In deze zaak heeft verzoekster, een B.V. gevestigd te [vestigingsplaats], op 20 september 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig bekend maken van een van rechtswege verleende omgevingsvergunning. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer ROE 21/2585. Verzoekster heeft tevens de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting is zonder onderzoek ter zitting behandeld.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht overwogen dat, nu het beroep in de hoofdzaak gegrond is verklaard, er geen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek om voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. De rechtbank heeft echter wel besloten dat verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen, in de proceskosten van verzoekster moet worden veroordeeld. Deze kosten zijn vastgesteld op € 748,- voor de door een derde verleende rechtsbijstand.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verweerder het door verzoekster betaalde griffierecht van € 360,- dient te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. D.J.E. Hamers-Aerts, voorzieningenrechter, en is op 14 oktober 2021 in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.