3.1.Gepé vordert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I. te verklaren voor recht dat een of meer gedaagden, zoveel mogelijk hoofdelijk, toerekenbaar tekortgeschoten is of zijn, in verzuim geraakt is of zijn, althans onrechtmatig gehandeld heeft of hebben, ter zake (in ieder geval):
a. a) de nakoming van de (exclusiviteitsafspraken in de) Heads of agreement, en/of;
b) de nakoming van de aandeelhoudersovereenkomst en/of;
c) de nakoming van de afspraak ter (bestuurs)vergadering van 11 juli 2019;
d) het (i) niet verlenen van medewerking aan de belevering van Vershuys door Jumbo, het (ii) daarentegen bewerkstelligen van de rechtstreekse belevering aan DFF door PLUS Retail B.V. terwijl die activiteiten exclusief bij Vershuys zouden blijven, en het (iii) vervolgens verkopen van de zeggenschap in DFF aan een concurrent van Vershuys, en;
e) het niet nakomen van de onderling ingerichte financiële afspraken, waaronder de inkoopvoordeelvergoeding aan Gepé, zoals overeengekomen op 19 en 29 maart 2019;
II. een of meer gedaagden, zoveel mogelijk hoofdelijk, te veroordelen om alsnog de verplichtingen uit de Heads of agreement en/of aandeelhoudersovereenkomsten en overige afspraken tussen na te komen, althans zich daartoe behoorlijk in te spannen, waaronder in ieder geval begrepen:
- het verlenen van medewerking aan belevering van Vershuys door Jumbo;
- het verlenen van medewerking aan het bewerkstelligen dat de zeggenschap in DFF ongewijzigd blijft ten aanzien van het moment waarop de Heads of agreement en/of aandeelhoudersovereenkomst is gesloten;
III. een of meer gedaagden, zoveel mogelijk hoofdelijk, te veroordelen om het onder II gevorderde na te komen, op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 per dag of dagdeel dat zulks niet, niet geheel of niet behoorlijk wordt nagekomen;
IV. een of meer gedaagden, zoveel mogelijk hoofdelijk, te veroordelen om aan Gepé de (gevolg)schade te betalen, gezien het onder I en II, op te maken bij staat gevorderde, waartoe hierbij tevens gevorderd wordt zoveel mogelijk gedaagden hoofdelijk te veroordelen een voorschot te betalen van een en ander, vooralsnog begroot op € 200.000,00 als voorschot op de nader bij staat op te maken vergoeding, waarop voor nu de onder V gevorderde boete in mindering gebracht kan worden bij toewijzing;
V. Cophico en DFF ieder te veroordelen om aan Gepé de boete te betalen van € 10.000,00 (en derhalve € 20.000,00 aan boeten in totaal) op grond van het boetebeding op pagina 8 van de aandeelhoudersovereenkomst;
VI. Indien en voor zover het onder IV gevorderde niet voor toewijzing gereed zou liggen, vordert Gepé haar te machtigen om namens Vershuys rechtsmaatregelen te treffen jegens Cophico tot vergoeding van schade, één en ander zoals in casu aan de orde gesteld;
VId. Cophico c.s. zoveel mogelijk te veroordelen inzage te verschaffen afschriften te verschaffen over de binnengekomen facturen in de laatste zes maanden voorafgaand aan
24 december 2019;
VII. Cophico c.s., zoveel mogelijk hoofdelijk, te veroordelen tot vergoeding van:
a. de buitengerechtelijke kosten van deze procedure, begroot conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (Staatsblad 2012 nr. 141), althans het Rapport Voor-Werk II, althans het Rapport BGK-Integraal 2013, alsmede;
b. de kosten ter begroting en vaststelling van de schade, ad. € 2.435,13;
c. de proceskosten ex artikel 237 Rv, alsmede;
d. indien Cophico c.s. niet binnen veertien dagen na sommatie tot naleving van het te wijzen veroordelende vonnis, het vonnis integraal naleeft op voorhand te veroordelen in de nakosten van deze procedure, te begroten conform het liquidatietarief, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de opeisbaarheid van de vordering(en), tot de dag der algehele voldoening, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de opeisbaarheid van de vordering(en), tot de dag der algehele voldoening, althans een in goede justitie te bepalen bedrag en bovendien één en ander met dien verstande dat inlossingen op het aan Gepé verschuldigde eerst toe te rekenen is aan de kosten, voorts aan de opgelopen rente en tot slot aan de hoofdsom.