Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met de daarbij overgelegde producties 1a tot en met 22;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie (hierna: “CvA/CvE”) met de daarbij overgelegde producties 1 tot en met 15;
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie met de daarbij overgelegde productie 23;
- de akte houdende producties 15 tot en met 21 van de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 25 november 2020.
2.De feiten
3.Het geschil
In conventie
€ 3.824,63 voor de stucwerkzaamheden niet betaald. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is in verzuim geraakt, omdat hij niet binnen de overeengekomen betalingstermijn van acht dagen heeft betaald.
€ 2.742,01). De verschuldigdheid van het bedrag van € 2.071,38 voor het gestelde meerwerk ter zake van uitgevoerde schilderwerkzaamheden wordt door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ook betwist. Daarnaast stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat er gebreken zijn aan het schilderwerk van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat hij de herstelkosten daarvan, een bedrag van € 1.550,45, kan verrekenen met de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist ten slotte dat hij aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de opdracht heeft verstrekt om een stukadoor ter beschikking te stellen. Er bestaat een rechtsverhouding tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [aannemer] , waardoor [aannemer] gehouden is de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in dit verband te voldoen, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
€ 7.214,55, vermeerderd met wettelijke rente en proces- en nakosten.
4.De beoordeling
(€ 16.144,86 + € 1.766,94 + € 2.742,01) -/- € 10.000,00 (gestelde contante betaling) -/- € 1.550,45 (gestelde herstelkosten schilderwerk) = € 9.103,36. Daarnaast heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een bedrag van € 714,48 ter zake opengevallen rente voldaan, zodat hij in totaal derhalve
€ 9.817,84 heeft betaald. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarmee volledig voldaan is.
, denk je nog even aan een bijgewerkt overzicht met een creditering van de aanbetaling van de € 10.000?”, waarop [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] reageert met “
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , ik laat het in orde maken.” Een dergelijke reactie duidt naar het oordeel van de rechtbank op een impliciete bevestiging van de juistheid van de stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
Wat me wel reeds opvalt is dat de contante betaling van 11 april 2015 te Nuth niet verschijnt in dit overzicht. Het betreft een bedrag van € 10.000. Gaarne een korte bevestiging dat dit bedrag nog niet hierin is mee opgenomen.” In de op diezelfde datum per sms aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verzonden reactie schrijft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] “
In eerste oogopslag zag ik het reeds betaalde (cash bedrag) niet verschijnen. Dit is het bedrag van 11 april 2015 (in [plaats] ).” Dat er van de kant van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op beide berichten, met een dergelijke inhoud, in het geheel niet wordt gereageerd, acht de rechtbank opmerkelijk.
“… heb ik ook nog steeds geen bevestiging van het reeds aanbetaalde bedrag. Dit zou vorige week volgen aldus je sms bericht”komt geen reactie. Maar in reactie op het sms-bericht van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met de tekst
“De aannemer is even een ander probleem waar ik duidelijkheid over moet krijgen met [naam 2] . Als je de aanbetaling die is ontvangen, crediteert op de initiële rekening dan is dat OK”schrijft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] later op die dag
“Hoi [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,het klopt dat er niets is verrekend in de afrekening(onderstreping rechtbank)
. Ik laat deze opnieuw opzetten maar dan met of zonder het verschil van de aannemer”.Deze reactie van de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] lijkt op een bevestiging van de juistheid van het verzoek van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te duiden
.
“Hallo [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , ben je d’r al uit? Het handigst lijkt mij dat we het geheel aan jou berekenen en jij zelf met de aannemer verrekendnatuurlijk minus het betaalde voorschot(onderstreping rb)”.
“ik maak alles in orde zodra je me aangeeft hoe je de kosten van de stukadoor gefactureerd wilt zien”Op die datum reageert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] per sms/WhatsApp-bericht met de vraag wat de aanbetaling te maken heeft met het stukadoorswerk en eist hij een accurate facturering, waarbij de aanbetaling wordt verrekend. Hierop heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet meer gereageerd.
€ 10.000,00 in mindering zal worden gebracht.
€ 22.725,19 (€ 16.144,86 + € 1.766,94 + € 2.742,01+ € 2.071,38 ) -/- € 10.000,00 (contante betaling) -/- € 880,00 (herstelkosten schilderwerk) = € 11.845,19. De wettelijke rente zal worden toegewezen over het bedrag van € 11.845,19 vanaf de vervaldatum van de factuur, zijnde 15 september 2016, tot de dag van algehele betaling. Het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 4 juli 2020 betaalde bedrag van € 9.817,84 dient daarop in mindering te worden gebracht.