op (onder meer) het herstellen van stucwerk, althans op de uitvoering van werkzaamheden die daarmee verband houden. Daarvan is echter niet vast komen te staan dat deze in opdracht van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zijn uitgevoerd. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft zulks betwist en heeft er immers terecht op gewezen dat eerder een andere stukadoor in opdracht van [aannemer] in de woning van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft gewerkt. De rechtbank is daarom van oordeel dat het beroep van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op partiële ontbinding van de overeenkomst enkel slaagt ten aanzien van de onder D door Feron genoemde post, waarvan de kosten van herstel door hem zijn begroot op € 880,00. Het beroep op verrekening van de herstelkosten ter grootte van € 880,00 zal worden toegewezen.
de toe te wijzen bedragen
4.20.
Uit al hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] kan worden toegewezen tot een bedrag van € 11.845,19, welk bedrag als volgt is opgebouwd:
€ 22.725,19 (€ 16.144,86 + € 1.766,94 + € 2.742,01+ € 2.071,38 ) -/- € 10.000,00 (contante betaling) -/- € 880,00 (herstelkosten schilderwerk) = € 11.845,19. De wettelijke rente zal worden toegewezen over het bedrag van € 11.845,19 vanaf de vervaldatum van de factuur, zijnde 15 september 2016, tot de dag van algehele betaling. Het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 4 juli 2020 betaalde bedrag van € 9.817,84 dient daarop in mindering te worden gebracht.
4.21.
De door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde buitengerechtelijke kosten worden door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist. De rechtbank heeft, met inachtneming van het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aangevoerde, aan de hand van de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] overgelegde brieven niet kunnen vaststellen dat door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een aanmaningsbrief is verstuurd die voldoet aan de vereisten van artikel 6:96 lid 6 BW. De vordering zal daarom worden afgewezen.
4.22.
Nu partijen ieder deels in het gelijk en deels in het ongelijk zijn gesteld, zullen de kosten worden gecompenseerd, in die zin dat partijen ieder in de eigen kosten worden veroordeeld.
In voorwaardelijke reconventie
4.23.
Daar in conventie is geoordeeld dat de vordering tot betaling van de factuur met betrekking tot de stukadoor dient te worden afgewezen, komt de rechtbank niet toe aan de beoordeling van de voorwaardelijke vordering in reconventie. Deze kan, nu zij immers voorwaardelijk is ingesteld, onbesproken blijven.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen een bedrag van € 11.845,19 (elfduizendachthonderdvijfenveertig euro en negentien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW daarover vanaf 15 september 2016 tot de dag der algehele voldoening,
5.2.
verstaat dat op het onder 5.1 toegewezen bedrag in mindering dient te strekken het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 4 juli 2020 betaalde bedrag van € 9.817,84,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J. Noelmans en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2021. [1]

Voetnoten

1.type: EvdS